Waarom ik de komende vier blogs heb geschreven? Het heeft niets met reizen te maken maar het heeft een andere oorzaak. Sinds ik in ons huidige pand woon hebben we elke 3 of 4 jaar in de tuin een barbecue gehouden waar soms wel 130 vrienden klanten en collega’s op af kwamen. En als ik dan met de helaas intussen allemaal overleden collega fotografen en filmers Paul Stolk, Pim Korver, Peter Molkenboer en Ton den Haan zat te smullen van worsten, ribs en kippenpoten dan kwamen, vooral na wat biertjes, de verhalen los. Prachtig, het fotografenleven in de jaren 50-60-70. Ik wilde dat ik ze opgeschreven had. Maar helaas, de verhalen zijn voor eeuwig verloren. Toen dacht ik: dat gaat mij niet overkomen, voor ik het tijdelijke met het eeuwige verwissel en ik ga er van uit dat dat nog een tijd gaat duren, heb ik mijn avonturen opgeschreven. Er zit geen volgorde in maar het is gewoon een opsomming van verhalen die bij me opkwamen bij het uitzoeken van mijn archief. Waarschijnlijk alleen interessant voor collega’s uit de media maar toch. Wil je het niet lezen, ook goed, vanaf begin februari gaan we weer verder met de reisblogs.
Roel
Het grootste compliment kreeg ik van mijn pa, maar pas na heel veel jaren: ‘Hij is toch nog wel goed terecht gekomen’. Ik ben er van overtuigd dat ie zorgen over me had. Moeilijk op school terwijl achteraf bleek dat een jongetje met een IQ van 137 en iets met een vier letter afkorting beginnend met een A niet in een gewone klas past. Maar ja, als ze daar eerder achter gekomen waren was ik waarschijnlijk nooit fotograaf geworden. Dat kwam trouwens ook bij toeval. Fotograferen vond ik wel leuk en ik probeerde op een bepaald ogenblik zelf te ontwikkelen en af te drukken. Pa scoorde wat spullen bij fotograaf Jaques Poeisz van het reclamebureau waar hij werkte, maakte met mij een vergroter van een oude lens, triplex, karton en een stuk pvc pijp met een 200 watt lamp erin. Als ik langer moest belichten dan 10 seconden zag je langzaam de pvc pijp smelten en scheefzakken ;-) Ik ging mijn vakantiefoto’s afdrukken.
En toen brandde een straat verder een kelder uit, ik ging met de zelf gemaakte afdruk naar het plaatselijke suffertje Groot Vlaardingen waar ik twaalf en een halve gulden kreeg van de redactiechef Ruud van Houwelingen.
Ik begreep pas veel later dat hij bij zijn hoofdredacteur het dubbele afrekende maar die heb ik in de jaren daarna nog wel teruggehaald ;-) En zo was de nieuwsjager geboren. Ik kocht van m’n eerst verdiende centen een scanner en zodra er iets interessants klonk was ik al onderweg.
In mijn carrière had ik met twee soorten mensen te maken, zij die fotografen leuk vonden en zij die fotografen en pers in het algemeen haatten als de pest. Politici waren je vrienden zolang ze in het nieuws kwamen, politiemensen zaten er vaak niet op te wachten. En persvoorlichters probeerden daar een beetje in te bemiddelen. We hadden in Rotterdam een oude Telegraaf journalist die was overgestapt naar de politie: Anne Geelof.
Gouwe vent want die begreep het vak van beide kanten. Er was een moord gebeurd en de chef recherche was pisnijdig over al die aanwezige pers want wat bleek, er lag ‘daderinformatie’ in beeld, iets wat alleen de moordenaar wist.
Komt Anne aan en zegt tegen de chef: Dan leg je daar toch even iets overheen, dan maken die gasten hun foto en over vijf minuten heb je er geen last meer van. Tja, het leven kan soms zo eenvoudig zijn.
Mijn bestelling ontwikkelaar en fotopapier ophalend in een fotowinkel in Schiedam west gaat mijn brandweerpieper af. Ja, die pieper was ook nog een geschiedenis. Alle brandweerlieden in de regio hadden zo’n ding want zo waren ze oproepbaar als ze vrij waren en de boel uit de klauwen liep en er meer mensen nodig waren. Ik wilde uiteraard ook zo’n ding want het voordeel was: zolang er niks aan de hand was bleef dat ding stil. Alle radioverkeer werd gedempt en alleen als er een alarm was ging ie herrie maken. Dan kon je daarna een knopje omzetten en dan kon je gewoon de mobilofoon meeluisteren. Maar toen ik Motorola belde om zo’n ding te bestellen werd dat door de Vlaardingse ondercommandant hoogstpersoonlijk verboden. Motorola kreeg te horen dat als ze mij een pieper zouden leveren de Vlaardingse brandweer naar een andere leverancier zou gaan. Nou ja, dat kon ik ook natuurlijk en voor 1400 gulden kocht ik een ander merk. Die heeft zich snel terugverdiend hoor. Dat meeluisterknopje was trouwens door dezelfde commandant bij de brandweerlieden geblokkeerd door er een printbaantje door te snijden. Die mochten niet meeluisteren. Maar ja, brandweerlieden waren ook niet gek en iedereen wist wel hoe ze dat moesten herstellen. Afijn, de pieper ging af en er bleek brand bij Zwembad West in Rotterdam. De rookwolken waren van ver al te zien. En het verkeer stond volkomen vast . Daar had ik ook iets voor. Er bestonden kleurfilters voor onze Metz flitsers. Ja, ook in de kleur blauw. Die heb ik door de voorruit flitsend wel eens vaker misbruikt. Op de Spaanseweg gooide ik mijn auto in de berm en ik rende richting brand.
Plotseling zag ik een paar kinderen in tranen op me af komen. Terwijl andere fotografen richting brand gingen fotografeerde ik eerst de kinderen.
Die brand wacht maar even. Een zwembad. Zoveel water en dan zo’n fik. Hoe dan? Elke brand begint altijd met een vonk. Als je er maar snel genoeg bij bent. De oorzaak bleken: dakdekkers. Altijd weer die dakdekkers. De volgende dag stond de foto met de kinderen in alle kranten. Trouwens, zelfs mijn eigen huis in aanbouw brandde ooit bijna af. Dakdekkers….
Ik hoorde op de scanner dat er een bom was ontploft in een loods van het politiebureau Boezembocht in Rotterdam. Snel de auto in en bij het oprijden van de RW 20….. stond het verkeer muurvast. File. Waarom? Geen idee. Maar twintig seconden later werd ik via de vluchtstrook rechts ingehaald door een auto van de verkeerspolitie. Die zag ik een paar meter verder stoppen, terugsteken en er ging een lichtbak aan achter de achterruit: VOLGEN-VOLGEN… Ja, er zat een maatje van me achter het stuur die mijn auto herkende. Ik, strak achter die strepenbak, over de vluchtstrook van Vlaardingen naar de Boezembocht. Zelfs zonder file had ik het nooit zo snel gedaan. Bedankt nog Kees !
De politie Schiedam was weer eens niet blij met me. Er was bij een gasontploffing een agent zwaar gewond geraakt en ik fotografeerde zijn verbrande uniform. Als blikken konden doden…..
Maar later bleek dat de uniformen heel brandonveilig waren en dat door mijn foto in de krant de intendance van de politie wakker was geworden. Snel daarna kwamen nieuwe brandveiligere uniformen.
Over veiligheid gesproken. Bij een gasontsnapping in de Europoort en de wind richting Vlaardingen moest de brandweer gaan meten. Volledig omgehangen stonden ze bij de Deltaweg met hun meetapparatuur te meten of er levensgevaar was.
De politieagent stond er zonder adembescherming naast. Je moet weten dat agenten van de brandweer een bijnaam hadden gekregen: Blauwe reageerbuisjes. Ik had overigens jaren daarvoor al een set perslucht gescoord nadat bij een brand op de Maasvlakte niemand meer weg mocht omdat de giftige rook over de enige weg daar ging. Dat zou me geen tweede keer meer overkomen. Kwam ook hier weer van pas.
Een oorverdovende dreun ging echoënd over Vlaardingen. Ik was net bezig een straatje staatsloten te kopen bij sigarenboer Koos op de Floris de Vijfdelaan. ‘Ben zo terug Koos’ riep ik terwijl ik naar de scanner in m’n auto sprintte. Er was al totale chaos over de mobilofoon. Politie van diverse korpsen en de rijkspolitie over het inrap net. Het zou zonnig worden maar het was nog mistig buiten. Rookwolken waren daardoor niet te zien. Ik ging in ieder geval maar richting Beneluxtunnel want dat het aan de overkant was dat werd wel duidelijk. Daarna de Botlektunnel. Er zou een olietank ontploft zijn bij de DSM. Daar aangekomen stond de slagboom omhoog. Er was nog geen brandweer, alleen een busje van de politie stond rechts langs de zijkant. Ik parkeerde ernaast en kreeg nog een vriendelijke waarschuwing van de agent: ‘Pas je op jezelf?’ Ja, echt wel. Dekking zoekend achter een hele grote bigbag waar grof grind in zat dat waarschijnlijk moest dienen als fundament voor een olietank fotografeerde ik een brandwacht die in zijn eentje wat waterkanonnen aanzette en met een schuimblusserkarretje manoeuvreerde. Wat een lef had die man want, tja, geen idee of er nog meer zou ontploffen. Ik trok me wat terug, ik had al vijf minuten staan fotograferen,
en toen zag ik pas twee benen en twee armen onder een rode deken vandaan komen. Daar onder lag waarschijnlijk de ongelukkige lasser die op de niet goed ontgaste tank bezig was geweest. ‘Nu wegwezen’ dacht ik bij mezelf en sprintte weer naar m’n auto. De slagboom was inmiddels dicht maar ging automatisch open toen ik de poort uit wilde rijden. Buiten stonden andere fotografen en cameraploegen die uiteraard niet naar binnen mochten maar ik kon het ondanks de tragedie toch niet laten om even gemelijk naar de collegae te zwaaien. Ze zullen zonder twijfel gedacht hebben ‘Waar komt hij nou weer vandaan?’ Intussen hadden ze op de fotoredactie van de Haagse Courant de kleurenontwikkelaar al opgewarmd , dia’s ontwikkelen kostte net effe meer dan een half uur en de krant zakte over 30 minuten. De dia is waarschijnlijk nog nat naar de drukpers gegaan en stond een uur later op de voorpagina.
Op 25 januari 1990 stormde het legendarisch. En uitgerekend op die dag besloot een dame wiens relatie net uit was gegaan met vijf liter benzine het appartement van haar ex vriendje aan de Dirk de Derdelaan in Vlaardingen in de fik te steken. Een enorme uitslaande brand was het gevolg. Overal hingen mensen op balkons. De enige uitgang via het trappenhuis was geblokkeerd. Op dat ogenblik komt net mijn pa, die twee straten erachter woonde en op weg was naar de bushalte, om de hoek lopen. Hij was op weg om stormschade te fotograferen bij de molen de Nieuwe Palmboom waar hij voor de Molenstichting de herbouw vastlegde. Nu even niet: ‘Ouwe, telelens erop en als ie springt klikken!’ riep ik.
De rookwolken buiten waren ook enorm.
Met een ladderwagen werden gelukkig de mensen van het balkon geplukt. Er hoefde niemand te springen.
Ergens halverwege 1999 werd bij de renovatie van het Schiedamse Wiltonterrein een 1000 ponder bom uit de tweede wereldoorlog gevonden die op een rustige plek opgeblazen moest worden. De dichtst bij zijnde locatie was het toenmalige dijklichaam van de Rijksweg 19, intussen de A4. Met een grote vrachtwagen van Defensie werd de bom voorzichtig daarheen gereden. Er werd een gat gegraven en de bom ging daar met wat extra explosieven in en het gat ging weer dicht. Er stonden vier politieagenten, de burgemeester , de politiecommissaris, de brandweercommandant, twee fotografen en een journalist te kijken. Allemaal mensen die niet vies waren van een uitje. Vijf seconden voordat de knop omging vraag ik aan de EOD-er: ‘Wat is trouwens dat paaltje daar met dat gele hoedje erop?’. Gelijk brak er enorme pleuris uit. Ze hadden de bom vijf meter naast de hoofdgasleiding van Schiedam naar Delft ingegraven. Vijf seconden later zou Schiedam het wereldnieuws gehaald hebben maar,… zonder foto want de pers stond er ook tussen. We zouden in 1 seconde verdampt zijn in een enorme steekvlam. Heel voorzichtig werd de bom weer opgegraven en na veel controle 100 meter verder op een andere plek ingegraven en opgeblazen.
De kuil die die plof achterliet zegt genoeg over hoe het afgelopen zou kunnen hebben. Persfotograaf…. gevaarlijk beroep.
Tipgevers waren belangrijk in mijn vak. Zonder de ouders van Dirk Jan van der Ende, toen nog vrijwillig brandweerman, was mijn bedrijfje nooit zo groot geworden als het was. Als er wat was en Dirk Jan moest naar de kazerne dan kreeg ik een belletje van pa of ma. Maar ook anderen. Midden in de nacht krijg ik iemand aan de lijn: ‘Er staat een olifant in mijn tuin’. Kom op, dacht ik, je hebt te veel gezopen of wat raars geslikt. ‘Nee echt!’ Nou ja, vooruit, dan maar in de auto. Wat blijkt. De chauffeur van het circus had zijn route verkeerd gelezen en was in plaats van Spijkenisse in Schiedam Tuindorp terecht gekomen. Kleine smalle straatjes en hij had zich vastgereden op een grote steen op de hoek van een straatje. Om hem daar van af te takelen moesten eerst de twee olifanten uitgeladen worden. Hilariteit in de wijk. En een verhaal om nooit te vergeten.
Over dieren gesproken. In Krimpen ad IJssel dacht het circus wat gratis reclame te maken door het nijlpaard maar eens even uit te laten in de plaatselijke sloot. Het was best wel warm en die beesten moeten dan ook effe afkoelen. Met dien gevolge dat het nijlpaard het best wel naar zijn zin had en er niet meer uit wilde. Zijn verzorgers zijn een volle dag en nacht bezig geweest om het beest er weer uit te krijgen. Maar hoe dicht iedereen er bij stond…. Pas veel later begreep ik dat nijlpaarden de meeste dodelijke slachtoffers op hun conto hebben in Afrika, op de malariamug na dan. Tientallen doden per jaar. Terwijl ze alleen gras eten. Vier hoektandjes, en hap, je bent weg. Die beesten zijn trouwens razendsnel, ze schijnen 20 kilometer per uur te lopen….ONDER WATER !
Auto rijden. Sommigen kunnen het, anderen leren het nooit. Maar wat moet je hier van denken. De bestuurster stond voor een rood stoplicht in Maassluis. Ze trapte op haar verkeerde rem, denderde door een stel struiken, ramde een auto, een caravan, een motor en een paaltje en knalde zo een keuken binnen. Twee centimeter links en twee centimeter rechts. Dat moet je eens proberen te mikken, lukt je nooit. Maar goed, in die keuken stond een oudere heer zijn aardappels te schillen. De brandweer is anderhalf uur bezig geweest om de auto dusdanig op te tillen dat ze de man een infuus in z’n arm konden prikken.


Als je als personenauto tussen twee vrachtwagens zit heb je geen flauw idee wat er allemaal kan gebeuren. Meestal overleef je het niet als je er tussen geplet wordt.
Maar soms, en een dikke auto helpt dan wel, loopt het beter af. De brandweer was een uur bezig om een dame uit haar autowrak te bevrijden. En omdat het een Jeep was had ze een goede kans. Toen ze los was bleek ze zelfs niet eens iets te mankeren. De GGD-er vond toch wel dat ze even nagekeken moest worden. Zij zag het nut niet. ‘Nou, gaat u toch maar even mee ;-)’. Maar één ding is zeker…. Ik ga nooit tussen twee vrachtwagens in zitten.

