Waarom ik de komende vier blogs heb geschreven? Het heeft niets met reizen te maken maar het heeft een andere oorzaak. Sinds ik in ons huidige pand woon hebben we elke 3 of 4 jaar in de tuin een barbecue gehouden waar soms wel 130 vrienden klanten en collega’s op af kwamen. En als ik dan met de helaas intussen allemaal overleden collega fotografen en filmers Paul Stolk, Pim Korver, Peter Molkenboer en Ton den Haan zat te smullen van worsten, ribs en kippenpoten dan kwamen, vooral na wat biertjes, de verhalen los. Prachtig, het fotografenleven in de jaren 50-60-70. Ik wilde dat ik ze opgeschreven had. Maar helaas, de verhalen zijn voor eeuwig verloren. Toen dacht ik: dat gaat mij niet overkomen, voor ik het tijdelijke met het eeuwige verwissel en ik ga er van uit dat dat nog een tijd gaat duren, heb ik mijn avonturen opgeschreven. Er zit geen volgorde in maar het is gewoon een opsomming van verhalen die bij me opkwamen bij het uitzoeken van mijn archief. Waarschijnlijk alleen interessant voor collega’s uit de media maar toch. Wil je het niet lezen, ook goed, vanaf begin februari gaan we weer verder met de reisblogs.
Roel
Het grootste compliment kreeg ik van mijn pa, maar pas na heel veel jaren: ‘Hij is toch nog wel goed terecht gekomen’. Ik ben er van overtuigd dat ie zorgen over me had. Moeilijk op school terwijl achteraf bleek dat een jongetje met een IQ van 137 en iets met een vier letter afkorting beginnend met een A niet in een gewone klas past. Maar ja, als ze daar eerder achter gekomen waren was ik waarschijnlijk nooit fotograaf geworden. Dat kwam trouwens ook bij toeval. Fotograferen vond ik wel leuk en ik probeerde op een bepaald ogenblik zelf te ontwikkelen en af te drukken. Pa scoorde wat spullen bij fotograaf Jaques Poeisz van het reclamebureau waar hij werkte, maakte met mij een vergroter van een oude lens, triplex, karton en een stuk pvc pijp met een 200 watt lamp erin. Als ik langer moest belichten dan 10 seconden zag je langzaam de pvc pijp smelten en scheefzakken ;-) Ik ging mijn vakantiefoto’s afdrukken.
En toen brandde een straat verder een kelder uit, ik ging met de zelf gemaakte afdruk naar het plaatselijke suffertje Groot Vlaardingen waar ik twaalf en een halve gulden kreeg van de redactiechef Ruud van Houwelingen.
Ik begreep pas veel later dat hij bij zijn hoofdredacteur het dubbele afrekende maar die heb ik in de jaren daarna nog wel teruggehaald ;-) En zo was de nieuwsjager geboren. Ik kocht van m’n eerst verdiende centen een scanner en zodra er iets interessants klonk was ik al onderweg.
In mijn carrière had ik met twee soorten mensen te maken, zij die fotografen leuk vonden en zij die fotografen en pers in het algemeen haatten als de pest. Politici waren je vrienden zolang ze in het nieuws kwamen, politiemensen zaten er vaak niet op te wachten. En persvoorlichters probeerden daar een beetje in te bemiddelen. We hadden in Rotterdam een oude Telegraaf journalist die was overgestapt naar de politie: Anne Geelof.
Gouwe vent want die begreep het vak van beide kanten. Er was een moord gebeurd en de chef recherche was pisnijdig over al die aanwezige pers want wat bleek, er lag ‘daderinformatie’ in beeld, iets wat alleen de moordenaar wist.
Komt Anne aan en zegt tegen de chef: Dan leg je daar toch even iets overheen, dan maken die gasten hun foto en over vijf minuten heb je er geen last meer van. Tja, het leven kan soms zo eenvoudig zijn.
Mijn bestelling ontwikkelaar en fotopapier ophalend in een fotowinkel in Schiedam west gaat mijn brandweerpieper af. Ja, die pieper was ook nog een geschiedenis. Alle brandweerlieden in de regio hadden zo’n ding want zo waren ze oproepbaar als ze vrij waren en de boel uit de klauwen liep en er meer mensen nodig waren. Ik wilde uiteraard ook zo’n ding want het voordeel was: zolang er niks aan de hand was bleef dat ding stil. Alle radioverkeer werd gedempt en alleen als er een alarm was ging ie herrie maken. Dan kon je daarna een knopje omzetten en dan kon je gewoon de mobilofoon meeluisteren. Maar toen ik Motorola belde om zo’n ding te bestellen werd dat door de Vlaardingse ondercommandant hoogstpersoonlijk verboden. Motorola kreeg te horen dat als ze mij een pieper zouden leveren de Vlaardingse brandweer naar een andere leverancier zou gaan. Nou ja, dat kon ik ook natuurlijk en voor 1400 gulden kocht ik een ander merk. Die heeft zich snel terugverdiend hoor. Dat meeluisterknopje was trouwens door dezelfde commandant bij de brandweerlieden geblokkeerd door er een printbaantje door te snijden. Die mochten niet meeluisteren. Maar ja, brandweerlieden waren ook niet gek en iedereen wist wel hoe ze dat moesten herstellen. Afijn, de pieper ging af en er bleek brand bij Zwembad West in Rotterdam. De rookwolken waren van ver al te zien. En het verkeer stond volkomen vast . Daar had ik ook iets voor. Er bestonden kleurfilters voor onze Metz flitsers. Ja, ook in de kleur blauw. Die heb ik door de voorruit flitsend wel eens vaker misbruikt. Op de Spaanseweg gooide ik mijn auto in de berm en ik rende richting brand.
Plotseling zag ik een paar kinderen in tranen op me af komen. Terwijl andere fotografen richting brand gingen fotografeerde ik eerst de kinderen.
Die brand wacht maar even. Een zwembad. Zoveel water en dan zo’n fik. Hoe dan? Elke brand begint altijd met een vonk. Als je er maar snel genoeg bij bent. De oorzaak bleken: dakdekkers. Altijd weer die dakdekkers. De volgende dag stond de foto met de kinderen in alle kranten. Trouwens, zelfs mijn eigen huis in aanbouw brandde ooit bijna af. Dakdekkers….
Ik hoorde op de scanner dat er een bom was ontploft in een loods van het politiebureau Boezembocht in Rotterdam. Snel de auto in en bij het oprijden van de RW 20….. stond het verkeer muurvast. File. Waarom? Geen idee. Maar twintig seconden later werd ik via de vluchtstrook rechts ingehaald door een auto van de verkeerspolitie. Die zag ik een paar meter verder stoppen, terugsteken en er ging een lichtbak aan achter de achterruit: VOLGEN-VOLGEN… Ja, er zat een maatje van me achter het stuur die mijn auto herkende. Ik, strak achter die strepenbak, over de vluchtstrook van Vlaardingen naar de Boezembocht. Zelfs zonder file had ik het nooit zo snel gedaan. Bedankt nog Kees !
De politie Schiedam was weer eens niet blij met me. Er was bij een gasontploffing een agent zwaar gewond geraakt en ik fotografeerde zijn verbrande uniform. Als blikken konden doden…..
Maar later bleek dat de uniformen heel brandonveilig waren en dat door mijn foto in de krant de intendance van de politie wakker was geworden. Snel daarna kwamen nieuwe brandveiligere uniformen.
Over veiligheid gesproken. Bij een gasontsnapping in de Europoort en de wind richting Vlaardingen moest de brandweer gaan meten. Volledig omgehangen stonden ze bij de Deltaweg met hun meetapparatuur te meten of er levensgevaar was.
