Van Las Vegas naar de Grand Canyon

Vrijdagmiddag rond twaalf uur komen we aan bij het RV park van hotel Circus Circus, dit ligt goed centraal tussen Fremont street (oude Vegas) en het nieuwe gedeelte op the Strip. Het is even een moment van verbazing want het park is compleet vol, aldus de nukkige receptioniste.

Wij kennen inmiddels de planning van de Amerikanen en laten ons niet afschepen. Vanuit de camper belt mijn lover met de centrale receptie in het hotel en er is gewoon plaats. ?

De volgende dag zoeken we de manager op om ons verhaal te doen want door iedereen weg te sturen verdienen ze niets. Het blijkt dat de receptioniste vroeg naar huis wilde en er geen zin meer in had. Ter compensatie krijgen we een gratis etentje in het buffetrestaurant. ?
Las Vegas again: even twijfel ik wat er deze vierde keer nog te vermelden is over deze stad die zoveel haat-liefde verhoudingen kent: you love it or you hate it. ?
De weddingchapels, de casino’s, de mega hotels, de toeristen, de zwervers en dit alles onder de brandende zon midden in de woestijn van Nevada.
Zie voor ultieme Vegas gekheid ook https://www.siaenroelopreis.nl/voorzichtig-op-weg-naar-het-noorden/.
Ik gooi er deze keer dus gewoon wat fragmenten in, laat je verbeelding spreken, vergelijk het eens met de sfeer in ons kikkerlandje en de foto’s van mijn topfotograaf doen de rest. ?
We boeken drie nachten Vegas op het RV park maar blijven uiteindelijk zeven nachten want ook dit keer is er weer van alles te doen; Gay Pride in Fremont street met een bonte mengeling van allerlei types, soms dronken of stoned maar alles in een heel relaxed sfeer.

De zwervers, strippers en dansers waarmee je voor een paar dollar op de foto kan.

 

Voor een enkeling is dit soms net allemaal even te veel….?

Zoals altijd de flinke wachttijden (ruim één uur) bij onze favoriete restaurants Tony Roma (Fremont street) en Mon Ami Gabi bij Hotel Paris,

die we doorbrengen in het bijbehorende casino waar je reserveringsnummer gewoon afgeroepen wordt.
De ongedwongen sfeer in de stad: na een etentje op het terras bij Paris

lopen we binnendoor in het hotel nog wat door de wonderlijk nagemaakte lichtstad. Bij de pianobar spelen twee pianisten met elkaar en de stemming zit er goed in. Terwijl we staan te kijken zwaait een vrouw vanuit een geopend raam naar me. ‘Hey lovely, how are you?’ Ik begin een praatje met de Amerikaanse die met een groep advocaten hier is voor een conferentie. ‘Can I buy you a drink, join us!’ Ik denk dat het de volgende dag een rustige bijeenkomst met de collega’s is geweest. ? Net als voor ons want brachten we de vorige keren dag en nacht in the city door,  nu doen we dat alleen de avonden en hangen overdag bij het zwembad.

Twee dagen laten we ons verleiden om toch op pad te gaan: zaterdag is het heel helder weer, gaan we de Stratosphere op en genieten van het mooie uitzicht en de duizelingwekkende attracties.

Als we aan de bar een drankje doen vertelt de barkeeper dat de toegangskaarten de gehele dag geldig zijn, ‘You can come back tonight and join me for the happy hour!’ zegt ie met een glimlach. Dus na een bezoek aan de winkel van Victoria’s secret ? in Caesars Palace en een kopje echte Franse uiensoep op het terras van Paris met uitzicht op de fontein van Bellagio

haasten we ons en zijn net voor de zonsondergang terug bij de barkeeper en een verlicht Vegas. ?

De andere dag, dinsdag, gaan we naar Valley of Fire. Dit National Park ligt ongeveer een uurtje rijden van Vegas en is zeker de moeite waard. Het is er onwijs warm en af en toe wagen we ons uit de camper om te genieten van de omgeving. In de hitte bonkt mijn hoofd en ik voel me ongelukkig: de casino’s en het late uitgaan eisen hun tol. ?


Op de terugweg stoppen we bij een Walmart en mijn lover stelt voor om vanavond gewoon een keer thuis te blijven en in de camper te eten. Eigenwijs wil ik er eerst niets van weten maar net voor we de winkel uit lopen bedenk ik me. ‘Laten we vanavond dan maar niets doen en voor de camper hangen!’ piep ik vermoeid. We nemen een gegrilde kip en sla mee en hebben een heerlijke rustige avond.