Als je even niet oplet en te dicht op elkaar zit dan kan het ook zo aflopen. De autoslopers varen er dan wel bij.
En als politieman of vrouw kan je dat ook overkomen. Laag overvliegende zwanen, daar is geen verkeersbord voor.
1995 was een raar jaar. Hoe het kan verkeren. Het ene moment loop je op vakantie tot aan je kloten in het 35 graden warme water van Tahiti,

en een week later in het vijf graden koude water van Venlo, ook tot aan je kloten. De Maas was weer eens overstroomd en dit keer meer dan normaal.
Militairen maar ook de brandweer Vlaardingen en Schiedam gingen zandzakken leggen langs de oevers.
Ook in het plaatsje Ochten was het bal. Ik kreeg een tip van een motoragent uit Dordrecht dat er iets stond te gebeuren. Alleen daar ter plaatse mocht ik van de ME commandant de dijk niet op. Perskaart had ie niks mee te maken. Ze reden met een bulldozer op de dijk maar ze vonden dat als ik er bij kwam de dijk zou kunnen instorten. Nou ja… Maar dan hadden ze net buiten Dijkstra gerekend. Ik was er alleen dus het had gemakkelijk geregeld kunnen worden. Niet? Dan zal je hem krijgen. Ja, ik had toen ook al een jaar of tien een mobieltje, hoewel dat meer een sjouwable dan een portable was. Ik belde alle collega’s en cameraploegen waarvan ik wist dat ze in de buurt waren met de mededeling: ‘Kom maar naar Ochten want daar staat het te gebeuren, de dijk zal wel doorbreken want mijn 90 kilo kan ie niet meer hebben’. Binnen een half uurtje stonden er 30 collega’s naast me. ‘Voorwaarts, de dijk op !’ Ja, die ene politieman kon die kudde persmuskieten niet meer tegenhouden. Jammer van mijn primeur want dit was de enige plek waar echt iets gebeurde maar nieuws is nieuws ;-)
Op een dinsdagavond in september 1995 gaat net na het avondeten mijn brandweerpieper al met de mededeling ‘Willen alle brandweermensen van Vlaardingen naar de kazerne komen voor een mededeling van de commandant’. Ja, dan weet je het, er is iets groots aan de hand. En dat bleek. Commandant Runsink zocht 12 vrijwilligers om naar Sint Maarten te gaan. Daar zou volgens de weersverwachtingen op woensdag of donderdag een categorie 5 orkaan overheen trekken. Dat is de zwaarste orkaan die denkbaar is.
In Schiedam, Rotterdam, Capelle en Barendrecht stonden op dat zelfde moment nog 4 commandanten 12 vrijwilligers te werven. Ik steek heel voorzichtig mijn vinger op en vraag ‘Vindt u het erg als het er 13 worden ?’ Dat was wel te regelen zei hij. Ik belde als een speer verslaggever Carel van de Velden die als een razende op zijn fiets vanuit Schiedam kwam racen. En zo werden het er 14. Via Dirk Jan kon ik een half brandweeruniform regelen zodat ik niet uit de toon zou vallen tussen die andere 60. En zo zaten we op donderdag in de reguliere KLM vlucht Amsterdam-Sint Maarten-Curacao-Amsterdam.

Van de hele 60 man bleek er nog nooit iemand op Sint Maarten geweest. Ik wel en mij werd gevraagd of ik op de kaart van het eiland de potentiële chaos locaties kon aanwijzen. Ja hoor, daar waren er genoeg van. Maar Philipsburg kwam die donderdag niet in zicht. De KLM captain probeerde contact te krijgen met de verkeerstoren van het vliegveld SMX. Helaas, geen antwoord. Een dag later begreep ik waarom. Het dak van de tower was weggewaaid en er stond een meter water in. Anyhow, de captain vloog maar door naar Curaçao. Eerst een groepsfoto dacht ik, nu we allemaal nog compleet zijn ;-)
Daarna …. wachten…. Er was op Curaçao niet op ons gerekend. Via via lukte het om een leeg kazernegebouw van de landmacht te scoren waar we bekaf na een hele lange dag een bed kregen.

We hadden alleen geen rekening gehouden met de muggen. En die waren groot en met velen.
De volgende ochtend in alle vroegte werden de gouverneur, de legercommandant, de brandweercommandant , twee verslaggevers (inmiddels had verslaggever Willem Meijboom van het ANP zich ook aangesloten) en ondergetekende met een militaire Hercules van HATO op Curaçao naar SMX op Sint Maarten gebracht.
De 60 brandweermannen bleven nog in de kazerne. Door de ramen van de Hercules zagen we all enorme chaos, Geen dak was heel gebleven. Een kort rondje over de dichtbij gelegen eilanden Sint Eustatius en Saba leerde dat Sint Maarten/Saint Martin de grootste klap had gehad. Ja, dit eiland is de enige plek ter wereld waar Nederland aan Frankrijk grenst. Later hoorden we dat de Franse hulpverleners een dag eerder al, midden in de orkaan, waren gedropt. 
Terwijl alle toeristen in de chaos van het vliegveld weg probeerden te komen, kwamen wij aan. Bijzonder. De storm was donderdagavond gaan liggen en het was nu vrijdagochtend. Iedereen kwam uit de schuilkelders en wilde naar huis. Carel en ik wisten een jeepje te huren waar weliswaar het dak van was weggewaaid maar hij zat wel driekwart vol benzine.
Een probleem. De kopij en foto’s voor de zaterdagkrant moesten 22.00 uur Nederlandse tijd binnen zijn op de redactie. Het was half elf lokale tijd (en al half vier in Nederland). We hadden pakweg zes uur om een stuk te schrijven, foto’s te maken, rolletjes te ontwikkelen en foto’s door te seinen. Nee. Internet en email was er nog niet. Eerst op zoek naar een hotel. Dat was in het Franse gedeelte wel te vinden. De ene helft van hoofdstad Marigot had stroom, de andere helft had telefoon en in het midden had 1 hotel het allebei. Alleen die hadden geen kamers. Een paar huizen verder had een hotel nog wel een tweepersoonskamer. Snel de bagage afgegooid en op zoek naar nieuws. Terug langs het vliegveld naar Philipsburg, de Nederlandse hoofdstad, kwamen we de eerste ellende al tegen. Tientallen jachten van een paar ton per stuk op elkaar gewaaid en lek geslagen. 
Ik had in die tijd een kennis die een half jaar eerder vanuit Nederland was geëmigreerd en nu les gaf op een school. Daar maar eens naar op zoek voor de Nederlandse link. Over omgevallen lantaarn- en elektriciteitspalen rijdend, gelukkig hadden we een jeep en geen luxe personenauto, kwamen we bij zijn huis.
Ik stap uit en hoor van boven: ‘Dijkstra?? Wat moet jij hier ??’ Hij was zijn weggewaaide dak aan het herstellen. Tja, de eerste foto’s en tekst waren gauw geregeld.

Snel terug naar het hotel. Filmpjes ontwikkeld met ontwikkelaar aangemaakt met zwembadwater. Iets anders was er niet. En op naar het grote hotel met stroom en telefoon. Normaal werd er 10 dollar per minuut gerekend (en een foto doorsturen kostte 7 minuten) maar ik mocht het gratis doen. Ze vonden het allemachtig interessant. Ons eigen (hele kleine) hotel was trouwens na een paar dagen ook niet blij meer met ons want dag en nacht werd er voor ons gebeld door de eindredactie. En dan werd de eigenaresse weer wakker en moest de gesprekken doorverbinden. Dezelfde avond kwamen ook de brandweerlieden. Ze hadden aan alles gedacht. Er was van alles onderweg in een Antonov (het grootste vliegtuig ter wereld) maar wat waren ze vergeten? Eten. En nou is er niks zo erg als chagrijnige brandweermannen met een hongerige maag. Via een satelliettelefoon werd het voor de kust liggende fregat opgeroepen en even naderhand kwam er een helikopter met 60 noodrantsoenen. Daar hebben Carel en ik het nog een dag of twee mee moeten doen. Er was wel van alles op het eiland maar ja, het dak van je huis ligt eraf of je doet je winkel open. Ja, dan ga je je dak repareren. Er werd een brandweerman als kok aangewezen en die ging plunderen.
Alles wat ie te pakken kon krijgen werd opgeslagen in een ruimte van het hotel in Frontstreet waar zij hun intrek hadden genomen.
Brandweercommandant Neil Blok vorderde een stel jeepjes bij de lokale dealer ‘Stuur de rekening maar naar Binnenlandse Zaken’ en zo gingen de brandweermannen op pad. Samen met de Maartense brandweer elektriciteitsleidingen herstellen, waterleidingen repareren, flesjes water uitdelen, je kan het niet bedenken.

En wij hobbelden erachteraan. Het was chaos op de weg. We hadden een oplossing. Hand op de claxon en vooral niet loslaten. Carel hing zijn perskaart rechts uit het raam en Willem links. We waren in 5 minuten van vliegveld naar het centrum. Ik sprak later een brandweerman en die had er met z’n HV wagen twee uur over gedaan. ‘Gewoon zwaailicht aan joh’. Daarna werd het oppassen voor ons want vanaf toen konden we Nederlandse brandweerwagens tegenkomen ;-) Intussen hadden we een verloren Amerikaanse toeriste Ronnie/Veronica op sleeptouw genomen want die kon niet weg van het eiland. Geen goed ticket en geen geld voor een nieuwe. Ach, hoe meer zielen hoe meer vreugd. Volgens mij zat er iets in die peuken Ronnie ;-)
‘s-Avonds vroeg de commandant plotseling aan de mannen: ‘Hebben jullie eigenlijk allemaal wel een tetanusprik gehad?’ En daar kwam de helikopter weer met een leuke legerarts ‘allemaal op een rij’ en daar ging het: prik, prik, prik.
Het was een beetje USAR versie 0.0 zullen we maar zeggen. Dat gaat tegenwoordig wel beter.
Carel, Willem en ik hobbelden het eiland over. Op zoek naar nieuws. 
De plaatselijke telecomtower. De telefoon deed het dus niet in het Nederlandse gedeelte. 
Er werd schoongemaakt, dit bij de plaatselijke Makro,
maar ook geplunderd bij de lokale kruidenier.
Intussen was er die Antonov aangekomen. Kolere wat een groot vliegtuig. Er kwamen drie volledige gevulde Haagse brandweerwagens mét aanhanger uit.




Alles wat ze had was weggewaaid.
Ónze werkplek was niet slecht trouwens ;-)
Het grappige was: De Rotterdamse redactie faxte ons elke dag álles wat in de Nederlandse kranten verscheen. Die artikelen hingen wij met plakband op een glazen wand in het hotel van de brandweermannen. Die lazen daar door het tijdsverschil het RD (toen middagkrant) als ochtendkrant. Het werd gevreten !
Na een paar dagen kwam er meer pers: Max Westerman arriveerde uit New York.
En na een week kwam de koninklijke hoogheid Prins Pils . En dat botste met Max. Hij was al een tegenstander van het koningshuis maar hier ging het echt verkeerd. PWA stapte uit het vliegtuig en Max vroeg: ‘En hoogheid, wat was uw eerste indruk’. Nou dat was de verkeerde vraag want Wim-Lex siste tegen een persvoorlichter van de RVD die pal naast me stond: ‘We hadden toch afgesproken: GEEN interviews’ en hij liep weg.
Max vroeg aan mij ‘Wat zei ie nou?’ , en ik herhaalde het. Het komt nooit meer goed tussen Max en PWA. Al had ie maar ‘vreselijk’ gezegd. Of indrukwekkend. Maar ja, het duurde nog 6 jaar voordat Maxima de hilarische woorden ‘beetje dom’ kon uitspreken. ;-) Max schreef er nog een hoofdstuk over in zijn boek ‘In alle staten’. Intussen waren wij door de restanten van de noodrantsoenen heen maar in Marigot ging het eerste restaurantje weer open. Bij kaarslicht werden pizza en op houtvuur gestoomde vis geserveerd. Misschien 8 klanten waarvan vier man pers. En Ronnie ;-) Links van ons de drie hoog opgestapelde wrakken van jachten en rechts….. Wat is dat nou ? Daar kwam een in een hagelwit kostuum gestoken pianist die achter de vleugel ging zitten pingelen. Kafka… Koude rillingen. Ik vind het nog steeds jammer dat ik er geen foto van gemaakt heb.
PWA ging intussen over het eiland heen, 

ook aan de Franse kant.
Die brandweerjongens hadden ‘s-avonds niet veel te doen dus gingen ze maar airconditioners repareren en zo. En na een week deed het water het ook weer. En konden we douchen.
Na tien dagen moest ik echt terug. De roddelbladen hadden interesse in de foto’s met PWA en dan in kleur. Eerst met die Antonov naar Curaçao. Een stalen trap op, het leek wel een veerboot.
In een kleine ruimte zonder ramen konden 16 passagiers mee.
Dat ding is zo groot, je voelt niks. De motor start, hij beweegt een beetje en een uur naderhand gaat de motor weer uit en sta je op Curaçao. Pas bij het uitstappen liep ik langs de ruimte waar de (Russische) bemanning sliep. En zag ik die kratten met lege wodka flessen…… Nooit meer met een Russische Antonov ! Ondanks dat ie gratis was ;-)
En als afsluiter: Gouverneur van Sint Maarten, als jullie een straatnaambord missen? Ik weet wie hem heeft ;-)
Overigens, de beroepsploeg van brandweer Vlaardingen heeft tot op de dag van vandaag spijt dat ze weigerden te gaan en de vrijwilligers de keuze gaven. De oorzaak was de overstroming in Limburg eerder dat jaar. Ze moesten vrije dagen opnemen om daar zakken te gaan vullen maar zouden daarvoor extra betaald worden door het ministerie van BiZa. In september waren die centen nog niet binnen. Tja, ministeries zijn altijd traag met betalen maar je weet dat je uiteindelijk gewoon je geld krijgt. Met een statement te maken liepen ze wel een mooi avontuur mis. En de vrijwilligers kregen uiteindelijk voor die anderhalve week werken in de tropen een bedrag van 7000 gulden per man. Bruto, dat weer wel. ;-)
Vrachtwagens zijn trouwens vaker het onderwerp van bizarre ongelukken. Deze dook op het Terbregseplein over de vangrail en bleek maar net boven de spoorlijn hangen. Met de brandweerladder werd hij eruit gehaald.
Het leuke was dan altijd wel weer: mannen, mag ik even een foto uit het bakje van de ladder maken. Ja hoor Dijkstra. Als je ons maar een afdruk stuurt. Natuurlijk ;-)
Of deze chauffeur. Geladen met azijnzuur gaat ie met z’n tankwagen uit de bocht. Komt heel ongelukkig op de vangrail terecht. De brandweer gaat met knip en knijpapparatuur aan de slag maar volgens de mannen van de GGD gaat het snel achteruit met de chauffeur. Noodarts erbij. ‘We gaan zijn been eraf zagen’ . Maar letterlijk 10 seconden voor de zaag erin gaat krijgt de brandweer hem los. Gevalletje ‘net op tijd’. 