De politieagent stond er zonder adembescherming naast. Je moet weten dat agenten van de brandweer een bijnaam hadden gekregen: Blauwe reageerbuisjes. Ik had overigens jaren daarvoor al een set perslucht gescoord nadat bij een brand op de Maasvlakte niemand meer weg mocht omdat de giftige rook over de enige weg daar ging. Dat zou me geen tweede keer meer overkomen. Kwam ook hier weer van pas.
Een oorverdovende dreun ging echoënd over Vlaardingen. Ik was net bezig een straatje staatsloten te kopen bij sigarenboer Koos op de Floris de Vijfdelaan. ‘Ben zo terug Koos’ riep ik terwijl ik naar de scanner in m’n auto sprintte. Er was al totale chaos over de mobilofoon. Politie van diverse korpsen en de rijkspolitie over het inrap net. Het zou zonnig worden maar het was nog mistig buiten. Rookwolken waren daardoor niet te zien. Ik ging in ieder geval maar richting Beneluxtunnel want dat het aan de overkant was dat werd wel duidelijk. Daarna de Botlektunnel. Er zou een olietank ontploft zijn bij de DSM. Daar aangekomen stond de slagboom omhoog. Er was nog geen brandweer, alleen een busje van de politie stond rechts langs de zijkant. Ik parkeerde ernaast en kreeg nog een vriendelijke waarschuwing van de agent: ‘Pas je op jezelf?’ Ja, echt wel. Dekking zoekend achter een hele grote bigbag waar grof grind in zat dat waarschijnlijk moest dienen als fundament voor een olietank fotografeerde ik een brandwacht die in zijn eentje wat waterkanonnen aanzette en met een schuimblusserkarretje manoeuvreerde. Wat een lef had die man want, tja, geen idee of er nog meer zou ontploffen. Ik trok me wat terug, ik had al vijf minuten staan fotograferen,
en toen zag ik pas twee benen en twee armen onder een rode deken vandaan komen. Daar onder lag waarschijnlijk de ongelukkige lasser die op de niet goed ontgaste tank bezig was geweest. ‘Nu wegwezen’ dacht ik bij mezelf en sprintte weer naar m’n auto. De slagboom was inmiddels dicht maar ging automatisch open toen ik de poort uit wilde rijden. Buiten stonden andere fotografen en cameraploegen die uiteraard niet naar binnen mochten maar ik kon het ondanks de tragedie toch niet laten om even gemelijk naar de collegae te zwaaien. Ze zullen zonder twijfel gedacht hebben ‘Waar komt hij nou weer vandaan?’ Intussen hadden ze op de fotoredactie van de Haagse Courant de kleurenontwikkelaar al opgewarmd , dia’s ontwikkelen kostte net effe meer dan een half uur en de krant zakte over 30 minuten. De dia is waarschijnlijk nog nat naar de drukpers gegaan en stond een uur later op de voorpagina.
Op 25 januari 1990 stormde het legendarisch. En uitgerekend op die dag besloot een dame wiens relatie net uit was gegaan met vijf liter benzine het appartement van haar ex vriendje aan de Dirk de Derdelaan in Vlaardingen in de fik te steken. Een enorme uitslaande brand was het gevolg. Overal hingen mensen op balkons. De enige uitgang via het trappenhuis was geblokkeerd. Op dat ogenblik komt net mijn pa, die twee straten erachter woonde en op weg was naar de bushalte, om de hoek lopen. Hij was op weg om stormschade te fotograferen bij de molen de Nieuwe Palmboom waar hij voor de Molenstichting de herbouw vastlegde. Nu even niet: ‘Ouwe, telelens erop en als ie springt klikken!’ riep ik.
De rookwolken buiten waren ook enorm.
Met een ladderwagen werden gelukkig de mensen van het balkon geplukt. Er hoefde niemand te springen.
Ergens halverwege 1999 werd bij de renovatie van het Schiedamse Wiltonterrein een 1000 ponder bom uit de tweede wereldoorlog gevonden die op een rustige plek opgeblazen moest worden. De dichtst bij zijnde locatie was het toenmalige dijklichaam van de Rijksweg 19, intussen de A4. Met een grote vrachtwagen van Defensie werd de bom voorzichtig daarheen gereden. Er werd een gat gegraven en de bom ging daar met wat extra explosieven in en het gat ging weer dicht. Er stonden vier politieagenten, de burgemeester , de politiecommissaris, de brandweercommandant, twee fotografen en een journalist te kijken. Allemaal mensen die niet vies waren van een uitje. Vijf seconden voordat de knop omging vraag ik aan de EOD-er: ‘Wat is trouwens dat paaltje daar met dat gele hoedje erop?’. Gelijk brak er enorme pleuris uit. Ze hadden de bom vijf meter naast de hoofdgasleiding van Schiedam naar Delft ingegraven. Vijf seconden later zou Schiedam het wereldnieuws gehaald hebben maar,… zonder foto want de pers stond er ook tussen. We zouden in 1 seconde verdampt zijn in een enorme steekvlam. Heel voorzichtig werd de bom weer opgegraven en na veel controle 100 meter verder op een andere plek ingegraven en opgeblazen.
De kuil die die plof achterliet zegt genoeg over hoe het afgelopen zou kunnen hebben. Persfotograaf…. gevaarlijk beroep.
Tipgevers waren belangrijk in mijn vak. Zonder de ouders van Dirk Jan van der Ende, toen nog vrijwillig brandweerman, was mijn bedrijfje nooit zo groot geworden als het was. Als er wat was en Dirk Jan moest naar de kazerne dan kreeg ik een belletje van pa of ma. Maar ook anderen. Midden in de nacht krijg ik iemand aan de lijn: ‘Er staat een olifant in mijn tuin’. Kom op, dacht ik, je hebt te veel gezopen of wat raars geslikt. ‘Nee echt!’ Nou ja, vooruit, dan maar in de auto. Wat blijkt. De chauffeur van het circus had zijn route verkeerd gelezen en was in plaats van Spijkenisse in Schiedam Tuindorp terecht gekomen. Kleine smalle straatjes en hij had zich vastgereden op een grote steen op de hoek van een straatje. Om hem daar van af te takelen moesten eerst de twee olifanten uitgeladen worden. Hilariteit in de wijk. En een verhaal om nooit te vergeten.
Over dieren gesproken. In Krimpen ad IJssel dacht het circus wat gratis reclame te maken door het nijlpaard maar eens even uit te laten in de plaatselijke sloot. Het was best wel warm en die beesten moeten dan ook effe afkoelen. Met dien gevolge dat het nijlpaard het best wel naar zijn zin had en er niet meer uit wilde. Zijn verzorgers zijn een volle dag en nacht bezig geweest om het beest er weer uit te krijgen. Maar hoe dicht iedereen er bij stond…. Pas veel later begreep ik dat nijlpaarden de meeste dodelijke slachtoffers op hun conto hebben in Afrika, op de malariamug na dan. Tientallen doden per jaar. Terwijl ze alleen gras eten. Vier hoektandjes, en hap, je bent weg. Die beesten zijn trouwens razendsnel, ze schijnen 20 kilometer per uur te lopen….ONDER WATER !
Auto rijden. Sommigen kunnen het, anderen leren het nooit. Maar wat moet je hier van denken. De bestuurster stond voor een rood stoplicht in Maassluis. Ze trapte op haar verkeerde rem, denderde door een stel struiken, ramde een auto, een caravan, een motor en een paaltje en knalde zo een keuken binnen. Twee centimeter links en twee centimeter rechts. Dat moet je eens proberen te mikken, lukt je nooit. Maar goed, in die keuken stond een oudere heer zijn aardappels te schillen. De brandweer is anderhalf uur bezig geweest om de auto dusdanig op te tillen dat ze de man een infuus in z’n arm konden prikken.