Ik reed op m’n dooie akkertje over de Rotterdamse Vierhavenstraat richting snelweg toen bij de Franselaan m’n pieper afging. In een keer vanuit het niets: ‘Zeer groot alarm op de Keilestraat.’ Daar was ik dus 30 seconden eerder langsgereden. Niet dat ik nou expliciet naar links had gekeken maar van enige vorm van paniek was er ook geen sprake. 180 graden omgekeerd. Voor me reed een politiebusje die midden op de kruising stopte. Er vlogen twee agenten uit, handen in de stop-houding modus. Ik zwaaide terug ;-) en dook de Keilestraat op. Dikke, nee hele dikke fel gekleurde rookwolken. 2 minuten terug was er niks en nu stond de hele wijk in de rook. Er was brand uitgebroken bij CMI, een groothandel in zwembadchemicaliën. Nou, dat is echt rotzooi. Chloor, kali-loog en nog veel meer. De eerste brandweerwagen kwam er aan en het was gelijk vreemd. Niemand wist eigenlijk waar ze moesten beginnen.
Intussen had ook NOS collega Pim Korver zich langs de politie gewurmd, Zijn oranje veiligheidspak had hem daar ongetwijfeld bij geholpen, maar de rest van de collega’s werd niet doorgelaten. Hoewel op onze perskaart staat dat eigen veiligheid vooral ons eigen probleem is zijn er altijd weer agenten die dat betwijfelen. Want ja, ik mag afreizen naar oorlogsgebieden en niemand houdt me tegen dus als ik op de Keilestraat in Rotterdam om het leven kom, so be it. Maar ja, ik had ook niet de behoefte om terug te lopen naar de afzetting om de collega’s te helpen. ;-)
De brandweercommandant moest zich nog aankleden. Nou ja, ik hoorde later dat hij bij de kaakchirurg onder het mes lag met een acute ontsteking en toen zijn pieper afging had ie gezegd: douw er maar wat in, ik kom morgen wel terug. Dat heeft nog iets langer geduurd want de fik brandde nog dagen.
De stad had enorme mazzel gehad want de rook ging recht over de Maas naar het westen. Als de wind richting Spangen had gegaan waren er grote hoeveelheden slachtoffers gevallen.
Schiedam had sinds ik me kon heugen nog 4 molens over van de volgens mij 21 die er ooit waren. Allemaal korenmolens waarvan het meel gebruikt werd voor brood en jenever. Dat Schiedamse spul, wat ik echt bocht vind, kennen ze overal ter wereld. Verkopen ze het hier in flessen met 700ml, in Amerika verkopen ze het onder naam wodka in 2 liter flessen. Kettel One. Eigenlijk Ketel 1. Als ik daar wel eens een foto laat zien van de echte Ketel 1 zijn ze weer totaal verbijsterd want nee, we hebben geen fantasie Disney namen , in Europa bestaat alles echt ;-)
Omdat we een beetje ingeburgerd waren bij de Schiedamse Molenstichting waarvoor we de restauratie en herbouw werkzaamheden fotografisch volgden had zeker mijn pa een tik van de molen gekregen. En daar ging m’n pieper weer eens af. Brand in de molen de Walvisch. Echt een ramp want dat ding was net een paar weken klaar na een gigantische renovatie. Alleen de brandmelder was nog niet geïnstalleerd. Twee uur ‘s-nachts. Ik kwam daar aan en dacht, als ik die ouwe niet waarschuw word ik onterfd. Dus ik belde de taxicentrale in Vlaardingen en stuurde ze naar het huis van pa en ma. En ik belde hem zelf: ‘Ouwe’, (hij had geen rijbewijs)’ over tien minuten staat er een taxi voor je deur, de Walvisch staat vierkant in de fik. Camera’s pakken en ik zie je zo’. En toen stonden we even later met molendirecteur Jos Gunneweg, burgemeester Scheeres en die ouwe , met z’n allen met tranen in onze ogen. Maar gelijk daarna allemaal weer aan het werk.
Letterlijk de volgende nacht ging de pieper weer. De Pelmolen in Vlaardingen in de fik. Dat was niet echt een molen maar een groot pakhuis dat de Pelmolen heette. Bij het NOS journaal hebben ze nog wel even gedacht dat er een molenpyromaan aan het werk was. Ook dit had slecht af kunnen lopen want er lag een benzineboot pal naast de Pelmolen afgemeerd maar die werd snel weggetrokken door een sleepboot. 
Over de Horvathweg in Schiedam rijdend hoorde ik grote paniek op de scanner. Treinongeval bij RFC. RFC? Dat is 500 meter verder. Ik gooide mijn auto in de berm en rende de spoordijk op.
Twee treinen frontaal op elkaar. En een doodse stilte.
Oppassend niks aan te raken want voor het het weet loop je tegen een stuk kapotte bovenleiding aan met 1500 volt. Dan ben je echt geroosterd. Passagiers die niet gewond waren geraakt begonnen met het helpen van gewonden. En toen kwamen er van alle kanten sirenes. Echt een ongelofelijke kakofonie.


Ik keek op m’n horloge. 10.45 uur. Om 11 uur sloot het Vrije Volk. Ik sprong in mijn auto en reed als een dwaas naar de Witte de Withstraat. Wij hadden als free-lancers een sleutel van de zijdeur met een goederenlift. Op naar de 4e etage waar de redactie zat, zette m’n handscannertje op een bureau van een redacteur en riep: ‘Ga jij maar luisteren, ik duik de donkere kamer in’. ‘Ja wat is er aan de hand?’ Ze hadden wel alle sirenes vanuit de kazerne Baan gehoord, 300 meter van de redactie vandaan maar niemand had de tegenwoordigheid van geest gehad om effe met de politie te bellen. De redacteur tikte razendsnel zijn artikel en ik had 10 minuten later wat afdrukken. Ik had weer de hele voorpagina, op 1 foto na. Paul Stolk, de állerbeste collega die ik ooit gehad heb liep aan de andere kant van de trein (hij woonde 500 meter van het ongeval vandaan) en daar werd een Russische consulaire delegatie uit de trein gehaald. Die had ik net effe gemist. Hij zou me vaker te slim af zijn maar daardoor heb ik er vreselijk veel van geleerd.
Ergens eind jaren 80 kreeg ik de vraag van het AD of ik eens naar Europoort wilde rijden waar binnenschippers aan het protesteren waren tegen het graanoverslagbedrijf Granaria. Ze zouden daar een stel duwbakken bezet houden. Nu bleken die dingen midden in de haven te liggen en niet aan de kant maar gelukkig was er een bootje van de KRVE, de roeiers die in de haven de trossen aan de wal vastleggen van grote schepen, en die wilde me wel even overzetten. Ik maakte foto’s van wat binnenschippers die verfbommen maakten
en dacht na een uurtje: ‘Ik heb het wel’, ‘Roeiers , mag ik weer terug naar de wal?’. ‘Weet je het zeker want de Mobiele eenheid komt eraan?’ Tja dan wordt alles weer anders en zo begon ik aan een klus die me drie maanden zou kosten. En me de tweede prijs in de Zilveren Camera wedstrijd voor de beste fotograaf van Nederland zou opleveren. En ja, ook hier zou Paul Stolk me weer te slim af zijn. Maar dat komt later.
Afijn, een kwartiertje verder zag ik wat blauwe politieboten de hoek om komen. De waterkanonnen gingen aan om die bezetters van die duwbakken af te spuiten.
Wat bleek het geval. Alle vervoer over water werd in Nederland via de schippersbeurs uitgegeven. Er waren teveel binnenvaartschepen in die tijd en men wilde de ladingen eerlijk verdelen zodat iedereen een boterham kon verdienen. Maar het bedrijf Granaria had berekend dat ze goedkoper zouden zijn met eigen schippers en eigen duwbakken. Dát mocht dan wel buiten de schippersbeurs om. En dat vonden die binnenschippers uiteraard niet leuk. Daarom kwam de bezetting van de duwbakken. Die waterkanonnen van de politie hadden echter een averechts effect. De dekken waren bedekt met graanstof en het water uit die kanonnen maakte er spekgladde troep van. Van het eerste peloton ME dat overstapte van de politieboten naar de duwbakken gleden gelijk twee ME-ers overboord. Precies tussen twee duwbakken in die langzaam naar elkaar toe dreven.
Ik liep zelf over het smalle gangboord (max 50 centimeter breed) maar had achter me een stel ME-ers die hun collega’s uit het water moesten redden. Ze konden er niet voorbij. Ik ben dus maar plat op de grond gaan liggen en liet de ME-ers letterlijk over me heen lopen. Maar bleef uiteraard wel door fotograferen. De ME-er werd uit het water getrokken maar had het niet naar zijn zin. Hij had al zijn zware kleding geprobeerd uit te trekken om te voorkomen dat ie zou zinken en verdrinken. Pistool kwijt, etc etc. Ik heb hem later nog eens gesproken en hij is een half jaar uit de running geweest. PTSD. Die ME-ers waren ook helemaal niet voorbereid op zo’n klus. In de opleiding van de politie is in de jaren daarna ook echt wel het een en ander veranderd. Deze middag leverde me weer een voorpagina op met bijna allemaal mijn foto’s behalve…. ja, die ene foto die ik niet gemaakt had: een binnenschipper die onder een dikke kabel hangend van de ene duwbak naar de andere duwbak vluchtte. Paul Stolk had ‘m wel. Ja, je kan niet overal zijn toch? ;-) De drie maanden daarna betekende voor mij elke maandag, woensdag en vrijdag een ritje van de Europoort naar de sluizen van Hagestein. Het duwbakkentransport van Granaria werd tot daar achtervolgd door de binnenschippers en een boel politieboten. En nadat het transport door de sluizen was bleven ze net zolang dicht tot ze een voorsprong hadden en de binnenschippers afdropen.
Tot op de laatste dag van het protest de binnenschippers met heel veel schepen het Granaria transport bij Gorinchem in de kant duwden en Minister Nelie Smit-Kroes-Peper, (geen idee meer welke burgerlijke staat ze toen had) ter plaatse ging.

Soms moet je gewoon op de goede plek staan.
Na fikse gesprekken en de toezegging dat er een opkoopregeling zou komen om de hoeveelheid binnenvaartschepen te verminderen staakten de schippers de achtervolgingen. Mijn serie won zoals gezegd de tweede prijs maar ook hier werd ik weer afgetroefd door Paul Stolk
die in dat jaar een fantaaastische foto had van de een sjekkie draaiende moordenaar van Gerrit Jan Heijn bij de reconstructie van de ontvoering. Nu had Paul heel veel jaloersmakende geheime info via zijn politievrienden. Daar kon ik niet tegen op. Terecht verdiende hij de Eerste Prijs! Helaas is Paul veel te vroeg overleden door nierfalen. Na zijn overlijden werd hij opgebaard in Cafe Rotterdam op de Wilhelminakade. Hinke, zijn vrouw, had gevraagd of 6 fotografen hem naar buiten wilde dragen naar de lijkauto. Dat wilden we wel doen maar toen wij de kist vastpakten bij de handgrepen kraakte het hout behoorlijk. ‘We zetten de kist wel op een wagentje’ zei de begrafenisondernemer. Nou, echt niet! Een grootheid als Paul gaan we dan maar schouderen. Ik had dat een keer eerder gedaan na het overlijden van collega Peter Molkenboer. En daar moesten we toen een ongans eind mee sjouwen over de begraafplaats. Bij Paul was het alleen de bedoeling hem naar buiten te dragen. Dus ik zeg: mannen, 1,2,3 en de kist rustte op onze schouders. Een, Twee, Een, Twee. Lopen! Fotograaf Richard van der Klaauw zou het fotograferen maar stond verkeerd en dook onder de kist door. Net op tijd. En zo liepen we door de voordeur. Vaarwel Paul. We missen je.
Midden in de nacht tijdens een gierende storm kreeg ik een belletje: Er zou in Krimpen ad IJssel een schip losgeslagen zijn en richting Algerabrug dobberen. Op naar Kralingseveer, een Rotterdams wijkje tussen de van Brienenoordbrug en de Algerabrug. De dijk was afgezet door een politieauto. Na het tonen van mijn perskaart mocht ik door maar kreeg nog wel een waarschuwing: ‘Pas op want hij drijft los op de rivier’. Het was echt stekedonker en het schip had ook geen verlichting. Ik kijk rechts en zie ene zwarte massa. Ik kijk langzaam omhoog, en omhoog, en omhoog….. Teringggg. Dat ding was zo groot als een behoorlijk cruiseschip en dobberde langzaam richting dijk. Een stuk verder hadden de brandweercommandant en de politiechef net bij de voordeur van een schattig dijkhuisje aangebeld.
‘Mijnheer, er ligt een bootje in uw achtertuin’. Echt, vijf meter voor het huisje van de dijk werd geveegd liep het schip aan de grond. Narrow escape.
Aan de andere kant: als ie de grote verkeersopstopping ‘Algerabrug’ van z’n fundering had gevaren had er misschien nu een filevrije tunnel gelegen. Gemiste kans.
Op een zondagmiddag kreeg ik een bericht binnen dat er een klein vliegtuigje is neergestort bij Tholen in Zeeland. Vier dodelijke slachtoffers. Laagvliegend ging ik er heen. Op een dijk stonden een boel politie en brandweerauto’s en ik meldde me bij de persvoorlichter. ‘Wacht maar even.’ zei hij, ‘Er komt nog een rechercheur en als die er is dan lopen we er heen. Je collega’s lopen al vooruit.’ En ik zag inderdaad een clubje van een stuk of tien mensen met camera’s tot hun enkels door 500 meter modderig wad ploeteren richting waterkant. En dan nog 500 meter naar rechts en daar lag heel ver weg iets wat op een vliegtuigwrak leek. Op dat moment wilde de politiehelikopter op de dijk landen. We stapten 20 meter achteruit en de piloot zwaaide naar de persvoorlichter. ‘Tja’ zei die, ‘Als ik kan vliegen ga ik niet door de bagger ploeteren.’, en hij, de rechercheur en ik hopten op de achterbank van de heli. Na wat rondjes gemaakt te hebben over het wrak,
de rechercheur zat in het midden en zat nog een rolletje in zijn camera te laden, landde de heli en de voorlichter zei: ‘Loop jij even naar je collega’s want de PD is nog niet vrijgegeven.’ Ik gaf hem een hand en zei : ‘Ik heb het wel, bedankt, ik ben weer weg’ en liep naar de collega’s . Waar Gerrit de Heus tussen stond, tot veertien dagen ervoor mijn werknemer tot hij voor zich zelf begon in Bergen op Zoom. Het gezegde ‘zijn ogen vielen uit zijn kassen’ was hier totaal van toepassing. ‘Waar kom jij vandaan ??????’. Ik zei hem: ‘Je hebt vroeger toch niet goed opgelet bij je baas’ Echt, of ie een spook zag. Zo jammer dat ik die foto niet gemaakt heb ;-)
Weer twee weken later schoof er een Bulgaars vrachtvliegtuig van de landingsbaan op Zestienhoven. Wij meldden ons zoals altijd bij Roland Wondolleck, de directeur van Zestienhoven. ‘Koffie mannen? Broodjes ?, want de crashsite is nog niet vrijgegeven door de Koninklijke Marechaussee.’ Zo ging het altijd. Niks te verbergen, alle medewerking. En het is niet overdreven maar ik heb teveel crashes gezien. Mijn 24e zou bijna mijn laatste zijn. Daarover later meer. Na enige tijd kwam er een telefoontje, wij liepen naar het platform, en met Wondolleck zelf achter het stuur van een bus reden de fotografen, verslaggevers en cameraploegen naar het tot zijn assen in het gras staande vrachtvliegtuig.
Zo, die is hier voorlopig niet weg zeiden we al. Meestal riep Wondolleck dan: ‘Wie er verder dan 10 meter van de bus gaat wordt door de KMAR verwijderd.’ maar hier konden we onze gang gaan. En ik zag links van het vliegtuig een heli van de politie. Ik liep erheen en vroeg aan de piloot: ‘Zie jij kans om mij tien meter omhoog te trekken zodat ik overzichtsfoto kan maken?’ Zijn antwoord: ‘Nee, daar heb ik veertien dagen terug mega gesodemieter mee gekregen.’ Hij herkende me duidelijk niet dus ik zei : ‘Laat maar, dat was ik ‘ ;-) En ik liep maar weer terug.
Het arrestatieteam van de politie in Rotterdam was eigenlijk best een samengeraapt zooitje. Goeie mannen hoor, vakbekwaam maar qua uitrusting… Ze hadden een ouwe gepantserde Mercedes, ramen van twee centimeter dik en nog wat andere voertuigen, kogelwerende vesten en dat was het wel. Geen kogelwerende helmen of dat soort dingen, dat kwam pas na het tragische overlijden van de enige vrouw in het AT, Allegonda Gremmer. Zij werd bij een inval in een trappenhuis neergeschoten en overleed. De straat naast het bureau Marconiplein is naar haar vernoemd. De dader kreeg levenslang. Rijdende over de Schiekade naar de rijksweg 20 hoorde ik dat er een overval was bij een bankkantoortje op het Binnenwegplein, tegenover de voormalige Jungerhans. Beetje dom natuurlijk van die overvaller want daar staat 1 minuut na de melding een kudde agenten op mountainbikes voor de deur. Hij kwam dus niet meer weg. Maar naar buiten kwam ie ook niet. 180 graden gedraaid en ik hoorde over de scanner dat het AT op de Boompjes reed. Tegelijkertijd kwamen we op de Coolsingel aan. We hadden als pers net in die tijd een parkeerontheffing gekregen waardoor we de auto’s bij calamiteiten 24 uur per dag indien nodig vierkant op de stoep mochten parkeren. Nou, dit beloofde wel spektakel. Chef Bram van het AT zag mij en riep: ‘Dijkstra, hier komen’. Wat bleek: ze hadden nieuwe kogelwerende schilden aangeschaft en ze wilden wat foto’s van ‘in actie’ naar de leverancier sturen. Ik mocht onder dekking van de mannen met schilden mee optrekken naar de voorkant van de bank.
Daar werd de overvaller/gijzelnemer naar buiten gepraat en in de boeien geslagen.
In de verte zag ik de collega fotografen met lange telelenzen foto’s proberen te maken terwijl ik er op 3 meter naast stond met een groothoeklens. Tja, in de media gelden eigenlijk maar twee regels: Wie ken jij en wie kent jou ;-)

In de wijk Overschie woonden twee families, C. en van den B. En die hadden door hun criminele bezigheden een beetje hekel aan elkaar om het voorzichtig te zeggen. Dan weer werd er een uit de ene familie omgelegd, als wraak werd er een uit de andere familie een paar weken later weer richting eeuwige jachtvelden geholpen. Tot er op een moment een auto werd aangetroffen waar aan twee deurportieren touwtjes werden ontdekt en na nader onderzoek een handgranaat onder de chauffeursstoel bleek te liggen.
Als C. zijn auto had opengemaakt was ie een paar seconden later ontploft. En toen was het OM het spuugzat. Midden in de nacht kreeg ik een bekende stem aan de lijn die zei: ‘Half vier bureau Marconieplein.’ en er werd opgehangen: tuut tuut tuut. Uiteraard herkende ik de stem wel. Vijf over half vier reden tien zwaar bewapende Mercedessen de poort van het bureau uit richting Overschie, waar bij enkele huizen de voordeur eruit ging en wat geboeide familieleden van C. en bij andere panden familieleden van den B. gearresteerd werden.

Blij dat iemand me waarschuwde hoewel er bij de politie bijna de doodstraf stond (en staat) op omgaan met de pers.
Op de Korte Dam in Schiedam was er midden in de zomer vroeg in de ochtend paniek nadat er schoten waren gelost in een bar.
Het AT kwam ter plaatse en op dat moment werd er een barkruk door de ruit naar buiten gegooid. De politiehond werd losgelaten maar in plaats van dat hij de dader in z’n been beet greep de hond de barkruk. Gelukkig waren de AT leden alerter en werd de dader snel geboeid en afgevoerd. 

Soms zat je heel lang te wachten tot er wat gebeurde, soms was je te laat en andere keren was je echt letterlijk op tijd. Van de Telegraafredactie kreeg ik de opdracht om naar Middelburg te rijden waar een gijzeling zou zijn. Tegenwoordig interesseert het de hele redactie niet meer en als er geen foto’s van het ANP komen dan is het domweg niet gebeurd. Maar toen vonden ze het nog belangrijk om ander beeld te hebben dan andere kranten. Ik ging met grote haast naar Middelburg waar, toen ik aankwam, een tiental collega’s al ettelijke uren aan het wachten waren. Ik stapte uit mijn auto en op dat ogenblik kwam de gijzelnemer geboeid en onder een deken naar buiten. Ik kon nog net op tijd mijn telelens op mijn camera zetten, druk een paar keer af en zei tegen de collega’s: ‘Nou, dat was het dan’, en ging weer naar huis. Als ik het laatste stoplicht rood had gehad dan had ik twee uur vergeefs in de auto gezeten. Net op tijd. 

Het vele, professionele, contact met het AT gaf vertrouwen bij die jongens en ik werd op een bepaald ogenblik ook uitgenodigd om een oefening bij te wonen, en die gasten uiteraard een serie góede foto’s te bezorgen. Want heel veel van hun vaak spectaculaire acties waren zo geheim dat ze nooit het nieuws haalden. Ze zouden het enteren van schepen gaan oefenen. Binnen 1 minuut 15 man en een hond aan boord van een schip brengen. Ik werd ook in een uniform gehesen zodat ik als ik onverhoopt overboord zou vallen in ieder geval zou blijven drijven en het niet koud zou krijgen. Het was halverwege januari. Bij de eerste acties op de oude Maas zouden ze een boot van de zeehavenpolitie enteren. Hard aan komen varen en snel de railing over. 



Daarna werden toevallig passerende schepen opgeroepen of ze ook een keer mee wilden werken. Die schippers hadden de dag van hun leven ;-)


Die scanner was voor de invoering van het niet af te luisteren C2000 best wel handig. Ik had wel wat geheime frequenties opgespoord en dat was wel handig. Zodra daar wat op te horen was dan kwam er snel actie. Zo ook bij Feyenoord wedstrijden. Op het voorplein van de Kuip klitten groepjes hooligans samen waar dan heel rustig wat politiemannen in burger steeds omheen gingen hangen. Ja, ook al kénde ik ze niet allemaal, je herkende ze van grote afstand alleen al door hun kleding en manier van lopen ;-) Maar goed, die hooligans hadden niks door. Zodra er een aangehouden moest worden kwam een ME busje langzaam aangereden en 10 seconden voor hij ter hoogte van de hooligans was ging de deur open,
trokken de politiemannen de hooligan letterlijk achterover en schoven hem zo de ME bus in, waar de politiemensen ook indoken. En wég. Eén hooligan afgevoerd en de achterblijvenden hadden geen flauw idee wat er nou eigenlijk gebeurd was. En na een kwartiertje of zo kwamen die politiemannen weer van alle kanten aanlopen en begon het feestje voor de fotograaf opnieuw.
Er was een melding van een huisarts die door een junk gegijzeld zou worden op de hoek van de Heemraadsingel en de CP Tielestraat. Die wilde zeker drugs scoren. Oeps. Dat werd een probleem want op alle hoeken waren de straten door de politie afgesloten. Ik dacht: ‘Ik ga het anders doen.’ en liep door het steegje achter de CP Tielestraat en klopte op de tuinpoort van een huis. Het was hoog zomer dus de bewoners zaten in de tuin. ‘Hallo, ik ben van de krant. Mag ik misschien even van een raam aan de voorkant van uw huis gebruik maken?’ ‘Ja hoor,’ zei de bewoner, ‘Ga je gang, er zit er al een’ ‘Te laat.’ dacht ik. Er was me iemand voor. Ik kwam op drie hoog en daar bleek er een van het AT te zitten. Uzi tegen de schoorsteen, verrekijker aan z’n ogen, portofoon in z’n hand. ‘Pak jij het rechter raam, want als ik moet schieten zit je ertussen’…. ;-) Ja hoor. Komt goed. :-) En we zien de gepantserde Mercedes aankomen van het AT.
Even later horen we een deur ingetrapt worden en nog een paar seconden later over de portofoon: ‘Man aangehouden, de dokter is oke.’
Ik sprintte snel drie verdiepingen naar beneden en liep de straat op. Terwijl honderden meters verder de collega’s met lange telelenzen stonden, had ik aan mijn groothoeklens genoeg. Jammer jongens ;-)
Er kwam een melding van een verwarde man die op het dak van Station Schiedam Nieuwland zou staan en naar beneden wilde springen. Het bleek een afgewezen asielzoeker.
Dan komt er een heel circus op gang, verkeersafzettingen, brandweer met springzeilen, onderhandelaar van de politie en nog veel meer. En pers dus. Dan proberen we wel om geen stoorzender te zijn en niet op te vallen want je wil niet hebben dat ie door jou naar beneden springt.
Terwijl de onderhandelaar links de man probeerde de aandacht van de man zijn richting op probeerde te houden klom het AT aan de andere kant ongezien het dak op .
Dat ging niet helemaal volgens plan want vanwege veiligheidsmaatregelen moesten de mannen aan elkaar gekoppeld worden. En die touwtjes waren iets te kort. Daarom ging een politiehelikopter achter de onderhandelaar hangen. Dat hielp. En zo werd de man tegen de grond gewerkt. Nou, tegen het dak dan.

Verwarde mensen zijn van allen tijde trouwens. Deze man in onderbroek dreigde de Maastunnel op te blazen. Nou ja, met een heel kort lontje zullen we maar zeggen.
Niet iedereen is altijd blij als ze een camera zien. Een rochel was nog het minst wat ik naar m’n hoofd kreeg.
Oke. Ik deed ook wel eens domme dingen. Na een melding van een BTGV (een benaderingstechniek gevaarlijke verdachten) had ik mooi zicht maarrr, het kan altijd beter denk je dan.
Dus ik liep nog een paar meter verder en ik keek plotseling in de loop van een paar politiepistolen. Gauw wegwezen.
Ik kreeg wel een belletje van de commissaris die me wilde vertellen dat het niet zo handig was. Ja dat wist ik ook wel. Schrale troost was dat de politie ook wel eens op elkaar stond te richten. Een man probeerde onder bedreiging van een pistool voor te dringen bij een autowasstraat. Ik hoorde het kenteken en dacht, laat ik eens bij die andere wasstraat gaan kijken. En ja hoor, daar stond ie.
Nou had ik al sinds halverwege de jaren 80 een mobiele telefoon in mijn auto en dan was een rechtstreeks belletje naar de Vlaardingse meldkamer zo gemaakt. Kan ook niet meer tegenwoordig. Je bent een paar minuten bezig voor je bij iemand je melding kwijt kan.
Oud collega Dick Sluijter die naar Frankrijk was geëmigreerd, was een weekje over en logeerde bij mij. Hij vroeg of hij de klussen mocht doen op deze zondag want hij miste het fotograferen wel erg. Dick ging op weg met mijn camera’s en mijn auto. En toen ging de brandweerpieper af: ‘Helikoptercrash op de Maasvlakte’. GVD. Dan maar met een set reservecamera’s op de motor. Terwijl ik er heen reed hoorde ik via m’n headset van de Telegraafredacteur wie er in zaten : Collega’s Ben Wind, Rob Cloosterman en vriend Ed Oudenaarden waar ik eind jaren 70 als fotograaf begon bij Fotograaf Cor Vos. De proloog van de Tour de France die dat jaar in Rotterdam zou starten had een oefenrondje over de Maasvlakte gemaakt toen het helemaal verkeerd ging. De heli was neergestort in de struiken.
Daar aangekomen werd het gelijk herrie met de politie. Terwijl voetgangers en fietsers nog gewoon door mochten lopen en fietsen moest ik weg. Handen voor de lens. Nu hebben wij als pers wettelijk een bijzondere maatschappelijke positie. Zolang we niet in de weg lopen of gevaar vormen voor sporen dan mogen we in principe doen wat we willen. Maar, dat weet menig agent niet. Die leren op school dat zij het op straat voor het zeggen hebben. Ja… Totdat je een (foto) journalist tegenkomt.
Dan maar even een paar meter verder weg gaan staan.
En toen liep het echt uit de klauwen. Ik laat me niet wegsturen als ik weet dat ik het recht heb om daar te werken. Dan maar aan laten houden dan zoeken we achteraf wel uit wie gelijk heeft.
Na een uur of wat geboeid in de hete zon gezeten te hebben kwam er een inspecteur die het allemaal wél begreep.
Dan word je vrijgelaten en kan je weg. Toen pas ben ik in elkaar gezakt en heb een kwartier zitten janken naast mijn motor. Er waren vier mensen om het leven gekomen. De piloot, de voorlichter van het Havenbedrijf die ook in de heli zat en fotografen Rob en Ben die ik ook wel kende. Ed Oudenaarden had het overleefd. 23 Vliegtuigongevallen had ik gefotografeerd en geen traan gelaten en nu sloeg ik echt door. Twee dagen later hoorde van de redacteur dat ík eigenlijk in die heli had moeten zitten maar dat hij vergeten was om de uitnodiging door te sturen. Mijn moeder riep altijd al: ‘Er is meer tussen hemel en aarde’. Nou ja, het was mijn tijd nog niet kennelijk. Toen ik een week of wat later bij Ed in het Dijkzigt ziekenhuis op bezoek ging was het eerste wat hij vroeg: ‘Heb jij foto’s ?’. ‘Ja Ed, maar niet dankzij de politie , meer ondanks de politie.’ Hij kon zich echt niets meer herinneren van het ongeval waar hij helaas een dwarslaesie aan overhield. Hij heeft het fotograferen ook totaal afgezworen en wil ook geen contact meer met oud collega’s. Jammer want het was een topfotograaf. Anderhalf jaar later toen ik de Officier van Justitie eens belde wanneer hij me nou eindelijk eens ging vervolgen voor het niet voldoen aan bevel of vordering moest ik langskomen bij het OM. Nou wist ik allang dat hij geen zaak had en zijn antwoord was dat ie nog wat aan zijn proces verbaal moest sleutelen. Toen ging ik echt uit m’n dak: ‘Serieus, moet jij aan je proces verbaal sleutelen om mij te vervolgen?’ Lang verhaal kort, nooit meer iets van gehoord. Maar in de omgang met de politie ging het nog lang daarna stukken beter. Het verhaal over de onterechte arrestatie van een journalist was ruim door het korps gegaan.
Alle collega’s kregen wel eens klappen van de politie, Pim Korver was vaker dan eens de pineut.
En mijn arrestatie was niet de enige keer hoewel deze dames wel gevoelig waren voor mijn argumenten.
Op Rotterdam zuid reed een brandweerwagen eens tegen de wiek van de ambulancehelikopter. Dat zijn toch rare dingen die je dan moet invullen op de schadeformulier. Maar de heli mocht niet meer opstijgen ook al was er maar een schilfer verf vanaf. 
Er vallen toch nog regelmatig vliegtuigjes uit de lucht maar deze was wel heel bijzonder. Parachutisten hebben hun oefenveldjes in de buurt van Rhoon . Maar bij het verlaten van het vliegtuig ging bij een parachutist zijn scherm te vroeg open en bleef hij aan de staart van het vliegtuig hangen. Hij gooide zijn parachute af en kwam met de reserve parachute veilig op de grond maar het vliegtuig stortte neer door de rare manoeuvres. De piloot kwam om het leven want dat was de enige zonder parachute. Sindsdien moet iedereen er een om hebben aan boord. Ook deze fotograaf die later eens mee mocht.