Als je als personenauto tussen twee vrachtwagens zit heb je geen flauw idee wat er allemaal kan gebeuren. Meestal overleef je het niet als je er tussen geplet wordt.
Maar soms, en een dikke auto helpt dan wel, loopt het beter af. De brandweer was een uur bezig om een dame uit haar autowrak te bevrijden. En omdat het een Jeep was had ze een goede kans. Toen ze los was bleek ze zelfs niet eens iets te mankeren. De GGD-er vond toch wel dat ze even nagekeken moest worden. Zij zag het nut niet. ‘Nou, gaat u toch maar even mee ;-)’. Maar één ding is zeker…. Ik ga nooit tussen twee vrachtwagens in zitten.

Als je even niet oplet en te dicht op elkaar zit dan kan het ook zo aflopen. De autoslopers varen er dan wel bij.
En als politieman of vrouw kan je dat ook overkomen. Laag overvliegende zwanen, daar is geen verkeersbord voor.
1995 was een raar jaar. Hoe het kan verkeren. Het ene moment loop je op vakantie tot aan je kloten in het 35 graden warme water van Tahiti,

en een week later in het vijf graden koude water van Venlo, ook tot aan je kloten. De Maas was weer eens overstroomd en dit keer meer dan normaal.
Militairen maar ook de brandweer Vlaardingen en Schiedam gingen zandzakken leggen langs de oevers.
Ook in het plaatsje Ochten was het bal. Ik kreeg een tip van een motoragent uit Dordrecht dat er iets stond te gebeuren. Alleen daar ter plaatse mocht ik van de ME commandant de dijk niet op. Perskaart had ie niks mee te maken. Ze reden met een bulldozer op de dijk maar ze vonden dat als ik er bij kwam de dijk zou kunnen instorten. Nou ja… Maar dan hadden ze net buiten Dijkstra gerekend. Ik was er alleen dus het had gemakkelijk geregeld kunnen worden. Niet? Dan zal je hem krijgen. Ja, ik had toen ook al een jaar of tien een mobieltje, hoewel dat meer een sjouwable dan een portable was. Ik belde alle collega’s en cameraploegen waarvan ik wist dat ze in de buurt waren met de mededeling: ‘Kom maar naar Ochten want daar staat het te gebeuren, de dijk zal wel doorbreken want mijn 90 kilo kan ie niet meer hebben’. Binnen een half uurtje stonden er 30 collega’s naast me. ‘Voorwaarts, de dijk op !’ Ja, die ene politieman kon die kudde persmuskieten niet meer tegenhouden. Jammer van mijn primeur want dit was de enige plek waar echt iets gebeurde maar nieuws is nieuws ;-)
Op een dinsdagavond in september 1995 gaat net na het avondeten mijn brandweerpieper al met de mededeling ‘Willen alle brandweermensen van Vlaardingen naar de kazerne komen voor een mededeling van de commandant’. Ja, dan weet je het, er is iets groots aan de hand. En dat bleek. Commandant Runsink zocht 12 vrijwilligers om naar Sint Maarten te gaan. Daar zou volgens de weersverwachtingen op woensdag of donderdag een categorie 5 orkaan overheen trekken. Dat is de zwaarste orkaan die denkbaar is.
In Schiedam, Rotterdam, Capelle en Barendrecht stonden op dat zelfde moment nog 4 commandanten 12 vrijwilligers te werven. Ik steek heel voorzichtig mijn vinger op en vraag ‘Vindt u het erg als het er 13 worden ?’ Dat was wel te regelen zei hij. Ik belde als een speer verslaggever Carel van de Velden die als een razende op zijn fiets vanuit Schiedam kwam racen. En zo werden het er 14. Via Dirk Jan kon ik een half brandweeruniform regelen zodat ik niet uit de toon zou vallen tussen die andere 60. En zo zaten we op donderdag in de reguliere KLM vlucht Amsterdam-Sint Maarten-Curacao-Amsterdam.

Van de hele 60 man bleek er nog nooit iemand op Sint Maarten geweest. Ik wel en mij werd gevraagd of ik op de kaart van het eiland de potentiële chaos locaties kon aanwijzen. Ja hoor, daar waren er genoeg van. Maar Philipsburg kwam die donderdag niet in zicht. De KLM captain probeerde contact te krijgen met de verkeerstoren van het vliegveld SMX. Helaas, geen antwoord. Een dag later begreep ik waarom. Het dak van de tower was weggewaaid en er stond een meter water in. Anyhow, de captain vloog maar door naar Curaçao. Eerst een groepsfoto dacht ik, nu we allemaal nog compleet zijn ;-)
Daarna …. wachten…. Er was op Curaçao niet op ons gerekend. Via via lukte het om een leeg kazernegebouw van de landmacht te scoren waar we bekaf na een hele lange dag een bed kregen.

We hadden alleen geen rekening gehouden met de muggen. En die waren groot en met velen.
De volgende ochtend in alle vroegte werden de gouverneur, de legercommandant, de brandweercommandant , twee verslaggevers (inmiddels had verslaggever Willem Meijboom van het ANP zich ook aangesloten) en ondergetekende met een militaire Hercules van HATO op Curaçao naar SMX op Sint Maarten gebracht.
De 60 brandweermannen bleven nog in de kazerne. Door de ramen van de Hercules zagen we all enorme chaos, Geen dak was heel gebleven. Een kort rondje over de dichtbij gelegen eilanden Sint Eustatius en Saba leerde dat Sint Maarten/Saint Martin de grootste klap had gehad. Ja, dit eiland is de enige plek ter wereld waar Nederland aan Frankrijk grenst. Later hoorden we dat de Franse hulpverleners een dag eerder al, midden in de orkaan, waren gedropt. 
Terwijl alle toeristen in de chaos van het vliegveld weg probeerden te komen, kwamen wij aan. Bijzonder. De storm was donderdagavond gaan liggen en het was nu vrijdagochtend. Iedereen kwam uit de schuilkelders en wilde naar huis. Carel en ik wisten een jeepje te huren waar weliswaar het dak van was weggewaaid maar hij zat wel driekwart vol benzine.
Een probleem. De kopij en foto’s voor de zaterdagkrant moesten 22.00 uur Nederlandse tijd binnen zijn op de redactie. Het was half elf lokale tijd (en al half vier in Nederland). We hadden pakweg zes uur om een stuk te schrijven, foto’s te maken, rolletjes te ontwikkelen en foto’s door te seinen. Nee. Internet en email was er nog niet. Eerst op zoek naar een hotel. Dat was in het Franse gedeelte wel te vinden. De ene helft van hoofdstad Marigot had stroom, de andere helft had telefoon en in het midden had 1 hotel het allebei. Alleen die hadden geen kamers. Een paar huizen verder had een hotel nog wel een tweepersoonskamer. Snel de bagage afgegooid en op zoek naar nieuws. Terug langs het vliegveld naar Philipsburg, de Nederlandse hoofdstad, kwamen we de eerste ellende al tegen. Tientallen jachten van een paar ton per stuk op elkaar gewaaid en lek geslagen. 
Ik had in die tijd een kennis die een half jaar eerder vanuit Nederland was geëmigreerd en nu les gaf op een school. Daar maar eens naar op zoek voor de Nederlandse link. Over omgevallen lantaarn- en elektriciteitspalen rijdend, gelukkig hadden we een jeep en geen luxe personenauto, kwamen we bij zijn huis.
Ik stap uit en hoor van boven: ‘Dijkstra?? Wat moet jij hier ??’ Hij was zijn weggewaaide dak aan het herstellen. Tja, de eerste foto’s en tekst waren gauw geregeld.

Snel terug naar het hotel. Filmpjes ontwikkeld met ontwikkelaar aangemaakt met zwembadwater. Iets anders was er niet. En op naar het grote hotel met stroom en telefoon. Normaal werd er 10 dollar per minuut gerekend (en een foto doorsturen kostte 7 minuten) maar ik mocht het gratis doen. Ze vonden het allemachtig interessant. Ons eigen (hele kleine) hotel was trouwens na een paar dagen ook niet blij meer met ons want dag en nacht werd er voor ons gebeld door de eindredactie. En dan werd de eigenaresse weer wakker en moest de gesprekken doorverbinden. Dezelfde avond kwamen ook de brandweerlieden. Ze hadden aan alles gedacht. Er was van alles onderweg in een Antonov (het grootste vliegtuig ter wereld) maar wat waren ze vergeten? Eten. En nou is er niks zo erg als chagrijnige brandweermannen met een hongerige maag. Via een satelliettelefoon werd het voor de kust liggende fregat opgeroepen en even naderhand kwam er een helikopter met 60 noodrantsoenen. Daar hebben Carel en ik het nog een dag of twee mee moeten doen. Er was wel van alles op het eiland maar ja, het dak van je huis ligt eraf of je doet je winkel open. Ja, dan ga je je dak repareren. Er werd een brandweerman als kok aangewezen en die ging plunderen.
Alles wat ie te pakken kon krijgen werd opgeslagen in een ruimte van het hotel in Frontstreet waar zij hun intrek hadden genomen.
Brandweercommandant Neil Blok vorderde een stel jeepjes bij de lokale dealer ‘Stuur de rekening maar naar Binnenlandse Zaken’ en zo gingen de brandweermannen op pad. Samen met de Maartense brandweer elektriciteitsleidingen herstellen, waterleidingen repareren, flesjes water uitdelen, je kan het niet bedenken.