Het is wel iets hoor dat entertainment. Het team doet zijn uiterste best maar het is veel gericht op jonge mensen en die lieve lezers…., juist, die zijn nu tijdens deze Atlantische oversteek veel minder aan boord! Ik vind het een gemiste kans en desinteresse in je gasten want continue klinkt de keiharde nietszeggende beat langs het zwembad. Okay, achterop is nog een kleiner zwemparadijs en daar lig je rustig….althans, volgens mijn vent ook niet, want daar draaien ze momenteel kerstmuziek, yes! 😍 In ieder geval wel op een normaal volume. Gisteren in Bridgetown zijn er weer nieuwe gasten aan boord gekomen en het is wellicht lelijk van mij om te zeggen maar het niveau gaat lager en lager. In de loop der jaren na de corona zijn we dat meer en meer gaan merken. Er zijn heel veel cruisemaatschappijen met talloze schepen, groot, groter, groots voor oud en jong. Omdat de concurrentie moordend is ligt de lat om passagiers tevreden te houden hoog en de prijs wordt dus lager. Er is overcapaciteit lijkt het en misschien is het ook hierdoor dat veel is toegestaan. De kledingvoorschriften en het gebrek aan naleving van de gedragscodes zijn hier het bewijs van. Ook nu tijdens de ‘Elegance avonden’ worden korte broeken en chauffeurhemdjes getolereerd. ’s Middags tijdens de lunch lekker in een zwembroek langs een buffet wandelen, man, man, man, het is een ding. En hoeveel mensen met moeilijke voeten ik heb gezien! 😉 Het zal best een modebeeld zijn, slippers en sokken, maar waarom ga je op die vreselijke plastic Adidassen en een trainingspak naar het diner! Serieus, het slag volk dat niet zou misstaan in ‘Tokkie Town’. 🤭 De Virtuosa heeft ook iets wat we nog niet eerder hebben gezien. Namelijk, hun eigen beveiligers! We hebben een praatje met hen gemaakt en er zijn dus reizen dat ze geregeld moeten ingrijpen omdat passagiers zich misdragen en zelfs met elkaar op de vuist gaan. Bijzonder om te horen maar als we hier zo aan boord in het rond lopen zie ik het wel voor me want bij een volle bezetting lopen er gewoon 6000 gasten rond! 😳 Voor nu valt het allemaal mee. Volgens de telling is het momenteel de helft van dit aantal. Er is daardoor altijd wel een bedje bij het zwembad, zon of schaduwkant, de wachtrij voor een drankje of iets te eten is bijna nihil. Kortom, het is gezellig druk vinden wij. Vanaf Martinique zal dit veranderen want dan gaat de Virtuosa korte trips maken variërend van 7 tot 14 dagen en iedere keer met een full-house bezetting.
Tijdens de zeedag varen we langs Martinique waar we op de terugweg van boord zullen gaan. Het kleine puistje in zee rechts ( Le Diamant) krijgen we later nog beter te zien.
Zo dichtbij land is het leuk hoe de verschillende vogels met ons meevliegen.
Even lachen en zeker het vermelden waard: moeders en Jan zitten op de negende verdieping bakboord en wij stuurboord. Voor het diner spreken we dan een tijd af op onze verdieping bij de liften. Als ze er nog niet zijn dan oefenen mijn vent en ik in de ruime hal onze danspassen.
In de morgen naderen we de plaats Basseterre op St. Kitts. Vanuit de verte kan ik in de haven al een cruiseschip zien liggen en achter ons komt deze dame aanzetten. Later op de dag komen er nóg twee bij en liggen we dus met zijn vijven! Dat is wat ik hierboven ook al beschreef, het is een vreselijk toename van deze manier van vakantie vieren op het water.


Als we aan land gaan zien we wel een leuke ontwikkeling:
aanbieders van excursies buiten de maatschappijen om, én taxichauffeurs mogen alleen achter een rij hekken hun waar aanbieden. Je wordt er niet meer mee overvallen en nee is nee.
We hebben een excursie geboekt via de MSC, maar die is pas in de middag. De ochtend besteden we dus om het centrum van Basseterre te verkennen. Ze hebben er hier handig op in gespeeld dat er zoveel cruiseschepen komen want het is een groot openlucht tax-free shopping centrum. Je hoeft geen rekenwonder te zijn om te bedenken hoeveel mensen er per week komen! Deze grote hoeveelheid winkels maakt wel dat je weinig last van de drukte hebt. Het vermoeden is ook dat de winkels allemaal van de cruisemaatschappijen zijn.
De Engelse invloeden zijn nog steeds goed herkenbaar op dit eiland.

Na de lunch gaan we dan op weg naar het afspreekpunt op de kade voor de excursie! Dat heeft nog even wat voeten in de aarde want hoe we ook communiceren, het lijkt af en toe niet te lukken om met zijn vieren op dezelfde plek en tijd te verschijnen. Het blijft hilarisch maar soms…..grrrrom😡, is het een dingetje hoor. Komt bij dat het mobiele netwerk hier pet is en we dus niet zo makkelijk elkaar een belletje kunnen geven. Nou goed, uiteindelijk blijkt dat we ons voor niets gehaast hebben. Want de afgesproken tijd van 13.15 uur is slechts een richtlijn stelt de allervriendelijkste dame van bordjes voor groep 27 en 30 vast. Antilliaanse tijd… Plus of minus 1 uur. Of zo. 🤣
En ja, zo gaat de klok intussen al naar 14.00 uur als onze chauffeur zich met de bus komt melden. 😳 Als alle acht bussen compleet zijn dan vertrekken we richting de trein. De rit over het eiland is prachtig maar gaat niet snel. Er steken koeien, schapen en geiten over de weg, iemand heeft zijn auto gewoon laten staan omdat ie even een praatje is gaan maken en alles heeft de uitstraling van ‘maak je niet druk, daar is het te warm voor’. 😊Vanuit de koele airco bus aanschouwen wij het allemaal. Zoals het gezegde is; ‘Mens, verbaast u niet maar verwonder u slechts!’
Onze gids (een Oekraïner) is pas bij MSC begonnen en het is zijn eerste excursie op dit eiland. Dat is te merken want naast dat ie zo onzeker is kan de arme man de chauffeur slecht verstaan waardoor zijn vertaling van het Engels naar Duits voor hilarische momenten zorgt. Wij zitten net achter de chauffeur en mijn vent gaat zich er mee bemoeien. “Je kan beter op de stoel van die gids gaan zitten!” zeg ik gierend van de lach als het weer misgaat. De gids is inmiddels al zo hulpeloos dat ie mijn vent inderdaad vragend aan kijkt voordat ie de microfoon pakt om iets te gaan zeggen.
Dan zijn we bij de trein. Je kan beneden en boven zitten. Beneden is er airco en boven is er arko…. Alle ramen kunnen open. 😉 Het waait heerlijk door.
Het is een geweldige rit en een wonderlijk mooi landschap trekt aan ons voorbij! Saint Kitts is het enige eiland in de Caribbean met een spoorlijn. Die werd tot enkele tientallen jaren geleden gebruikt door goederentreinen voor de afvoer van suikerriet naar de fabriek. Dan zien we plotseling twee achter elkaar liggende vulkanen: Nederland! Sint Eustatius en Saba.
Een optreden van inheemse indianen en een rumpunch van een charmante dame maken het compleet.
In de bomen zien we koe-reigers.
Deze chauffeur met zijn vrachtwagen volgt ons het hele traject om de slagbomen te sluiten en te bewaken.


Aan het einde van de treinrit staan de bussen weer te wachten. Doordat het hier allemaal so easy gaat zijn we net voor de ‘all onboard’ tijd terug. Gelukkig voor onze gids want bij een georganiseerde excursie via de maatschappij is het aan de laatste om ons weer op tijd aan boord te krijgen. We zijn versleten van de middag want het was erg warm maar het was zo ontzettend leuk! Vanaf het bovendek genieten we van de afvaart.
We zijn er net en er breekt een enorm noodweer los. Gewoon horizontale regen!
De volgende morgen worden we wakker in St. John’s op Antigua. Ook dit keer zijn we niet alleen. Om aan te geven hoeveel schepen er zijn, we zien iedere dag verschillende namen en weinig dezelfde schepen! Ook hier in St. John’s is het op en rond de kade een waar tax-free shopping paradijs waar wij iedere keer toch weer iets leuks kunnen vinden.
De kerstsferen zijn al aanwezig! 





Het einde van de reis komt in zicht. Vrijdag is het nog de beurt aan de havenplaats Roseau op het eiland Dominica. Zaterdag zullen we dan in Fort de France op Martinique van boord gaan.
Het eiland Dominica begroet ons met stevige regenbuien. Het zijn van die korte tropische buien. We starten dus rustig en gaan later op de ochtend van boord. Ook hier op de kade een scala aan mensen die een excursie aanbieden. Het is altijd even babbelen, weglopen en weer babbelen voor een geschikte prijs. Tijdens dit al komen Rob en Marjan (vrienden van vrienden die ook aan boord blijken te zitten) aanlopen. Zij willen ook wel mee met ons dus het onderhandelen over prijzen met de aanbieder gaat weer beginnen maar al snel zijn we eruit en gaan op pad.
Langs een monumentje voor de oudste inwoonster van Dominica: 128 jaar !
We zien heel veel tropisch fruit in het wild.
Onze gids is een aardige vent met leuke informatie over het eiland en gelukkig ook een goed chauffeur. Over smalle, steile en kronkelige weggetjes brengt hij ons naar de mooiste plekken.
De pappa en mamma watervallen. 
En stinkende zwavelbronnen.
“Kijk, nog een kanarie!” lacht mijn vent als ie deze heer van een andere groep ziet. We zijn inmiddels wat melig dus ik moet de andere kanarie vergezellen. Alles voor de foto. Beetje flauw maar het moment is grappig!


Ja, ook een land met 40.000 inwoners heeft een presidentieel paleis.
Na een trip van zo’n drie uur zijn we terug in het centrum. We lunchen met elkaar aan boord en zoeken dan het zwembad maar weer eens op.
Tegen de avond worden de trossen losgemaakt en maken wij ons op voor de laatste avond op de Virtuosa,
die inmiddels ook in kerstsfeer is.
We nemen afscheid van onze tafel bediening, stuk voor stuk, leuke lieve hardwerkende mensen. De meesten zijn acht maanden aangesloten op zee, ver van huis, gezin en familie. Zeven dagen per week, elf uur per dag. Wel voor een redelijk salaris horen we, 2000 euro per maand. Plus kost en inwoning natuurlijk.
Voor 23.00 uur zetten we de koffers buiten op de gang, die zullen we morgen op de kade weer terug zien.
Gezien het aantal koffers gaan er hier vandaag niet heel veel passagiers van boord. Veel zullen nog een weekje langer wat andere eilanden bezoeken.
Roel neemt een taxi naar het vliegveld, ongeveer 10 kilometer, waar hij de huurauto ophaalt.
Dan is het puzzelen en meten om de koffers in de auto te krijgen.
Lekker Frans hier. Franse auto’s en Franse nummerborden.
Bij aankomst in hotel Karibea in Saint Luce blijkt dat er dit weekend een groot kerst-event is. Er zijn kraampjes en muziek optredens. Al met al heel druk en gezellig.


Het hotel valt tegen, het complex is aan renovatie toe.
Gelukkig zijn de kamers goed schoon en het zwembad heerlijk.
Helaas hebben we niet echt van Martinique kunnen genieten want alle vier zijn we snipverkouden. Met name moeders en Roel hoesten als valse herdershonden. Het is soms griezelig om te horen. 


Er zijn leuke tentjes op het strand. 

Zo gaan de dagen hier helaas anders voorbij dan we gedacht hadden. We verkennen het eiland wel maar genieten er niet zo van als we gehoopt hadden.
Ook de Diamant duikt weer op.
Een stukje verder staat een slavenmonument waar wat Amerikanen omheen staan en de Black Panther groet brengen.
Alles voor de selfie.
Op een strand dat op internet omschreven werd als de mooiste van Martinique waren ook sanitaire voorzieningen. Douches en wc’s. Nou…. laat maar. 🤮
Net naast het hotel zitten een paar eettentjes waar het eten 5x beter is dan in het hotel.
Donderdagmiddag slepen we alle bagage weer in de huurauto en brengen die terug naar het vliegveld. Onze vlucht met Air France zal ons eerst naar Parijs brengen en vandaar vliegen we door naar Amsterdam. We hebben een prima vlucht en eigenlijk gaan de uren best snel voorbij. De trein en als laatste de auto brengt ons allemaal weer veilig thuis. We kijken terug op een mooie cruise cq. vakantie en zijn blij dat we dit zo met elkaar hebben mogen doen. Ondanks de toename van de cruiseschepen blijf ik het een super leuke manier van reizen vinden. Er is zeker verschil in de maatschappijen en de HAL blijft voor mij nog steeds de beste. Eigenlijk hangt de beslissing om te boeken af waar de cruise heen gaat en wat de prijs is. Het leven hoeft niet zo moeilijk te zijn…. De volgende dag ga ik in de voortuin wat kerstverlichting aansluiten. Als ik weer binnenkom zie ik mijn vent bij de kalender staan tellen. “Wat doe jij nou? Jij hebt toch niet veel met kerst?” vraag ik hem. Hij kijkt me vreemd aan,….Juist, ik begin het te snappen!

We beginnen onderin bij Peschiera del Garda waar we op de camperplaats net buiten het levendige centrum nog een plekje vinden.
Het is nog steeds zo warm, zeg maar snikheet, en de camperplaats heeft totaal geen schaduw! 😳 We puffen wat, drinken wat en gaan dan met de fiets richting het meer. Gelukkig is dat ook dichtbij en zo staan we even later in het water. We koelen er niet echt van af want de temperatuur van het water is eveneens warm. Bij een strandbarretje doen we een lekker drankje en gaan dan terug naar de hut.
De camperplaats is vrij nieuw en het sanitair is prima. Na de douche vertrekken we richting de wekelijkse avondmarkt. Helaas is die niet wat we ervan verwachten, komt wellicht ook door de vreselijke hitte. We zijn er in ieder geval snel klaar mee.
Daarna zoeken we een restaurant en ploffen neer op een terras dat op een ponton in het water ligt. Daar genieten we van het diner.
Na nog wat slenteren door de smalle straatjes gaan we terug naar de hut, zetten de airco hoger en doen de rest van de avond niets meer. 😊
Na een benauwde broeierige nacht besluiten we hier weg te gaan. Het blijft de komende dagen nog steeds heel warm en het is, ondanks de airco, echt niet uit te houden. Zo rijden we langs het meer naar boven richting Torbole. Ik heb hier heel veel jaren geleden gefietst en verbaas me nu dat ik zelfs het meer eens heb rondgereden…. 🤔 In Torbole zit het echter niet mee, de campings zijn allemaal vol! Onze laatste hoop is camping Arco Lido maar ook daar zien we vanuit de verte al een bord met de tekst ‘completamente’. 😞 ‘Ga jij eens vragen of ze echt vol zijn!’ dirigeert mijn vent. ‘Ga zelf maar hoor, jij hebt altijd meer mazzel.’ zeg ik bitsy terug. 😡 Hij springt uit de camper en ik zie hem druk praten met de receptioniste. Daar komt ie terug rennen, ‘Zo dat is gelukt, we hebben in ieder geval voor 1 nacht een plekkie!’ 😳Serieus, hoe die vent van mij dat toch altijd voor elkaar krijgt, geen idee! Het is ook nog eens een prima plaats onder een grote boom dus met redelijke schaduw.
Na het installeren gaan we naar het meer.
Het is hier een stuk drukker, zeker met windsurfers en zeilboten.

’s Avonds bezoeken we het kleine centrum en zitten daarna nog lekker lang buiten voor de hut. In de verte klinkt onweer maar dit bereikt ons niet. Helaas kunnen we niet bijboeken want de vakanties in Italië zijn begonnen dus alles is gereserveerd. 😫Gisteravond hebben we al zitten bedenken welke route we kunnen gaan doen.
Eigenlijk willen we terug door Zwitserland maar naar wat we gehoord hebben zijn de Zwitsers streng aan het controleren op het gewicht van campers en caravans. De boetes liegen er niet om, zonde van het geld! 600-700 Euro is niks. En dan moet je ook nog uitladen. 🤨 Op internet heeft mijn vent een weegbrug gevonden op een industrieterrein in de buurt van Trento. Aan het begin van deze reis waren we op de weegbrug in Vlaardingen zo’n 300 kilo te zwaar. Iets wat mijn vent absoluut niet gelooft. Ik echter wel, zeker als ik de afgelopen weken heb gezien wat we allemaal meeslepen. De route hangt dus af van het gewicht. Bij de weegbrug komen we al snel tot de conclusie dat Zwitserland het niet gaat worden.
We zijn nog steeds ongeveer 300 kilo te zwaar! ‘Dat komt door al die rotzooi van jou die we meeslepen en waar je niets mee doet!’ 😡 moppert mijn kerel. ‘Neem nou dat strandkarretje, dat sjouwen we al drie maanden mee en hebben hem nog niet een keer gebruikt! Over je inloopschoenenkast ga ik het maar niet hebben!’ 😡 De rest van de opsomming zal ik jullie besparen. Langs de Weinstrasse en Caldaro/Kaltern waar Roel ooit als kind op vakantie ging
komen we bij Trento en schieten daar een kleine camping op. Deze ligt achter een hotel in een grote tuin met allemaal bomen. Hier nemen we de rest van de dag rust want het zal door de hitte komen maar er zijn momenten dat we elkaar echt niet zo leuk vinden hoor! 🤫 De volgende morgen rijden we lekker uitgerust over de Brennerpas richting Oostenrijk.
Zo belanden we in het Oostenrijkse Westendorf. In dit gebied bracht mijn vent vele skivakanties door. Het weer is omgeslagen en op camping Panorama plaatsen we in de regen de hut.
Zodra het droog is wandelen we via een een steil weggetje naar het centrum dat hoger ligt dan de camping. Door de regenachtige dag is het stil in de straten van het centrum maar dan zien we op een hoek een overdekt terras met muziek! Gezellig! 😊 Maar helaas, de regen komt weer terug en niet zo zuinig ook. Tsja, dan zit er niets anders op dan op het terras onder de parasols te blijven schuilen. Als de regen iets minder wordt wagen we het en stappen op.
Dan ineens komen we langs een restaurant die juist vanavond schnitzels aanbieding heeft! De keuze is niet zo moeilijk, zeker omdat het water inmiddels weer flink naar beneden komt.
Uiteindelijk stopt later op de avond de regen en komen we weer op de camping. Na al die wijntjes is het maar goed dat de weg bergaf gaat….zullen we maar zeggen. 🤣
Wat we hier verder doen: fietsen (ga ik niet meer doen met mijn vent 😫), wandelen (wil mijn vent niet meer doen met mij 😫). We verdwalen….
maar landen dan toch in Kitzbühel.
De volgende dag gaat het op de fiets richting Söll, waar we natuurlijk een Tyroler Gröstl en als toetje nog een apfelstrudel eten! 😍

Een kunstenaar heeft in zijn tuin een aantal beelden staan, waaronder deze Amerikaan compleet met kapot geschoten oor! 😳
Terug op de camping komen we in een hels kabaal terecht. 😳Tegenover ons staat een vouwwagen. Vanmorgen heb ik ze buiten zien zitten, een echtpaar met een kindje van ongeveer twee jaar. Ik weet, het is mijn aanname maar het is zo’n stel dat wortels eet en plastic verafschuwt, zeg maar. Na een kwartier brult dat kind nog steeds en nu harder en harder. 😳 De vrouw hoor ik niet, wel de man, ‘Wil je dan je bedje uit en spelen? Stop je dan met huilen?’ en zo gaat het door. 🤨 Het is tenenkrommend en ik kijk eens om me heen of wij alleen ons daar aan ergeren. ‘Als je als volwassenen zo gilt dan sluiten ze op in een dwangbuis.’ stel ik terwijl de andere campinggasten ook naar de herrieschoppers staren. Ik ken mezelf, dit gaat niet goed, ik moet me er mee bemoeien. 🤭 Met grote passen loop ik naar de overkant en roep in de tent van de vouwwagen, ‘Hallo, mag ik even iets vragen, gaat het allemaal goed hier?’ Echt, op een vriendelijke toon hoor! 😊 De man en het kind kijken me verstoord aan en dan komt het! ‘Let maar niet op haar, zij heeft namelijk stress omdat we morgen naar huis gaan!’ 😳 Echt, ik weet even niet wat ik moet zeggen en meer dan een langgerekt ‘Okay….’ krijg ik er niet uit. ‘Ja, het is wat, ze hebben zo een eigen willetje. Ik hoop dat ze zo beseft dat stoppen beter is.’ vervolgt de vader. 🤨 ‘Nou, ik en alle andere campinggasten hopen dat ook, ik kan mijn eigen man niet eens meer verstaan door dat gegil! Succes!’ 😡 roep ik boven het gegil uit en been weer terug naar de overkant. Links en rechts zie ik de andere buurtjes goedkeurend naar me knikken. De herrie gaat nog even door en dan is het stil, de tiran loopt buiten. Daar komt de moeder aan, die was gevlucht naar de douche zie ik. Grappig is dat je sommige dingen gewoon voelt want natuurlijk gaat die man klagen dat ie aangesproken is door die Nederlandse bourgondische wijndrinker van de overkant, ik dus! 🤣 Nou, maakt mij niet uit, de sirene is uit dus dikke prima! Kan het nog gekker? Ja, zeker! 😫 Uit de verte komt een andere worteleter aangelopen met haar net afgewassen boeltje. Ze stopt bij het echtpaar met de tiran en kirt dan, ‘Oh, gelukkig is ze weer stil ! Heel mooi, echt heel mooi van jullie! 🤭 Maar nog een vraagje ; zijn jullie wel eens in therapie met haar geweest?’ Als de vrouwelijke helft ontkent dan gaat ze verder, ‘Het kan zo vreselijk goed helpen, echt mijn ervaring is doen, doen, doen!’ Ze geeft allerlei voorbeelden en laat op het laatst het adres van de therapeut achter, ‘Doen hoor, echt doen!!!’ en ze fladdert weg. 😳Mijn vent en ik zitten in verbazing, het gaat om een kind van twee en die heeft stress!!! Sodeju, die gaat nog een zwaar leven krijgen. 😉 Maar ja, de oplossing die mijn ouders hadden mag niet meer. Mocht ik al het lef hebben om zo te gaan gillen dan was de keus een tik met de linker of rechterhand.
Na drie dagen reizen we verder en komen we via Augsburg,
en Heidelberg,

in Sankt Goar terecht. Allemaal stuk voor stuk verrassend leuke plaatsjes! Met name Sankt Goar dat langs de Rijn ligt. 😍



De camperplaats waar we staan ligt schuin tegenover de 132 meter hoge rots waarop het beeldje van de Loreley staat. Volgens de legende was zij een zeemeermin die op deze rots zat en haar gouden haren kamde. Met haar prachtige lied leidde ze schippers af. Die letten niet meer op hun koers en zo kon het gebeuren dat hun schepen op de rotsen vergingen. Op de fiets klimmen we naar haar beeld toe en genieten van het uitzicht.

We maken een vaartochtje tussen Boppard en Sankt Goar.

En gaan met de kabelbaan omhoog naar de Vierseenblick waar je uitkijkt over een enorme bocht in de Rijn. Het lijkt wel wat op Horseshoe-bend in Amerika. Maar dan anders.

De wandeling naar beneden moet je bij regen niet doen denk ik.
We sluiten af met een gezellige avond en kort nachtje op de camperplaats in Eerbeek bij Roel zijn zus en zwager. 😊
Het waren drie mooie maanden waarin we heel veel hebben gezien! 😍 Er zijn landen en plaatsen waar we niet meer naar terug hoeven, gewoon omdat het onze interesse niet kon krijgen. Maar er zijn ook plaatsen, zoals de steden langs de Rijn, waar we zeker weer eens heen zullen gaan. Voor nu willen we jullie allemaal bedanken voor het meereizen en de leuke reacties op ons blog! 😘 Is het heerlijk om weer thuis te zijn? Zeker wel! De afgelopen week was druk: met een kapmes door de tuin en een mega berg wasgoed!
Maar ook gezellig: een etentje met moeders en Jan, en het stelletje uitzwaaien. Zij zijn een weekje met het MS Rotterdam vanuit Rotterdam naar Noorwegen. Nou, als we toch in de stad zijn dan pakken we de zaterdag traditie maar weer op en doen een wijntje in de markthal bij Pinchos.
En last but not least: het feest bij Frans en Mirjam. Dit was weer super gezellig en ook al lust ik geen oesters….🤮
dit is ook wel het vermelden waard: ik heb een vega-hamburger gegeten.
Zo Frans, het staat zwart op wit. Oh ja, ik moet er nog bij vermelden dat het best lekker was. Alhoewel dat kan ook aan de cheddar cheese of de drank gelegen hebben! 🤣
Vandaag de dag zie je alleen nog aan een anders gekleurde rij straatstenen met soms een metalen strip waar de muur stond.
Het wisselen van de wacht op de Unter der Linden, de ‘Champs Elysees’ van Oost Berlijn.
De Oost Berlijnse Mühlenstrasse. Toen vanuit de auto want de volkspolizei in Oost was er niet zo happig op dat de muur van de oost kant gefotografeerd werd om voorbereidingen van ontsnappingspogingen te voorkomen .
Nu is dit een van de stukken waar de muur (na de aanvankelijke sloop) is teruggezet en het een walhalla voor graffiti kunstenaars is geworden.
Het Volkspaleis, volgens mij toen het hoofdkwartier van de SED, de communistische partij van de DDR,
is zelfs totaal gesloopt en er is een parkje voor teruggekomen.
De Brandenburgertor die toen in een totaal lege vlakte stond
en waar de muur op praktisch een paar meter omheen liep.
Alleen de rij klinkers net boven de onderkant van de volgende foto verraadt waar de muur stond.
Het Sovjet gedenkteken in West Berlijn waar Russische soldaten nog lang na de val van de muur de wacht hielden.
Het monument zal niet gesloopt worden, uiteindelijk is het een eerbetoon aan de 25 miljoen Russen die hun leven hebben gegeven in de Tweede Wereldoorlog. Maar gezien de gebeurtenissen in Oekraïne van de laatste jaren weet ik niet of ze er in Berlijn nog zo blij mee zijn.
Het Pergamon museum in Oost Berlijn.
36 jaar later is het een grote bouwplaats.
De Rijksdag waar minder dan een jaar later op 3 oktober 1990 Duitsland weer verenigd werd en waar ik ook bij was.
Ook hier nu een grote bouwplaats.
En een laatste foto, weer van Checkpoint Charlie, waar in 1989 de eerst Trabi’s over de grens kwamen.
Hoe het allemaal begon? Gunther Schabowski van de SED hield een persconferentie en versprak zich. ‘Dan mógen jullie reizen. En dat gaat direct in’. De beelden zijn bewaard gebleven !
Het originele grenshokje van de Amerikaanse militairen is in de jaren 90 verdwenen, waarschijnlijk gesloopt. Maar speciaal voor de toeristen is er iets wat er op lijkt teruggezet. Waar gegarandeerd nooit een Amerikaanse militair in op wacht gestaan heeft. Ach, alles voor de commercie….
Tot zover weer één van de vele mooie bijzondere verhalen uit de carrière van mijn vent. 😊 We zitten dus in Berlijn! Bij het zoeken naar een camperplaats kwam ik op de site van Wohnmobil Oase. Zo goed als in het centrum, mét voorzieningen en een stevige prijs van 32,50 euro per nacht maar wat wil je in een mega stad! 😊 Gelukkig zag ik nog net op tijd in de reviews dat reserveren, ondanks de hoeveelheid plaatsen van 100, wel aan te raden was. We hebben geluk en kunnen boeken tot 1e Pinksterdag. De planning is om de 200 kilometer die we moeten rijden te splitsen in twee stukken, zeker omdat we Leipzig pas aan het begin van de middag verlaten maar onderweg krijgt mijn vent zijn voet niet meer van het gaspedaal en blaast door tot de nieuwe stek. 😳 Waar we wederom mazzel hebben en een dag eerder terecht kunnen.
De weersverwachting voor aankomende dagen is helaas niet helemaal top. De temperatuur is prima, zon maar met af en toe een heftige bui en onweer. Dat hebben we geweten! 🤣 Wat we allemaal zien en doen is eigenlijk hierboven in het verhaal van mijn vent al te lezen. Gewoon omdat het ook heel leuk is nemen we 1 dag de metro en crossen daarmee door Oost en West.
Natuurlijk laat ik me weer verleiden en neem een curryworst….🤣
Zaterdag, de laatste dag, gaan we naar de dierentuin: Zoo Berlin. Hier hebben ze namelijk panda’s en die hebben een tweeling op de wereld gezet. So cute!😍
Ook nu is het weer onbestendig en zitten we ruim een half uur in het overdekte verblijf bij de panda’s te schuilen omdat er een waanzinnige regenbui met onweer overtrekt. 😳
Daarna lopen we nog een tijd langs de andere dieren.
De dierentuin is zeker een aanrader! 😍 De rest van de dagen fietsen we heerlijk door de stad. Berlijn is super leuk om met de fiets te doen. De fietspaden zijn duidelijk en goed aangegeven en vele fietsers maken er gebruik van. 😊 Samen waren we al eerder in deze geweldige stad maar het blijft indrukwekkend om te zien waar de muur stond en je in te beelden wat het met mensen gedaan heeft.

In niemandsland bij Checkpoint Charlie is nu een stadsstrand.
Bij de Bernauerstrasse is een grote fototentoonstelling op de muren gemaakt van panden die vroeger déél waren van de Muur.

Eigenlijk net als in het echt onderbreekt mijn vent me ook nu 😉 met nog wat informatie: Er is daar een stuk muur teruggebouwd inclusief een uitzichttoren waar je kan zien hoe het er vroeger uitzag. Binnenmuur, buitenmuur en daartussen in een mijnenveld en een Schutzstreifen. Daar mochten de vopo’s je legaal vanuit de wachttoren neerschieten.
Er zijn ook verschillende vluchtroutes te zien waar mensen die wilden ontsnappen tunnels onder de muur door groeven. Soms qua richting helemaal verkeerd en kwamen ze tussen beide muren in naar boven.
Na de val van de muur sloegen muurspechten toe. Alle graffiti werd eraf gehakt en verkocht. Alles wat je nú nog als souvenir koopt heeft gegarandeerd niet op de muur gezeten maar is nep.
Checkpoint Charlie waar Russische en Amerikaanse tanks in 1961 tegenover elkaar stonden. Als er 1 schot gelost zou zijn was de Derde Wereldoorlog begonnen in de Friedrichstrasse.
Er is een Ampelmann winkel. Het mannetje op het voetgangersstoplicht is cult geworden. 😊