En wij hobbelden erachteraan. Het was chaos op de weg. We hadden een oplossing. Hand op de claxon en vooral niet loslaten. Carel hing zijn perskaart rechts uit het raam en Willem links. We waren in 5 minuten van vliegveld naar het centrum. Ik sprak later een brandweerman en die had er met z’n HV wagen twee uur over gedaan. ‘Gewoon zwaailicht aan joh’. Daarna werd het oppassen voor ons want vanaf toen konden we Nederlandse brandweerwagens tegenkomen ;-) Intussen hadden we een verloren Amerikaanse toeriste Ronnie/Veronica op sleeptouw genomen want die kon niet weg van het eiland. Geen goed ticket en geen geld voor een nieuwe. Ach, hoe meer zielen hoe meer vreugd. Volgens mij zat er iets in die peuken Ronnie ;-)
‘s-Avonds vroeg de commandant plotseling aan de mannen: ‘Hebben jullie eigenlijk allemaal wel een tetanusprik gehad?’ En daar kwam de helikopter weer met een leuke legerarts ‘allemaal op een rij’ en daar ging het: prik, prik, prik.
Het was een beetje USAR versie 0.0 zullen we maar zeggen. Dat gaat tegenwoordig wel beter.
Carel, Willem en ik hobbelden het eiland over. Op zoek naar nieuws. 
De plaatselijke telecomtower. De telefoon deed het dus niet in het Nederlandse gedeelte. 
Er werd schoongemaakt, dit bij de plaatselijke Makro,
maar ook geplunderd bij de lokale kruidenier.
Intussen was er die Antonov aangekomen. Kolere wat een groot vliegtuig. Er kwamen drie volledige gevulde Haagse brandweerwagens mét aanhanger uit.




Alles wat ze had was weggewaaid.
Ónze werkplek was niet slecht trouwens ;-)
Het grappige was: De Rotterdamse redactie faxte ons elke dag álles wat in de Nederlandse kranten verscheen. Die artikelen hingen wij met plakband op een glazen wand in het hotel van de brandweermannen. Die lazen daar door het tijdsverschil het RD (toen middagkrant) als ochtendkrant. Het werd gevreten !
Na een paar dagen kwam er meer pers: Max Westerman arriveerde uit New York.
En na een week kwam de koninklijke hoogheid Prins Pils . En dat botste met Max. Hij was al een tegenstander van het koningshuis maar hier ging het echt verkeerd. PWA stapte uit het vliegtuig en Max vroeg: ‘En hoogheid, wat was uw eerste indruk’. Nou dat was de verkeerde vraag want Wim-Lex siste tegen een persvoorlichter van de RVD die pal naast me stond: ‘We hadden toch afgesproken: GEEN interviews’ en hij liep weg.
Max vroeg aan mij ‘Wat zei ie nou?’ , en ik herhaalde het. Het komt nooit meer goed tussen Max en PWA. Al had ie maar ‘vreselijk’ gezegd. Of indrukwekkend. Maar ja, het duurde nog 6 jaar voordat Maxima de hilarische woorden ‘beetje dom’ kon uitspreken. ;-) Max schreef er nog een hoofdstuk over in zijn boek ‘In alle staten’. Intussen waren wij door de restanten van de noodrantsoenen heen maar in Marigot ging het eerste restaurantje weer open. Bij kaarslicht werden pizza en op houtvuur gestoomde vis geserveerd. Misschien 8 klanten waarvan vier man pers. En Ronnie ;-) Links van ons de drie hoog opgestapelde wrakken van jachten en rechts….. Wat is dat nou ? Daar kwam een in een hagelwit kostuum gestoken pianist die achter de vleugel ging zitten pingelen. Kafka… Koude rillingen. Ik vind het nog steeds jammer dat ik er geen foto van gemaakt heb.
PWA ging intussen over het eiland heen, 

ook aan de Franse kant.
Die brandweerjongens hadden ‘s-avonds niet veel te doen dus gingen ze maar airconditioners repareren en zo. En na een week deed het water het ook weer. En konden we douchen.
Na tien dagen moest ik echt terug. De roddelbladen hadden interesse in de foto’s met PWA en dan in kleur. Eerst met die Antonov naar Curaçao. Een stalen trap op, het leek wel een veerboot.
In een kleine ruimte zonder ramen konden 16 passagiers mee.
Dat ding is zo groot, je voelt niks. De motor start, hij beweegt een beetje en een uur naderhand gaat de motor weer uit en sta je op Curaçao. Pas bij het uitstappen liep ik langs de ruimte waar de (Russische) bemanning sliep. En zag ik die kratten met lege wodka flessen…… Nooit meer met een Russische Antonov ! Ondanks dat ie gratis was ;-)
En als afsluiter: Gouverneur van Sint Maarten, als jullie een straatnaambord missen? Ik weet wie hem heeft ;-)
Overigens, de beroepsploeg van brandweer Vlaardingen heeft tot op de dag van vandaag spijt dat ze weigerden te gaan en de vrijwilligers de keuze gaven. De oorzaak was de overstroming in Limburg eerder dat jaar. Ze moesten vrije dagen opnemen om daar zakken te gaan vullen maar zouden daarvoor extra betaald worden door het ministerie van BiZa. In september waren die centen nog niet binnen. Tja, ministeries zijn altijd traag met betalen maar je weet dat je uiteindelijk gewoon je geld krijgt. Met een statement te maken liepen ze wel een mooi avontuur mis. En de vrijwilligers kregen uiteindelijk voor die anderhalve week werken in de tropen een bedrag van 7000 gulden per man. Bruto, dat weer wel. ;-)
Vrachtwagens zijn trouwens vaker het onderwerp van bizarre ongelukken. Deze dook op het Terbregseplein over de vangrail en bleek maar net boven de spoorlijn hangen. Met de brandweerladder werd hij eruit gehaald.
Het leuke was dan altijd wel weer: mannen, mag ik even een foto uit het bakje van de ladder maken. Ja hoor Dijkstra. Als je ons maar een afdruk stuurt. Natuurlijk ;-)
Of deze chauffeur. Geladen met azijnzuur gaat ie met z’n tankwagen uit de bocht. Komt heel ongelukkig op de vangrail terecht. De brandweer gaat met knip en knijpapparatuur aan de slag maar volgens de mannen van de GGD gaat het snel achteruit met de chauffeur. Noodarts erbij. ‘We gaan zijn been eraf zagen’ . Maar letterlijk 10 seconden voor de zaag erin gaat krijgt de brandweer hem los. Gevalletje ‘net op tijd’. 