Kreuzberg: De ‘Turkenwijk’
De Oberbaumbrücke die 28 jaar afgesloten was.
Leuke nieuwe passages in het oude Oost Berlijn.
De klok staat nog steeds op Alexanderplatz.
Metrostation Nordbahnhof waar de muur letterlijk doorheen liep. Metrogangen én metrolijnen werden in 1961 gewoon dichtgemetseld.
Foto’s van doodgeschoten vluchtelingen.
Hier neem ik het weer over om af te sluiten. 😊 Ook deze dagen is er geen betere gids dan mijn eigen vent. We fietsen en wandelen ontelbare kilometers in zon en regen en hebben er wederom mooie indrukwekkende herinneringen bij. Maar eerlijk is eerlijk, zijn zin ‘Ik krijg er nog kippenvel van’ kan ik even niet meer horen! 🤣
Toen ik thuis de planning van de route door nam heb ik me niet helemaal gerealiseerd dat we ook in wateren zouden komen die onveilig zijn. Op maandag, de eerste zeedag, komt er ‘s middags een snel klein scheepje naast de Sinfonia varen en bewapende mannen stappen aan boord. Dit gebeurde vrij vlot en weinig passagiers hebben dit gezien, wij helaas ook niet. Er zijn 16 zwaar bewapende Israëlische kerels gekomen om ons tegen piraten te beschermen. De Sinfonia zal op weg naar de Seychellen langs Jemen en Somalië varen. De doorgang tussen die twee ‘schurkenstaten’ is maar enkele kilometers.
De dekken waarover je buiten helemaal kan rond wandelen, dek 6 en dek 12, worden daarom nu na 19.00 uur afgesloten.
Wij zitten op dek 7 en als we die avond naar bed gaan en uit het raam naar beneden kijken blijkt ook het buitenlicht uit te blijven. Het is vreemd om te weten dat beneden ons bewapende kerels de wacht houden. De volgende dag is er overdag ook security op dek 12.
Zij scannen de omgeving af en staan in verbinding met de bewapende eenheid op dek 6. Mijn lover en ik lopen een rondje over het bovenste dek en omdat de security vriendelijk gedag zegt spreek ik hem aan. ‘Can I ask you something?’
In het gesprekje dat volgt krijgen we te horen dat er hier enkele dagen terug nog een poging was om een schip te enteren. De piraten komen met vier tot vijf bootjes, zijn vaak razendsnel en proberen aan boord te komen om passagiers te gijzelen en zodoende hun eisen kenbaar te maken: losgeld. Voor nu hebben we geluk want er staat een super harde wind met flinke golven, dat maakt het voor de kleine piratenbootjes extra moeilijk.
om ons ‘s avonds op de dansvloer bij Manhattan, in het casino
of het theater te vertonen,
zoals eerder gezegd: vervelen hoeft echt niet! 😊 Maar het kan met ons niet anders of er is wel weer wat! 😳 Moeders is nog steeds verkouden en ik ben dinsdagavond ineens niet zo lekker. In de nacht een paar keer wakker en woensdagmorgen heb ik overal spierpijn en een barstende hoofdpijn, mijn keel voelt ook raar. WTF, wat is dit? Een migraine aanval of heb ik toch covid van de Italiaan gekregen? Mijn lover en moeders gaan alleen naar het ontbijt terwijl ik in bed blijf. Alleen voor het pakken van een covidtest kom ik er even uit. Terug in de hut helpt mijn lover met de test en gaat dan retour naar boven om in het restaurant een theetje voor me te halen. ‘Ik hoor het zo!’ roept ie. Moeders blijft even bij mij in de hut wachten op de uitslag. De covidtester ligt op mijn nachtkastje en vanuit bed kijk ik er met een scheef oog naar. Vijftien minuten wachten is best lang. Maar zie ik daar nou al rode streepjes? Waar is mijn bril?? Ik kan het ding zo snel niet vinden en pak de tester, ‘Gloeiende, gloeiende, ik heb covid!!!’ piep ik tegen moeders. ‘Ga direct naar Roel, hij moet nu terugkomen!!’ 😪 Even later zwaait de deur open en daar staan ze, het koppel dat ik waarschijnlijk 5 dagen niet ga zien want ik zal in quarantaine moeten! 😳 Ik laat mijn lover de tester zien. Dan kijkt hij mij vervolgens met ongeloof aan en foetert; ‘Die test is negatief, zet eerst je bril op dombo voordat je kijkt dan zie je tenminste hoeveel streepjes er staan!!!’
😡Oeps, ik zeg maar even niets meer! 🤣 ‘s Middags ben ik redelijk opgeknapt, trek de stoute schoenen aan en ga naar het zwembad: even kijken of mijn husband en moeders alweer met me willen praten! 🤨
dan weer komt Neptunus aan boord omdat we de evenaar passeren. 😊
Eerst een pets water over je hoofd bij Neptunus, daarna een (echte) octopus kussen….
Vervolgens krijg je een scheut vanillevla over je heen,
en om het af te maken een hand chocoladepoeder. En lekker in je haar wrijven. De kapper zal wel commissie moeten betalen….en wíllen betalen….
Gelukkig wordt het zwembad door zes man daarna gelijk weer geleegd, schoongemaakt en opnieuw gevuld. En dan blijkt met de GPS dat we nog meer dan 4 graden (=twaalf uur varen) van de evenaar zitten.
Natuurlijk is het ook een groot ‘mensen kijken’ gebeuren. Met verbazing spotten we iedere keer weer wat er allemaal voorbij schuift. Want serieus, je kan toch wel iets aantrekken als je voor het ontbijt of de lunch naar het restaurant gaat, ook al is het een buffet….
En het zijn precies altijd de types die het niet kunnen hebben! 🤮 Het maakt me niet uit of je dik of dun bent, lelijk of knap maar WTF waarom zonder shirt of in slechte bikini/badpak waarin je borsten op je buik hangen naar het buffet. Denk even om de gevoelens van de medemens! 🤣 Dan zijn er ook ‘de zwemmers’ (zo noem ik ze maar even) want die lopen direct na het zwemmen op natte blote voeten zo het buffet binnen. Soms een handdoek achter zich aan slepend waar ze zich een soort van mee afdrogen. Voordeel: de vloer is gelijk weer schoon en droog.😉 Er iets tegen het personeel van zeggen helpt niet want ook hier: de klant is koning. 🤨 Er is wel 1 keer iemand op de gala-avond uit de Manhattan verwijderd. De beste man liep in een voetbalbroek, chauffeurshemd en crocs in het rond te springen. Echt, het lijkt alsof het veel mensen steeds minder en minder kan schelen hoe ze eruit zien. De verwassen, niet bij elkaar passend en te kleine bikini’s en badpakken zijn niet te tellen, zo slecht. Ik geef gelijk toe dat ik een zeikerd ben maar even serieus, op jezelf letten en een beetje trots zijn hoeft echt niet altijd duur te zijn. Gelukkig hebben we ook nog een aantal bijzondere aparte types aan boord: deze dame bijvoorbeeld. 

Ik ben slecht in schatten dus geen idee hoe oud ze is, een Française die alleen reist en op Instagram bijna 60.000 volgers heeft (nu plus 1, jullie kennen mijn vent). Overdag paradeert ze in een string met daarboven een vrije invulling voor een bovenstuk. Ook langs het buffet, alhoewel dan draagt ze een doorschijnende pareo over een bilpartij waar Bertha 23 jaloers op is. Dit draagt ze ook met aerobics 
en een aantal keren is de AED er bijna bij moeten komen om de rikketik van de aanwezige toeschouwende bejaarde heren te stabiliseren. 😉 ‘s Avonds laat ze op de dansvloer alles lekker schudden in een te krappe zoveel mogelijk onthullende jurk. Dit is ook zo’n man-vrouw ding want waar ik denk; ‘Arm kind, waarom gedraag je je zo? Wat is er mis in je bovenkamertje?’ 🤔 Zit mijn husband toch nog steeds als een soort hijgend hert te kijken als ze voorbij dendert. Moet wel gezegd: hij is een van de weinigen die een praatje met haar durft te maken. Gelukkig is zijn rikketik na 2 operaties in orde. 😉 Van de Française naar deze twee vrolijke Japanse dametjes.
Iedere avond bij het diner een ander hoedje op en zodra ze aan hun tafel zitten komt er een grote IPad waarop ze foto’s van zichzelf bekijken. Op de dansvloer zijn ze elkaar continue aan het filmen terwijl ze gekke danspasjes maken. Wat gebeurde er nog meer de afgelopen dagen op zee richting de Seychellen? Dagelijks weer allerlei figuren van handdoeken op je bed:
Gezellige etentjes met nieuwe vrienden: Jolanda.
Kikkerbillen op het menu? Alles moet je een keer proberen. Smaakt gewoon naar kip overigens.
Moe van het niks doen, hoewel de blog ons ook wel elke keer weer een dag werk oplevert.
Stevige ontbijtjes.
Vast ongezonde lunches.
Zorgvuldig opgemaakte toetjes.
De kerstsfeer komt ook al aan boord.

Maar eerst nog een Italiaans feestje waarbij het bedienend personeel op de tonen van de WK voetbalsong ‘Magic in the air’ en het lijflied van de Sinfonia in optocht door de eetzaal komt met grote taarten. En de gasten enthousiast terug zwaaien. 
De Italiaan kwam na 5 dagen vrij uit de covid gevangenis. Het is een apart gedeelte van de negende verdieping. Je mag je kamer alleen uit om een klein stukje op de gang te lopen. Iedere dag ‘s morgens testen, extra vitamine shot, eten en drinken wat je wilt, balkonhut en niet onbelangrijk: het internet is er (in tegenstelling tot de rest van het schip) perfect. Volgens zijn info zitten er nu nog maar drie vast hoewel het kuchen, hoesten en proesten aan boord nog steeds een lieve lust is. Het is echter niet verplicht om te testen dus wie weet hoeveel passagiers het hebben zonder het te (willen) weten….😳Mijn husband, voetbalhater nota bene, ging uit zijn dak toen Duitsland verloor met het voetbal. Iedere Duitser aan boord moest zijn gezang horen met drie rondjes om de ontbijttafel:
‘Schade Deutsland, alles ist vorbei, alles ist vorbei !!’ Hij probeerde zelfs om de kapitein over te halen door te vragen of de beste man het door de luidspreker zou willen omroepen?! 🤣 Moeders en ik gingen naar de kapsalon want de haren hadden een verfje nodig. 😊
Door uiteenlopende oorzaken komen we waarschijnlijk 6 uur later op de Seychellen aan. De officiële aankondiging is dat de vertraging in Jeddah is ontstaan door een probleem met het tanken van de brandstof. Het onofficiële bericht: er zijn 2 personen aan boord overleden die in Jeddah vanuit het boordmortuarium naar hun thuisland zijn vervoerd. Ook hier geldt: het is net als met een massage. Niet altijd een happy-end. 🤭 Onze geverfde haren hebben dat gelukkig wel want stel je voor dat je met zó’n kleur de rest van de tijd aan boord in het rond loopt. 🤣
De Sinfonia van de MSC zal 16 november vertrekken vanuit Venetië. Vandaar gaat de reis in 31 dagen via Kroatië, Griekenland, Egypte, Saudie Arabië, Seychellen, Mauritius, Réunion naar Zuid Afrika Kaapstad. Er was veel onduidelijk over het visum van Saudi Arabië maar het is me gelukt! Toen kwam de wijziging in de route: Seychellen zou Oman worden en werd toch weer gewijzigd in de Seychellen. Wel of geen antigeen test. Dat werd een wel en ook nog 1 die maar max 48 uur oud is. Zo gaan mijn husband, moeder en ik op dinsdagmiddag naar de teststraat. Toch wel spannend want stel dat 1 van ons positief test….😳 Gelukkig zijn we alle drie negatief en iets opgeluchter gaan we richting Amsterdam voor de volgende hindernis: Schiphol! We hebben morgen een vlucht om 08.40 uur naar Venetië. Maar met de strubbelingen op Schiphol is het better safe than sorry dus een overnachting aldaar en vroeg uit de veren. Vriend Peet Verhoef brengt ons naar hotel Corendon Plaza Schiphol en eet een lekker hapje mee.
Onze vlucht hebben we ook bij de MSC geboekt, dus wat er ook gebeurt, zij moeten zorgen dat we aan boord komen. Hindernis 1: De rechtstreekse vlucht naar Venetië is veranderd in een vlucht met een overstap in Frankfurt.
Hopelijk gaat dat goed met de bagage! 
Vier uur later op Italiaanse bodem halen we opgelucht adem als we de koffers (mijn handige lover heeft er ook airtags in gestopt dus we wisten al dat ze aan boord waren) op de band aan zien komen. In de aankomsthal melden we ons bij de stand van de MSC. Na de papierwinkel moeten we in de hal wachten. ‘Just 20 minutes wait.’ Uiteindelijk wachten we ruim een uur voordat we naar de bus lopen die ons naar de cruiseterminal in Venetië brengt. 🤣 Dan gooit men de vaart erin want het is inmiddels 1 uur voor vertrek van het schip. De incheck gaat snel en met een bootje worden we naar de Sinfonia gevaren. 
Op het moment dat we aan boord stappen maakt het schip zich al klaar om de trossen los te gooien.
Wat een hectiek allemaal. Aan boord komen we in een mensenmassa terecht. Een bemanningslid dirigeert ons naar de hut, ‘Quick, quick!’ We moeten daar op de tv de ‘sloepenrol’ gaan bekijken om ons vervolgens te melden bij het muster station. Zodat we in geval van nood weten waar we heen moeten om in de reddingsboten te komen. Bij de hut staat onze tippie voor de komende weken al klaar, een aardige knul. We maken snel een praatje en geven hem alvast de fooi met de sleutelhanger met miniklompjes die ik thuis in elkaar heb gefrutseld. De rest zal ik jullie allemaal besparen maar rond 22.00 uur openen we uitgeput de deur van onze hut pas weer. Wat een gedoe allemaal, een receptie waar we anderhalf uur hebben gewacht op een drankenkaart, snel wat eten en een drankje, we zijn kapot van vermoeidheid en ergernis. 😡 Wat een verschil met de Holland America Line allemaal. Mijn lover komt als eerste in de hut en wat is dat? Er staat slechts 1 koffer! De andere 2 zijn er niet! Mijn moeder heeft wel alle bagage. Daar komt tippie al aangesneld, ‘Everything allright madame Sia?’ We moeten naar de receptie voor de vermiste koffers. Oh nee, weer terug naar die rij! 😡 Gelukkig gaat het dit keer iets vlugger en de koffers zijn snel terecht. De labels met het hutnummer waren eraf geraakt. Terug in de hut passen mijn lover en ik er niet meer in met al die bagage. ‘Ga op bed zitten, ik ruim op.’ beveel ik hem terwijl ik ondertussen foeter op de kleine hut met zo weinig kastruimte. Ik moet het ook niet vergelijken met de HAL want de laatste reis met het MS Rotterdam was totaal anders. Maar ja, dat was een super nieuw schip en de Sinfonia is een oude dame. Het prijskaartje is natuurlijk ook een verschil dus…. 😞 Zodra mijn hoofd even later het kussen raakt ben ik weg om rond 07.00uur wakker te schrikken. We hebben gisteren op advies van een doorgewinterde MSC medepassagiere een drankenkaart gekocht. Volgens haar haal je het er gemakkelijk uit. Het moet gezegd: de prijzen in vergelijk met de HAL zijn aangenaam. Onze pas kon gisteren niet meer aangepast worden omdat de machine kapot was. 😳 Dus wakker geworden trek ik snel wat aan en snel naar de receptie. Hopelijk staat er nu nog geen lange wachtrij! Ik heb geluk en met een kwartier is alles geregeld. We zijn deze morgen ook op de eerste plaats van deze reis, namelijk Split. Maar daar over later meer! 😊 Eerst over het reizen met mijn alleenstaande moeder.
Dit is de eerste keer dat mijn lover en ik met haar op vakantie zijn zonder pa. Dat het garant zal staan voor grappige scenes blijkt al snel. Het begint al in de aankomsthal van vliegveld Marco Polo. Samen met een flink aantal andere passagiers staan we dus te wachten op transfer naar het schip. Een wat oudere kerel loopt wat rondjes om ons heen en steekt dan zijn hand op naar mij. In het Engels vraagt hij of we ook op de bus van de MSC wachten. Goeie openingszin want we staan in een speciaal vak van de cruise maatschappij! 🤣 Al snel blijkt dat het hem om moeders te doen is en gooit hij zijn hele cv over ons heen. Hij komt uit Denemarken, reist veel, is gezond en heeft geld. Zo dan! 😳 Moeders is niet onder de indruk en vertrekt richting toilet. Als ze terugkomt zegt ze tegen mij, ‘Hij stinkt naar rook, bah. Het is vast een roker!’ De kerel glimlacht wat en heeft geen idee. 🤫 Later aan boord zwaait ie vrolijk terwijl hij roept, ‘See you at the bar!’ So far so good…. De volgende avond komt casanova nummer 2, hij dient zich bij het diner aan. Bij het voorstellen blijkt het een Nederlander te zijn. Bij het eerste glas wijn is hij nog terughoudend maar na het derde glas hangt hij aan mijn moeders arm. Hij geeft haar een vette knipoog en zegt, ‘Wij begrijpen elkaar!’ 🤨 , iieeeeuuww, wat een griezel. Ik hoop niet dat mijn moeder hem leuk vind! Ook deze gooit zijn hele levensverhaal op tafel: een huis van anderhalf miljoen, reizen van minimaal drie maanden en ook niet onbelangrijk….hij heeft geen lichamelijke gebreken! 🤣 ‘Ik heb vandaag in Split nog nieuwe onderbroeken gekocht, van die moderne.’ besluit ie het verhaal. Echt, je kan me wegdragen! 🤣 Moeder zit onverstoorbaar te luisteren, Roel ergert zich kapot en ik zit erbij alsof ik een of ander sex-speeltje ergens heb verstopt want mijn hele lijf trilt van het ingehouden lachen. Het leukste moet nog komen want na een uitgebreid verhaal over een dure reis vertelt hij over een chef-kok met de naam Escoffier. ‘Hebben jullie zijn naam wel eens gehoord, vast niet?!’ stelt ie triomfantelijk vast. En echt, mijn moeder die absoluut niet kan koken knikt en zegt; ‘Ik heb er thuis een kookboek van, Auguste Escoffier. 😳 De kerel grijpt weer haar arm, ‘Ik wist het, jij bent goed in de keuken!’ Ze kunnen me inmiddels wegdragen want echt, mijn moeder kan nog net een ei bakken! Zelfs water kan ze laten aanbranden. 🤣 Dat boek zal vast van mijn vader geweest zijn want díe kon het als de beste. ‘Waarom zou mijn moeder dat boek hebben?’ vraag ik piepend van de lach aan mijn husband. ‘Geen idee, want ze kan totaal niet koken!’ giert ie. Van de andere kant van de tafel kijkt de kerel mij pinnig aan en slijmt dan tegen mijn moeder: ‘Arme vrouw, doet zij altijd zo bazig en lelijk tegen je?’ 🤮 Ik schuif het laatste hapje van mijn dessert naar binnen en sta op. ‘We gaan moeder, opschieten! Op naar de volgende, en door…..!!!!’ Heeft moeder een glaasje teveel op of baalt ze ook van die kerel maar als we weglopen roept ze naar hem, ‘Mij niet appen!’ 🤣🤨🤣
Mijn vent voert ondertussen een ware paaldansact uit om de parasol goed in het zand te krijgen, dit al nog met de sandalen aan onder het deinende klokkenspel. ‘Misschien moet je iets door je knieën want zo voorover sta je wel heel erg raar!’ sis ik hem toe. Verstoord kijkt ie op, geen idee waar ik het over heb. Grappig eigenlijk hoe snel je went zonder kleren.
We hebben in ieder geval deze speciale stickers nodig, die aangeven
Alsof iemand op een fiets dit zal opmerken in zijn laatste levende seconde..! 🤔 Er gaan al verhalen om het maar weer af te schaffen. Bij de tolweg gaat het om de hoogte en met een hoogte van 3.30 (zonder antennes en airco) zullen we in klasse 3 komen. Dus we besluiten om eerst maar eens binnendoor te rijden en de tolwegen te vermijden. Nou dat weten we! Laat ik voorop stellen dat het een super mooie rit is maar ook heel heel erg lang.
We eten iets makkelijks als avondeten en daarna is het weer gas op de plank want de tijd snelt voorbij maar de kilometers niet. Net voorbij Limoges zet ik de hut neer op een camperplaats, het is inmiddels 22.30 uur! In het donker zoeken we een plek maar hij is helemaal vol. Aan de zijkant bij het naastliggende restaurant zien we nog licht. ‘Ik ga vragen of we daar kunnen staan.’ roept mijn vent en sprint naar binnen. Al snel komt ie terug, ‘Het mag, ze vinden het goed!’ 😊 ‘Kon je je redden in het Frans, begrepen ze je?’ vraag ik belangstellend. ‘Natuurlijk!’ zegt ie, ‘Ik vroeg gewoon, do you speak English?’ 🤣
De volgende dag trappen we de laatste 300 kilometers weg en arriveren eindelijk in Pezuls. Het zijn gezellige dagen bij Jan en Toke.
We bezoeken de markt in Issigeac
en Le Bugue
en liggen bij het zwembad. Op de camping is het rustig, je kan merken dat er toch veel Nederlanders vakantie houden in eigen land.
Als de zon plaats maakt voor regen besluiten we na een paar dagen verder te trekken.
We hebben geen plan en stippelen we een globale route uit:
waar de wind heen waait en de zon schijnt. Zo komen we op 14 juli, de Nationale feestdag van Frankrijk in Albi, een oude Bisschopsstad aan de rivier de Tarn.
De stad staat op Unesco-werelderfgoedlijst en is zeker een bezichtiging waard!
Evenals Carcasonne dat we de volgende dag bezoeken. Deze Middeleeuwse stad is bijna volledig bewaard gebleven en is na Parijs en Mont-Saint-Michel de grootste trekpleister van Frankrijk.


Op de zwaar bewapende militairen na (het is een garnizoensstad) doet het ons aan Valkenburg denken met zijn vele terrassen en toeristen. Hoe anders zal het er daar nu uit zien! Met afschuw en medeleven volgen we de beelden op televisie en worden stil van zoveel natuurgeweld. Ook het bericht dat Peter R. de Vries is overleden doet ons huiveren. 😪 Het voelt onwerkelijk dat wij vakantie vieren in dit gedeelte van Europa terwijl er zoveel om ons heen gaande is. Terwijl wij ‘s avonds in de camper tv kijken zingt een zanger op de naast gelegen camping de longen uit zijn lijf om de gasten te vermaken. That’s life.
Vanaf Béziers besluiten we langs de kust te gaan rijden. Mijn stuurmanskunst wordt op de proef gesteld met de vele bochten, klimmen en dalen. Maar alles beter dan dat ik navigeer! 🤣 De airco blaast de hitte uit de hut als er op de borden Cap d’Agde opdoemt. ‘Ook leuk!’ roept mijn vent en begint te zingen, ‘Het hele zakie liep in zijn nakie aan de Middellandse zee!’ 🤣 Ik graai een nootje uit het zakje en zeg ‘Why nut!’ 😉 , doe het knipperlicht uit naar rechts en neem de afslag: Cap d’ Agde maak u op voor deze witte billetjes op het strand! 🤭 Het laatste stukje richting Cap ‘d Agde voert ons over de peage. Degenen die vaker over de tolwegen in Frankrijk rijden herkennen waarschijnlijk wat er nu komt: het trekken of betalen van het ticket. Veel rijbanen met knipperende lichten met daarop een <T> erboven. What the fuck, welke moeten wij hebben?! 😳 ‘Achter die vrachtwagen gaan staan!!’ beveelt mijn lover en ik schuif drie banen op. Steek verontschuldigend mijn hand op naar een boze chauffeur maar alles is beter dan in de verkeerde rij staan en achteruit moeten rijden. 🤣 We tikken 3,10 euro voor 19 kilometer af. Voor al het gemak en gerief dat dit grote bakbeest geeft is het ons meer dan waard.
Op deze heerlijke zonnige dag hebben we namelijk Schiermonnikoog bezocht.











‘Ik ben doodop en toe aan schoenen uit en een biertje in de hand’ zucht Piet. Mijn eigen lover ziet zich ook al zitten en het voorstel van ons dames om bij de haven nog op een terras te blijven gaat verloren in de wind. Uitgeput ploffen ze bij de campers in een stoel en zijn al snel verdiept in hun phone. Daar klinkt ineens een meisjesstem; ‘Meneer, we willen het gas in ons camperbusje aansteken maar dat lukt niet, de knop van de gasfles zit helemaal vast. Als door een wesp gestoken springen 2 paar vermoeide mannenbenen het meisje te hulp. Toch wel nieuwsgierig kijk ik even om de hoek en ach gossie, daar staan 3 jongedames. Ze dartelen om hun campingbusje en de heren heen. ‘Nee, geen u tegen mij zeggen hoor, dan voel ik me zo oud!’ grapt mijn lover en de meisjes schateren hard. Van vermoeidheid blijkt geen sprake meer als hij energiek terug sprint om gereedschap te pakken. Eindelijk is de gasfles open! ‘Wie gaat er zo eten halen bij het restaurant?’ vragen Wilma en ik als ze terugkomen. De heren kijken ons vreemd aan, ‘Ja, ik niet hoor, ik ben blij dat ik even zit!’ roepen ze in koor. 🤨 Zo gaat het, helaas zijn Wilma en ik geen dartelende jonge meiden van 20 meer dus….! 🤣 We zijn twee weken vrij en sinds afgelopen zaterdagmorgen met de camper op pad. Via Dokkum
waar we oude vrienden bezochten zijn we zondag in Lauwersoog beland.
Hier hebben we afgesproken met Piet (voormalig collega van mij) en zijn meisje Wilma. Zij hebben een camper gehuurd en door corona is Nederland wederom dit jaar hun vakantiebestemming.
Bij de receptie leggen we uit dat onze vrienden morgen pas komen en of we naast elkaar kunnen staan. De vriendelijke dame puzzelt wat en het lukt! Eenmaal geïnstalleerd mijmer ik wat voor me uit. We stonden al vaker naast elkaar maar dat was nog in Amerika, het land dat we eind maart vorig jaar door corona moesten verlaten. Wat waren we blij dat we thuis waren want hoe erg is de situatie in Amerika daarna geworden!
De maanden zijn voorbij gevlogen en waren zeker niet saai. Het afgelopen jaar in het kort: de verplichte quarantaine van 14 dagen was heel snel voorbij met het uitzoeken van een van Amerikaanse vriend Han gekregen lading kerstspullen die hier in Nederland nog in een loods stonden.
Roel was druk met de laatste loodjes voor het boek ‘Rotterdam vanuit de wolken’.
11 Mei 2020 werd tijdens een, door corona bescheiden, bijeenkomst het eerste exemplaar officieel overhandigd aan de voormalig directeur van the Hague Rotterdam airport.
Met later, nog steeds op gepaste afstand, de overhandiging aan burgemeester Aboutaleb. De camper ophalen in een afgesloten België gaf wat problemen.
Gelukkig was de douanier ons, lees mij 😉👙, gunstig gezind en daar stond ie, helemaal uit Baltimore en nu in de haven van Antwerpen: onze trouwe hut!
Er was eindelijk tijd voor achterstallige huis- en tuinkarweitjes. De kapsalons gingen open, dicht
en weer open!
Met een mondkapje op deden we beiden praktijkexamen voor ons C1 rijbewijs. De oude camper verkochten we aan een alleraardigst Zeeuws stel
en we werden de trotse bezitters van dit nieuwe exemplaar.
Deze moest worden opgehaald in Duitsland waar we met de trein heen gingen.
Het was wel een dingetje want de camperdealer was gevestigd in Warendorf. Daar vlakbij in een vleesfabriek was net een zeer ernstige uitbraak van corona geconstateerd. Ons hotel leek daardoor een onneembare vesting. 😳 De kas in onze tuin bleek in dit vreemde tijdperk niet alleen geschikt voor het fokken van groenten maar ook voor 1 1/2 meter etentjes buiten in de tuin. We lieten er zelfs anderhalve meter aan vast bouwen.

CNN draaide overuren op onze tv want met afschuw zagen we de rellen en klapten luid na de vele spannende dagen van de verkiezingen in Amerika. Er was een vaderdag op net geopende terrassen en zelfs een personeelsetentje (BBQ) bij ons in de tuin.
De eerste reis met nieuwe hut ging heel spannend naar….. Spijkenisse!
Waar we een prima camperplek aan het water wisten. Lang leve Facebook want dat zorgde daar voor de nodige aanloop van familie en vrienden die de hut kwamen bewonderen. Bijzonder was ook de brunch met vrienden op een lentezondag: Partyschip Fortuna toerde ons door de mooiste haven van de wereld ❤️.
Een zanger zong er de longen uit zijn lijf en wij als toeschouwers mochten niets dan alleen aan het tafeltje zitten. Uiteraard niet dansen of meezingen. Op anderhalve meter mocht je dan buiten naar het dek om daar van de uitzichten te genieten.
De reisjes met de camper volgden elkaar op: Maassluis, Friesland en Drenthe. Jos en Marjon, die we in Amerika hebben leren kennen, kwamen gelukkig ook heelhuids retour met hun verscheepte camper uit Midden Amerika. De slaapkamer ging op de schop. Nieuwe vloerbedekking, een kleurtje op de muren en een nieuw bed.
Er was een super grote oogst met appels en peren
uit de tuin maar ons jaarlijkse ‘schil uitje’ voor familie en vrienden viel in het water want toen zaten we juist weer in een strenge lockdown.
Ook op de zaak was het anders: thuiswerken en fotoshoots, voor bijvoorbeeld de overheid, zoals ‘verjaardag en Sinterklaas in coronatijd’. Ging ik deze kerst extra ‘los’ en bouwde zelfs met behulp van een handige lover mijn eerste kerstdorp.

Zoals voorgeschreven vierden we kerst met een klein gezelschap, net als oudejaarsavond. En er was sneeuw, best veel sneeuw!
Ontdekte Roel het kokkerellen: Op naar heel Holland bakt!
Vierden we in Eersel met een bezorgmaaltijd van een vijfsterren kok (Roel z’n neef Marc) op de camperplaats dat we 10 jaar lief en leed hebben gedeeld! ❤️


Roel met de ambu naar het Vlietlandziekenhuis en de gesneuvelde tweewieler naar de fietsendokter van Kortenhof. De avondklok bracht ons samen op pad in Rotterdam voor unieke beelden.
Net als het tweede boek dat vorige week is uitgebracht, iets meer dan twee kilo verzamelde luchtfotopareltjes! Radio Rijnmond kwam over de vloer
en Gerard ’toen was geluk heel gewoon’ Cox had de eer om het eerste exemplaar in ontvangst te nemen.





Texel is verrassend, hoe leuk is het hier! Okay, we hebben alles mee, niet al te druk, heerlijk weer, een mooie plek op de camping,
de terrassen open
en de corona maatregel voor restaurants wordt versoepeld.
Op de fiets verkennen we het eiland,
spelen een spelletje midget golf,
shoppen en doen een wedstrijd ’terras zitten’.










Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn want mijn vent is super druk met allerlei werk dat door omstandigheden op zijn pad komt. Het ene belletje wisselt het andere verhitte gesprek af. Er iets van zeggen kan ik zeker maar zwijgen is beter want opmerkingen van mijn kant leveren genoeg voer voor een kleine oorlog. Alhoewel ik hem tijdens een van de vele gesprekken toch hoor zeggen; ‘Ik hou het kort want anders heb ik echtscheiding.’ 😉 Op camping Smokkelpad in Groesbeek ontmoeten we Wilma en Piet weer.
We krijgen een rondleiding van Roel want zijn familie van moederskant komt hier vandaan. In het dagelijks leven douaneman Piet leidt ons op de fiets mee langs ontelbare oude grenspalen, soms zo goed verborgen dat het een hele toer is om er te komen.

Van Groesbeek gaan we met een kleine tussenstop voor de zonsverduistering

naar het Limburgse Noorbeek waar het ook prima vertoeven is. Verder gaat het naar Eersel op Landgoed Duynenwater,
Ouddorp
en een laatste warme dag op de Brouwersdam!
Helllppp, een wolk……
Inmiddels hebben we beiden onze twee vaccinaties gehad,
ons sociale leven komt langzaam weer op gang en het derde boek met de titel ‘Dordrecht en de Drechtsteden vanuit de Wolken’ is ook op de markt. Op uitnodiging van World Ship Society (een vereniging waarvan de leden zich nauw betrokken voelen bij de scheepvaart) breng ik met mijn vadertje een gezellig dag in de Rotterdamse haven door.
Ik heb een van hun bestuursleden ontmoet op een georganiseerde trip van de Havendienst om de maidentrip van het MS Koningsdam in Rotterdam te vieren. Nu varen we op de Smaragd door de havens waar ik geniet van de verhalen van mijn vader en de andere aanwezigen, velen hebben op de grote vaart gevaren, aan boord. Om Roel weer even adem te laten halen na alle drukke werkzaamheden hebben we de camper opgestart en zijn wederom terug in Eersel. Maar Landgoed Duynenwater is in de regen toch echt minder leuk. Na twee kwakkeldagen verkassen we noodgedwongen en ruilen onze grasplek voor een van stenen. Het geeft helaas de nodige sporen in het gras en op de camper. Dan checken we waar de zon wel schijnt en bel ik met mijn vriendinnetje Toke.

Waarom zij? Nou zij en haar man zitten in Frankrijk. We pakken de fiets naar Eindhoven waar ik eerst een paar korte broeken scoor die ik vergeten ben in te pakken, echt hoor! 🤭 Bij de ANWB kopen we een ‘ouderwetse’ wegenkaart en puzzelen een route door Frankrijk. Een paar honderd kilometer asfalt om weg te trappen en kom maar op met die zon! 😊