Ik reed op m’n dooie akkertje over de Rotterdamse Vierhavenstraat richting snelweg toen bij de Franselaan m’n pieper afging. In een keer vanuit het niets: ‘Zeer groot alarm op de Keilestraat.’ Daar was ik dus 30 seconden eerder langsgereden. Niet dat ik nou expliciet naar links had gekeken maar van enige vorm van paniek was er ook geen sprake. 180 graden omgekeerd. Voor me reed een politiebusje die midden op de kruising stopte. Er vlogen twee agenten uit, handen in de stop-houding modus. Ik zwaaide terug ;-) en dook de Keilestraat op. Dikke, nee hele dikke fel gekleurde rookwolken. 2 minuten terug was er niks en nu stond de hele wijk in de rook. Er was brand uitgebroken bij CMI, een groothandel in zwembadchemicaliën. Nou, dat is echt rotzooi. Chloor, kali-loog en nog veel meer. De eerste brandweerwagen kwam er aan en het was gelijk vreemd. Niemand wist eigenlijk waar ze moesten beginnen.
Intussen had ook NOS collega Pim Korver zich langs de politie gewurmd, Zijn oranje veiligheidspak had hem daar ongetwijfeld bij geholpen, maar de rest van de collega’s werd niet doorgelaten. Hoewel op onze perskaart staat dat eigen veiligheid vooral ons eigen probleem is zijn er altijd weer agenten die dat betwijfelen. Want ja, ik mag afreizen naar oorlogsgebieden en niemand houdt me tegen dus als ik op de Keilestraat in Rotterdam om het leven kom, so be it. Maar ja, ik had ook niet de behoefte om terug te lopen naar de afzetting om de collega’s te helpen. ;-)
De brandweercommandant moest zich nog aankleden. Nou ja, ik hoorde later dat hij bij de kaakchirurg onder het mes lag met een acute ontsteking en toen zijn pieper afging had ie gezegd: douw er maar wat in, ik kom morgen wel terug. Dat heeft nog iets langer geduurd want de fik brandde nog dagen.
De stad had enorme mazzel gehad want de rook ging recht over de Maas naar het westen. Als de wind richting Spangen had gegaan waren er grote hoeveelheden slachtoffers gevallen.
Schiedam had sinds ik me kon heugen nog 4 molens over van de volgens mij 21 die er ooit waren. Allemaal korenmolens waarvan het meel gebruikt werd voor brood en jenever. Dat Schiedamse spul, wat ik echt bocht vind, kennen ze overal ter wereld. Verkopen ze het hier in flessen met 700ml, in Amerika verkopen ze het onder naam wodka in 2 liter flessen. Kettel One. Eigenlijk Ketel 1. Als ik daar wel eens een foto laat zien van de echte Ketel 1 zijn ze weer totaal verbijsterd want nee, we hebben geen fantasie Disney namen , in Europa bestaat alles echt ;-)
Omdat we een beetje ingeburgerd waren bij de Schiedamse Molenstichting waarvoor we de restauratie en herbouw werkzaamheden fotografisch volgden had zeker mijn pa een tik van de molen gekregen. En daar ging m’n pieper weer eens af. Brand in de molen de Walvisch. Echt een ramp want dat ding was net een paar weken klaar na een gigantische renovatie. Alleen de brandmelder was nog niet geïnstalleerd. Twee uur ‘s-nachts. Ik kwam daar aan en dacht, als ik die ouwe niet waarschuw word ik onterfd. Dus ik belde de taxicentrale in Vlaardingen en stuurde ze naar het huis van pa en ma. En ik belde hem zelf: ‘Ouwe’, (hij had geen rijbewijs)’ over tien minuten staat er een taxi voor je deur, de Walvisch staat vierkant in de fik. Camera’s pakken en ik zie je zo’. En toen stonden we even later met molendirecteur Jos Gunneweg, burgemeester Scheeres en die ouwe , met z’n allen met tranen in onze ogen. Maar gelijk daarna allemaal weer aan het werk.
Letterlijk de volgende nacht ging de pieper weer. De Pelmolen in Vlaardingen in de fik. Dat was niet echt een molen maar een groot pakhuis dat de Pelmolen heette. Bij het NOS journaal hebben ze nog wel even gedacht dat er een molenpyromaan aan het werk was. Ook dit had slecht af kunnen lopen want er lag een benzineboot pal naast de Pelmolen afgemeerd maar die werd snel weggetrokken door een sleepboot. 
Over de Horvathweg in Schiedam rijdend hoorde ik grote paniek op de scanner. Treinongeval bij RFC. RFC? Dat is 500 meter verder. Ik gooide mijn auto in de berm en rende de spoordijk op.
Twee treinen frontaal op elkaar. En een doodse stilte.
Oppassend niks aan te raken want voor het het weet loop je tegen een stuk kapotte bovenleiding aan met 1500 volt. Dan ben je echt geroosterd. Passagiers die niet gewond waren geraakt begonnen met het helpen van gewonden. En toen kwamen er van alle kanten sirenes. Echt een ongelofelijke kakofonie.


Ik keek op m’n horloge. 10.45 uur. Om 11 uur sloot het Vrije Volk. Ik sprong in mijn auto en reed als een dwaas naar de Witte de Withstraat. Wij hadden als free-lancers een sleutel van de zijdeur met een goederenlift. Op naar de 4e etage waar de redactie zat, zette m’n handscannertje op een bureau van een redacteur en riep: ‘Ga jij maar luisteren, ik duik de donkere kamer in’. ‘Ja wat is er aan de hand?’ Ze hadden wel alle sirenes vanuit de kazerne Baan gehoord, 300 meter van de redactie vandaan maar niemand had de tegenwoordigheid van geest gehad om effe met de politie te bellen. De redacteur tikte razendsnel zijn artikel en ik had 10 minuten later wat afdrukken. Ik had weer de hele voorpagina, op 1 foto na. Paul Stolk, de állerbeste collega die ik ooit gehad heb liep aan de andere kant van de trein (hij woonde 500 meter van het ongeval vandaan) en daar werd een Russische consulaire delegatie uit de trein gehaald. Die had ik net effe gemist. Hij zou me vaker te slim af zijn maar daardoor heb ik er vreselijk veel van geleerd.
Ergens eind jaren 80 kreeg ik de vraag van het AD of ik eens naar Europoort wilde rijden waar binnenschippers aan het protesteren waren tegen het graanoverslagbedrijf Granaria. Ze zouden daar een stel duwbakken bezet houden. Nu bleken die dingen midden in de haven te liggen en niet aan de kant maar gelukkig was er een bootje van de KRVE, de roeiers die in de haven de trossen aan de wal vastleggen van grote schepen, en die wilde me wel even overzetten. Ik maakte foto’s van wat binnenschippers die verfbommen maakten
en dacht na een uurtje: ‘Ik heb het wel’, ‘Roeiers , mag ik weer terug naar de wal?’. ‘Weet je het zeker want de Mobiele eenheid komt eraan?’ Tja dan wordt alles weer anders en zo begon ik aan een klus die me drie maanden zou kosten. En me de tweede prijs in de Zilveren Camera wedstrijd voor de beste fotograaf van Nederland zou opleveren. En ja, ook hier zou Paul Stolk me weer te slim af zijn. Maar dat komt later.
Afijn, een kwartiertje verder zag ik wat blauwe politieboten de hoek om komen. De waterkanonnen gingen aan om die bezetters van die duwbakken af te spuiten.
Wat bleek het geval. Alle vervoer over water werd in Nederland via de schippersbeurs uitgegeven. Er waren teveel binnenvaartschepen in die tijd en men wilde de ladingen eerlijk verdelen zodat iedereen een boterham kon verdienen. Maar het bedrijf Granaria had berekend dat ze goedkoper zouden zijn met eigen schippers en eigen duwbakken. Dát mocht dan wel buiten de schippersbeurs om. En dat vonden die binnenschippers uiteraard niet leuk. Daarom kwam de bezetting van de duwbakken. Die waterkanonnen van de politie hadden echter een averechts effect. De dekken waren bedekt met graanstof en het water uit die kanonnen maakte er spekgladde troep van. Van het eerste peloton ME dat overstapte van de politieboten naar de duwbakken gleden gelijk twee ME-ers overboord. Precies tussen twee duwbakken in die langzaam naar elkaar toe dreven.
Ik liep zelf over het smalle gangboord (max 50 centimeter breed) maar had achter me een stel ME-ers die hun collega’s uit het water moesten redden. Ze konden er niet voorbij. Ik ben dus maar plat op de grond gaan liggen en liet de ME-ers letterlijk over me heen lopen. Maar bleef uiteraard wel door fotograferen. De ME-er werd uit het water getrokken maar had het niet naar zijn zin. Hij had al zijn zware kleding geprobeerd uit te trekken om te voorkomen dat ie zou zinken en verdrinken. Pistool kwijt, etc etc. Ik heb hem later nog eens gesproken en hij is een half jaar uit de running geweest. PTSD. Die ME-ers waren ook helemaal niet voorbereid op zo’n klus. In de opleiding van de politie is in de jaren daarna ook echt wel het een en ander veranderd. Deze middag leverde me weer een voorpagina op met bijna allemaal mijn foto’s behalve…. ja, die ene foto die ik niet gemaakt had: een binnenschipper die onder een dikke kabel hangend van de ene duwbak naar de andere duwbak vluchtte. Paul Stolk had ‘m wel. Ja, je kan niet overal zijn toch? ;-) De drie maanden daarna betekende voor mij elke maandag, woensdag en vrijdag een ritje van de Europoort naar de sluizen van Hagestein. Het duwbakkentransport van Granaria werd tot daar achtervolgd door de binnenschippers en een boel politieboten. En nadat het transport door de sluizen was bleven ze net zolang dicht tot ze een voorsprong hadden en de binnenschippers afdropen.
Tot op de laatste dag van het protest de binnenschippers met heel veel schepen het Granaria transport bij Gorinchem in de kant duwden en Minister Nelie Smit-Kroes-Peper, (geen idee meer welke burgerlijke staat ze toen had) ter plaatse ging.

Soms moet je gewoon op de goede plek staan.
Na fikse gesprekken en de toezegging dat er een opkoopregeling zou komen om de hoeveelheid binnenvaartschepen te verminderen staakten de schippers de achtervolgingen. Mijn serie won zoals gezegd de tweede prijs maar ook hier werd ik weer afgetroefd door Paul Stolk
die in dat jaar een fantaaastische foto had van de een sjekkie draaiende moordenaar van Gerrit Jan Heijn bij de reconstructie van de ontvoering. Nu had Paul heel veel jaloersmakende geheime info via zijn politievrienden. Daar kon ik niet tegen op. Terecht verdiende hij de Eerste Prijs! Helaas is Paul veel te vroeg overleden door nierfalen. Na zijn overlijden werd hij opgebaard in Cafe Rotterdam op de Wilhelminakade. Hinke, zijn vrouw, had gevraagd of 6 fotografen hem naar buiten wilde dragen naar de lijkauto. Dat wilden we wel doen maar toen wij de kist vastpakten bij de handgrepen kraakte het hout behoorlijk. ‘We zetten de kist wel op een wagentje’ zei de begrafenisondernemer. Nou, echt niet! Een grootheid als Paul gaan we dan maar schouderen. Ik had dat een keer eerder gedaan na het overlijden van collega Peter Molkenboer. En daar moesten we toen een ongans eind mee sjouwen over de begraafplaats. Bij Paul was het alleen de bedoeling hem naar buiten te dragen. Dus ik zeg: mannen, 1,2,3 en de kist rustte op onze schouders. Een, Twee, Een, Twee. Lopen! Fotograaf Richard van der Klaauw zou het fotograferen maar stond verkeerd en dook onder de kist door. Net op tijd. En zo liepen we door de voordeur. Vaarwel Paul. We missen je.
Midden in de nacht tijdens een gierende storm kreeg ik een belletje: Er zou in Krimpen ad IJssel een schip losgeslagen zijn en richting Algerabrug dobberen. Op naar Kralingseveer, een Rotterdams wijkje tussen de van Brienenoordbrug en de Algerabrug. De dijk was afgezet door een politieauto. Na het tonen van mijn perskaart mocht ik door maar kreeg nog wel een waarschuwing: ‘Pas op want hij drijft los op de rivier’. Het was echt stekedonker en het schip had ook geen verlichting. Ik kijk rechts en zie ene zwarte massa. Ik kijk langzaam omhoog, en omhoog, en omhoog….. Teringggg. Dat ding was zo groot als een behoorlijk cruiseschip en dobberde langzaam richting dijk. Een stuk verder hadden de brandweercommandant en de politiechef net bij de voordeur van een schattig dijkhuisje aangebeld.
‘Mijnheer, er ligt een bootje in uw achtertuin’. Echt, vijf meter voor het huisje van de dijk werd geveegd liep het schip aan de grond. Narrow escape.
Aan de andere kant: als ie de grote verkeersopstopping ‘Algerabrug’ van z’n fundering had gevaren had er misschien nu een filevrije tunnel gelegen. Gemiste kans.
Op een zondagmiddag kreeg ik een bericht binnen dat er een klein vliegtuigje is neergestort bij Tholen in Zeeland. Vier dodelijke slachtoffers. Laagvliegend ging ik er heen. Op een dijk stonden een boel politie en brandweerauto’s en ik meldde me bij de persvoorlichter. ‘Wacht maar even.’ zei hij, ‘Er komt nog een rechercheur en als die er is dan lopen we er heen. Je collega’s lopen al vooruit.’ En ik zag inderdaad een clubje van een stuk of tien mensen met camera’s tot hun enkels door 500 meter modderig wad ploeteren richting waterkant. En dan nog 500 meter naar rechts en daar lag heel ver weg iets wat op een vliegtuigwrak leek. Op dat moment wilde de politiehelikopter op de dijk landen. We stapten 20 meter achteruit en de piloot zwaaide naar de persvoorlichter. ‘Tja’ zei die, ‘Als ik kan vliegen ga ik niet door de bagger ploeteren.’, en hij, de rechercheur en ik hopten op de achterbank van de heli. Na wat rondjes gemaakt te hebben over het wrak,
de rechercheur zat in het midden en zat nog een rolletje in zijn camera te laden, landde de heli en de voorlichter zei: ‘Loop jij even naar je collega’s want de PD is nog niet vrijgegeven.’ Ik gaf hem een hand en zei : ‘Ik heb het wel, bedankt, ik ben weer weg’ en liep naar de collega’s . Waar Gerrit de Heus tussen stond, tot veertien dagen ervoor mijn werknemer tot hij voor zich zelf begon in Bergen op Zoom. Het gezegde ‘zijn ogen vielen uit zijn kassen’ was hier totaal van toepassing. ‘Waar kom jij vandaan ??????’. Ik zei hem: ‘Je hebt vroeger toch niet goed opgelet bij je baas’ Echt, of ie een spook zag. Zo jammer dat ik die foto niet gemaakt heb ;-)
Weer twee weken later schoof er een Bulgaars vrachtvliegtuig van de landingsbaan op Zestienhoven. Wij meldden ons zoals altijd bij Roland Wondolleck, de directeur van Zestienhoven. ‘Koffie mannen? Broodjes ?, want de crashsite is nog niet vrijgegeven door de Koninklijke Marechaussee.’ Zo ging het altijd. Niks te verbergen, alle medewerking. En het is niet overdreven maar ik heb teveel crashes gezien. Mijn 24e zou bijna mijn laatste zijn. Daarover later meer. Na enige tijd kwam er een telefoontje, wij liepen naar het platform, en met Wondolleck zelf achter het stuur van een bus reden de fotografen, verslaggevers en cameraploegen naar het tot zijn assen in het gras staande vrachtvliegtuig.
Zo, die is hier voorlopig niet weg zeiden we al. Meestal riep Wondolleck dan: ‘Wie er verder dan 10 meter van de bus gaat wordt door de KMAR verwijderd.’ maar hier konden we onze gang gaan. En ik zag links van het vliegtuig een heli van de politie. Ik liep erheen en vroeg aan de piloot: ‘Zie jij kans om mij tien meter omhoog te trekken zodat ik overzichtsfoto kan maken?’ Zijn antwoord: ‘Nee, daar heb ik veertien dagen terug mega gesodemieter mee gekregen.’ Hij herkende me duidelijk niet dus ik zei : ‘Laat maar, dat was ik ‘ ;-) En ik liep maar weer terug.
Het arrestatieteam van de politie in Rotterdam was eigenlijk best een samengeraapt zooitje. Goeie mannen hoor, vakbekwaam maar qua uitrusting… Ze hadden een ouwe gepantserde Mercedes, ramen van twee centimeter dik en nog wat andere voertuigen, kogelwerende vesten en dat was het wel. Geen kogelwerende helmen of dat soort dingen, dat kwam pas na het tragische overlijden van de enige vrouw in het AT, Allegonda Gremmer. Zij werd bij een inval in een trappenhuis neergeschoten en overleed. De straat naast het bureau Marconiplein is naar haar vernoemd. De dader kreeg levenslang. Rijdende over de Schiekade naar de rijksweg 20 hoorde ik dat er een overval was bij een bankkantoortje op het Binnenwegplein, tegenover de voormalige Jungerhans. Beetje dom natuurlijk van die overvaller want daar staat 1 minuut na de melding een kudde agenten op mountainbikes voor de deur. Hij kwam dus niet meer weg. Maar naar buiten kwam ie ook niet. 180 graden gedraaid en ik hoorde over de scanner dat het AT op de Boompjes reed. Tegelijkertijd kwamen we op de Coolsingel aan. We hadden als pers net in die tijd een parkeerontheffing gekregen waardoor we de auto’s bij calamiteiten 24 uur per dag indien nodig vierkant op de stoep mochten parkeren. Nou, dit beloofde wel spektakel. Chef Bram van het AT zag mij en riep: ‘Dijkstra, hier komen’. Wat bleek: ze hadden nieuwe kogelwerende schilden aangeschaft en ze wilden wat foto’s van ‘in actie’ naar de leverancier sturen. Ik mocht onder dekking van de mannen met schilden mee optrekken naar de voorkant van de bank.
Daar werd de overvaller/gijzelnemer naar buiten gepraat en in de boeien geslagen.
In de verte zag ik de collega fotografen met lange telelenzen foto’s proberen te maken terwijl ik er op 3 meter naast stond met een groothoeklens. Tja, in de media gelden eigenlijk maar twee regels: Wie ken jij en wie kent jou ;-)

In de wijk Overschie woonden twee families, C. en van den B. En die hadden door hun criminele bezigheden een beetje hekel aan elkaar om het voorzichtig te zeggen. Dan weer werd er een uit de ene familie omgelegd, als wraak werd er een uit de andere familie een paar weken later weer richting eeuwige jachtvelden geholpen. Tot er op een moment een auto werd aangetroffen waar aan twee deurportieren touwtjes werden ontdekt en na nader onderzoek een handgranaat onder de chauffeursstoel bleek te liggen.
Als C. zijn auto had opengemaakt was ie een paar seconden later ontploft. En toen was het OM het spuugzat. Midden in de nacht kreeg ik een bekende stem aan de lijn die zei: ‘Half vier bureau Marconieplein.’ en er werd opgehangen: tuut tuut tuut. Uiteraard herkende ik de stem wel. Vijf over half vier reden tien zwaar bewapende Mercedessen de poort van het bureau uit richting Overschie, waar bij enkele huizen de voordeur eruit ging en wat geboeide familieleden van C. en bij andere panden familieleden van den B. gearresteerd werden.

Blij dat iemand me waarschuwde hoewel er bij de politie bijna de doodstraf stond (en staat) op omgaan met de pers.
Op de Korte Dam in Schiedam was er midden in de zomer vroeg in de ochtend paniek nadat er schoten waren gelost in een bar.
Het AT kwam ter plaatse en op dat moment werd er een barkruk door de ruit naar buiten gegooid. De politiehond werd losgelaten maar in plaats van dat hij de dader in z’n been beet greep de hond de barkruk. Gelukkig waren de AT leden alerter en werd de dader snel geboeid en afgevoerd. 

Soms zat je heel lang te wachten tot er wat gebeurde, soms was je te laat en andere keren was je echt letterlijk op tijd. Van de Telegraafredactie kreeg ik de opdracht om naar Middelburg te rijden waar een gijzeling zou zijn. Tegenwoordig interesseert het de hele redactie niet meer en als er geen foto’s van het ANP komen dan is het domweg niet gebeurd. Maar toen vonden ze het nog belangrijk om ander beeld te hebben dan andere kranten. Ik ging met grote haast naar Middelburg waar, toen ik aankwam, een tiental collega’s al ettelijke uren aan het wachten waren. Ik stapte uit mijn auto en op dat ogenblik kwam de gijzelnemer geboeid en onder een deken naar buiten. Ik kon nog net op tijd mijn telelens op mijn camera zetten, druk een paar keer af en zei tegen de collega’s: ‘Nou, dat was het dan’, en ging weer naar huis. Als ik het laatste stoplicht rood had gehad dan had ik twee uur vergeefs in de auto gezeten. Net op tijd. 

Het vele, professionele, contact met het AT gaf vertrouwen bij die jongens en ik werd op een bepaald ogenblik ook uitgenodigd om een oefening bij te wonen, en die gasten uiteraard een serie góede foto’s te bezorgen. Want heel veel van hun vaak spectaculaire acties waren zo geheim dat ze nooit het nieuws haalden. Ze zouden het enteren van schepen gaan oefenen. Binnen 1 minuut 15 man en een hond aan boord van een schip brengen. Ik werd ook in een uniform gehesen zodat ik als ik onverhoopt overboord zou vallen in ieder geval zou blijven drijven en het niet koud zou krijgen. Het was halverwege januari. Bij de eerste acties op de oude Maas zouden ze een boot van de zeehavenpolitie enteren. Hard aan komen varen en snel de railing over. 



Daarna werden toevallig passerende schepen opgeroepen of ze ook een keer mee wilden werken. Die schippers hadden de dag van hun leven ;-)


Die scanner was voor de invoering van het niet af te luisteren C2000 best wel handig. Ik had wel wat geheime frequenties opgespoord en dat was wel handig. Zodra daar wat op te horen was dan kwam er snel actie. Zo ook bij Feyenoord wedstrijden. Op het voorplein van de Kuip klitten groepjes hooligans samen waar dan heel rustig wat politiemannen in burger steeds omheen gingen hangen. Ja, ook al kénde ik ze niet allemaal, je herkende ze van grote afstand alleen al door hun kleding en manier van lopen ;-) Maar goed, die hooligans hadden niks door. Zodra er een aangehouden moest worden kwam een ME busje langzaam aangereden en 10 seconden voor hij ter hoogte van de hooligans was ging de deur open,
trokken de politiemannen de hooligan letterlijk achterover en schoven hem zo de ME bus in, waar de politiemensen ook indoken. En wég. Eén hooligan afgevoerd en de achterblijvenden hadden geen flauw idee wat er nou eigenlijk gebeurd was. En na een kwartiertje of zo kwamen die politiemannen weer van alle kanten aanlopen en begon het feestje voor de fotograaf opnieuw.
Er was een melding van een huisarts die door een junk gegijzeld zou worden op de hoek van de Heemraadsingel en de CP Tielestraat. Die wilde zeker drugs scoren. Oeps. Dat werd een probleem want op alle hoeken waren de straten door de politie afgesloten. Ik dacht: ‘Ik ga het anders doen.’ en liep door het steegje achter de CP Tielestraat en klopte op de tuinpoort van een huis. Het was hoog zomer dus de bewoners zaten in de tuin. ‘Hallo, ik ben van de krant. Mag ik misschien even van een raam aan de voorkant van uw huis gebruik maken?’ ‘Ja hoor,’ zei de bewoner, ‘Ga je gang, er zit er al een’ ‘Te laat.’ dacht ik. Er was me iemand voor. Ik kwam op drie hoog en daar bleek er een van het AT te zitten. Uzi tegen de schoorsteen, verrekijker aan z’n ogen, portofoon in z’n hand. ‘Pak jij het rechter raam, want als ik moet schieten zit je ertussen’…. ;-) Ja hoor. Komt goed. :-) En we zien de gepantserde Mercedes aankomen van het AT.
Even later horen we een deur ingetrapt worden en nog een paar seconden later over de portofoon: ‘Man aangehouden, de dokter is oke.’
Ik sprintte snel drie verdiepingen naar beneden en liep de straat op. Terwijl honderden meters verder de collega’s met lange telelenzen stonden, had ik aan mijn groothoeklens genoeg. Jammer jongens ;-)
Er kwam een melding van een verwarde man die op het dak van Station Schiedam Nieuwland zou staan en naar beneden wilde springen. Het bleek een afgewezen asielzoeker.
Dan komt er een heel circus op gang, verkeersafzettingen, brandweer met springzeilen, onderhandelaar van de politie en nog veel meer. En pers dus. Dan proberen we wel om geen stoorzender te zijn en niet op te vallen want je wil niet hebben dat ie door jou naar beneden springt.
Terwijl de onderhandelaar links de man probeerde de aandacht van de man zijn richting op probeerde te houden klom het AT aan de andere kant ongezien het dak op .
Dat ging niet helemaal volgens plan want vanwege veiligheidsmaatregelen moesten de mannen aan elkaar gekoppeld worden. En die touwtjes waren iets te kort. Daarom ging een politiehelikopter achter de onderhandelaar hangen. Dat hielp. En zo werd de man tegen de grond gewerkt. Nou, tegen het dak dan.

Verwarde mensen zijn van allen tijde trouwens. Deze man in onderbroek dreigde de Maastunnel op te blazen. Nou ja, met een heel kort lontje zullen we maar zeggen.
Niet iedereen is altijd blij als ze een camera zien. Een rochel was nog het minst wat ik naar m’n hoofd kreeg.
Oke. Ik deed ook wel eens domme dingen. Na een melding van een BTGV (een benaderingstechniek gevaarlijke verdachten) had ik mooi zicht maarrr, het kan altijd beter denk je dan.
Dus ik liep nog een paar meter verder en ik keek plotseling in de loop van een paar politiepistolen. Gauw wegwezen.
Ik kreeg wel een belletje van de commissaris die me wilde vertellen dat het niet zo handig was. Ja dat wist ik ook wel. Schrale troost was dat de politie ook wel eens op elkaar stond te richten. Een man probeerde onder bedreiging van een pistool voor te dringen bij een autowasstraat. Ik hoorde het kenteken en dacht, laat ik eens bij die andere wasstraat gaan kijken. En ja hoor, daar stond ie.
Nou had ik al sinds halverwege de jaren 80 een mobiele telefoon in mijn auto en dan was een rechtstreeks belletje naar de Vlaardingse meldkamer zo gemaakt. Kan ook niet meer tegenwoordig. Je bent een paar minuten bezig voor je bij iemand je melding kwijt kan.
Oud collega Dick Sluijter die naar Frankrijk was geëmigreerd, was een weekje over en logeerde bij mij. Hij vroeg of hij de klussen mocht doen op deze zondag want hij miste het fotograferen wel erg. Dick ging op weg met mijn camera’s en mijn auto. En toen ging de brandweerpieper af: ‘Helikoptercrash op de Maasvlakte’. GVD. Dan maar met een set reservecamera’s op de motor. Terwijl ik er heen reed hoorde ik via m’n headset van de Telegraafredacteur wie er in zaten : Collega’s Ben Wind, Rob Cloosterman en vriend Ed Oudenaarden waar ik eind jaren 70 als fotograaf begon bij Fotograaf Cor Vos. De proloog van de Tour de France die dat jaar in Rotterdam zou starten had een oefenrondje over de Maasvlakte gemaakt toen het helemaal verkeerd ging. De heli was neergestort in de struiken.
Daar aangekomen werd het gelijk herrie met de politie. Terwijl voetgangers en fietsers nog gewoon door mochten lopen en fietsen moest ik weg. Handen voor de lens. Nu hebben wij als pers wettelijk een bijzondere maatschappelijke positie. Zolang we niet in de weg lopen of gevaar vormen voor sporen dan mogen we in principe doen wat we willen. Maar, dat weet menig agent niet. Die leren op school dat zij het op straat voor het zeggen hebben. Ja… Totdat je een (foto) journalist tegenkomt.
Dan maar even een paar meter verder weg gaan staan.
En toen liep het echt uit de klauwen. Ik laat me niet wegsturen als ik weet dat ik het recht heb om daar te werken. Dan maar aan laten houden dan zoeken we achteraf wel uit wie gelijk heeft.
Na een uur of wat geboeid in de hete zon gezeten te hebben kwam er een inspecteur die het allemaal wél begreep.
Dan word je vrijgelaten en kan je weg. Toen pas ben ik in elkaar gezakt en heb een kwartier zitten janken naast mijn motor. Er waren vier mensen om het leven gekomen. De piloot, de voorlichter van het Havenbedrijf die ook in de heli zat en fotografen Rob en Ben die ik ook wel kende. Ed Oudenaarden had het overleefd. 23 Vliegtuigongevallen had ik gefotografeerd en geen traan gelaten en nu sloeg ik echt door. Twee dagen later hoorde van de redacteur dat ík eigenlijk in die heli had moeten zitten maar dat hij vergeten was om de uitnodiging door te sturen. Mijn moeder riep altijd al: ‘Er is meer tussen hemel en aarde’. Nou ja, het was mijn tijd nog niet kennelijk. Toen ik een week of wat later bij Ed in het Dijkzigt ziekenhuis op bezoek ging was het eerste wat hij vroeg: ‘Heb jij foto’s ?’. ‘Ja Ed, maar niet dankzij de politie , meer ondanks de politie.’ Hij kon zich echt niets meer herinneren van het ongeval waar hij helaas een dwarslaesie aan overhield. Hij heeft het fotograferen ook totaal afgezworen en wil ook geen contact meer met oud collega’s. Jammer want het was een topfotograaf. Anderhalf jaar later toen ik de Officier van Justitie eens belde wanneer hij me nou eindelijk eens ging vervolgen voor het niet voldoen aan bevel of vordering moest ik langskomen bij het OM. Nou wist ik allang dat hij geen zaak had en zijn antwoord was dat ie nog wat aan zijn proces verbaal moest sleutelen. Toen ging ik echt uit m’n dak: ‘Serieus, moet jij aan je proces verbaal sleutelen om mij te vervolgen?’ Lang verhaal kort, nooit meer iets van gehoord. Maar in de omgang met de politie ging het nog lang daarna stukken beter. Het verhaal over de onterechte arrestatie van een journalist was ruim door het korps gegaan.
Alle collega’s kregen wel eens klappen van de politie, Pim Korver was vaker dan eens de pineut.
En mijn arrestatie was niet de enige keer hoewel deze dames wel gevoelig waren voor mijn argumenten.
Op Rotterdam zuid reed een brandweerwagen eens tegen de wiek van de ambulancehelikopter. Dat zijn toch rare dingen die je dan moet invullen op de schadeformulier. Maar de heli mocht niet meer opstijgen ook al was er maar een schilfer verf vanaf. 
Er vallen toch nog regelmatig vliegtuigjes uit de lucht maar deze was wel heel bijzonder. Parachutisten hebben hun oefenveldjes in de buurt van Rhoon . Maar bij het verlaten van het vliegtuig ging bij een parachutist zijn scherm te vroeg open en bleef hij aan de staart van het vliegtuig hangen. Hij gooide zijn parachute af en kwam met de reserve parachute veilig op de grond maar het vliegtuig stortte neer door de rare manoeuvres. De piloot kwam om het leven want dat was de enige zonder parachute. Sindsdien moet iedereen er een om hebben aan boord. Ook deze fotograaf die later eens mee mocht.

Mijn lover heeft
Flikker maar op met je was, niet aan mijn droogmolen…. maar dat heb ik niet gezegd hoor.
Daarna ploffen we op het strand neer totdat het rond 16.00 uur te fris gaat worden. Ben ik heel gemeen als ik zeg dat ik moet lachen hoe hard hij later terug naar de camper fietst omdat hij heel nodig naar de wc moet….
bekijken we maar weer eens de weersvoorspellingen en als die er gunstig uit zien besluiten we donderdag verder te trekken. Zo gaan we woensdagmorgen eerst naar de kapper, zelfs dat doen we nu samen. 🤣 Nee hoor, kwam zo uit! Daarna trappen we naar Benidorm en halen ‘de oudjes’ op bij Julia en Wout. Hij is ook een oud Roeier en heeft met mijn vader en Jan gewerkt. Zij hebben een appartement direct aan de boulevard gehuurd. Met zijn allen staan ze op het balkon naar ons te roepen en te zwaaien, ik stop en wordt aangereden door een scootmobiel. 😡 Serieus, een oudere dikzak in zo’n ding komt tegen mijn been tot stilstand. Omdat ie niet echt een excuus maakt gil ik harder au,au,au dan dat het zeer doet. Maar nog geen reactie, waarschijnlijk ook nog doof! 🤣 Mijn vent roept hem na; ‘Idiot, go get your driver’s license!!’ 😳 Ik vrees dat nu vele Engelsen in Benidorm op zoek zijn naar een rijschool gezien het volume van mijn lover. 🤣
Dan voor de laatste keer met moeders en Jan lekker lunchen op de boulevard. We sluiten af met een heerlijke paella.
Bij het bekijken van de foto’s zien we dat de grapjas van een kelner ook nog deze van zichzelf gemaakt heeft, als souvenir. 🤣
De balans: we stonden 40 dagen op camperpark Costa Blanca (niet eerder stonden we ergens zo lang) en het is ons goed bevallen maar we hebben nog niet de leeftijd dat we erbij horen.
Laten we het erop houden dat wij de ouderen vreemd vinden en zij ons. 😊 ‘Gaan jullie er alweer op uit? Eten jullie niet in de camper? Wat waren jullie laat thuis! En de ergste vraag die ik kreeg; ‘Ga je nou alweer douchen, je bent toch vanmorgen al geweest!’ 🤣 Het douchen gaat met munten (0,50 eurocent per 5 minuten) en het is bizar hoeveel mensen er uit de afwascorner komen met emmers warm water. Nieuwsgierig als ik ben kom ik erachter dat ze in de camper ‘poedelen’ om zo geld voor de douche uit te sparen. Echt, ik kan daar niets mee, wat een onzin! Net als de prietpraat over kinderen en kleinkinderen. Als mijn vent dan ook weer zijn opmerking maakt ‘We hebben ze niet maar blijven iedere dag proberen!’ 🤣 en er zelf het hardst om lacht zijn de gesprekken snel over. Nu klinkt het misschien vreselijk maar dat is het absoluut niet, we gaan onze eigen gang en vermaken ons prima. 😊 Dan Benidorm! We waren er al vaker, ik zelfs al toen ik 12 jaar was met mijn ouders. Later volgens mij nog twee keer toen ik rond de 20 was. Tsja, dan is Benidorm de place to be! Grappig dat discotheek Penelope van toen er nog steeds is!
Mijn lover en ik hebben onze mening bijgesteld en ons er geweldig geamuseerd. Hou het er maar op dat het iets weg heeft van Las Vegas: een groot gekkenhuis! 😊 Donderdagmorgen nemen we afscheid van het team van camperpark Costa Blanca, we hebben genoten van hun gastvrijheid en schone goed onderhouden plaats. We komen zeker terug! Nog even wat spullen ophalen bij ‘de oudjes’, een bakkie doen, gas en diesel bijvullen en go!
We gaan richting Portugal! Wat we daar gaan doen? 😳 Dat is een heel verhaal daarover volgende keer meer!




















































































































































































