Rond 22.00 uur oppert ie om nog even naar het casino hier in Circus Circus te lopen maar ik heb er geen puf voor en lig kort daarna in bed. ?
Natuurlijk zijn er weer de casino’s! Zodra ik zo’n zaal binnenstap gebeurd er iets magisch met me, ik had croupier moeten worden. ? Het getingel van de machines, het roepen van de croupiers aan de roulette en Black Jack tafels: I love it! ❤️ Soms speel ik niet eens maar doe aan de bar een computerspelletje,

drink iets en babbel met de barman of andere gasten. Een terugkerend twistpunt tussen mijn lover en mij is: winst of verlies. ‘Jij rekent jezelf rijk maar het casino wint altijd!’ zegt ie. Natuurlijk is dat zo maar ik bekijk het van de positieve kant: het glas is half vol of half leeg. Reken maar mee: ik zet zestig dollar in aan tafel, drink vier drankjes à 12,50 dollar en ga met twintig dollar van tafel. Mijn lover stelt, ‘Je hebt veertig dollar verlies!’ Nu mijn stelling; ‘Ik heb tien dollar winst….want ik tel mijn gratis drankjes ook als winst! ? ‘Je bent een goeie om bij een bank te werken!’ roept ie wanhopig uit als we het casino verlaten en verder slenteren door een altijd bruisend Vegas wat geen dag en nacht kent. Ik zit met een kerel aan tafel en vroeg hem; ‘Do you like Vegas?’ Zijn antwoord was helder en herkenbaar; ‘Now I do but don’t ask me that in the morning.’ ?

We hebben een leuke ontmoeting met Suus en Neomi, twee stoere knappe meiden die met hun lieverd Puck op reis zijn. Ze hebben een bus gekocht, die super handig en creatief ingericht inclusief potkachel, verscheept naar Canada en rijden nu rond met het plan om naar Zuid Amerika te gaan. We brengen een avond met elkaar door en hebben goeie gesprekken over het keerpunt waarop we een beslissing durfden en konden nemen om op reis te gaan, wat dat met ons doet en bovenal wat een rijkdom het is om dit te kunnen doen!

Op vrijdag, na een vermoeiende week Vegas, nemen we afscheid van dit geweldige inspirerende stel en zetten koers richting de Grand Canyon. Zij ook en wie weet zien we elkaar nog! ❤️ De plannen zijn weer gewijzigd, we hebben nog drie weken voordat we naar huis gaan en na een week zwembad liggen in Vegas willen we weer iets ondernemen. De Grand Canyon, North en South Rim, hebben we vorig jaar met mijn ouders bezocht maar Hermits Road (wat alleen toegankelijk is voor pendelbussen, fietsers en voetgangers) hebben we nog niet gezien. De Canyon heeft afgelopen dagen sneeuw gehad maar de verwachtingen zijn nu weer goed: overdag rond de 25 graden, in de nacht wel kans op lichte vorst. Na een overnachting in het toeristische Williams

gaan we na koffie/thee op pad voor het laatste stuk naar Tusayan waar we het Nationale Park in gaan en op Mather campground twee overnachtingen boeken. Deze is groot (320 plekken) maar toch cosy en ligt midden in het bos.

Er is geen internetbereik maar de herten lopen zo langs onze camper, hoe leuk! ? Op zaterdag fietsen we de route,

we lopen een klein stukje van een pad dat naar de bodem loopt,

genieten van de mooie zonsondergang

en worden verrast door de snel invallende duisternis waardoor we in het aardedonker de weg terug naar de camping moeten vinden. ? De volgende dag zetten we de fietsen bij de bushalte bij de Village en springen op de rode lijn van de pendelbus waar we halverwege uitstappen en de rest langs de Canyon wandelen.

Zondagavond zitten we uitgeput in de camper met een wijntje, het was een sportief weekend: veertig kilometer gefietst en tien kilometer gewandeld!
De kachel staat aan want nadat het zonnetje is verdwenen wordt het gelijk koud, mijn lover staat in onze mini keuken een maaltijd te maken en ik stoei met de filmpjes die ik opgenomen heb. Mijn gedachten dwalen terug naar afgelopen week: de ontmoeting met Suus en Naomi waarin we zoveel herkenbare situaties hadden en naar de andere bijzondere mensen die we inmiddels ontmoet hebben op onze reis!
Rest mij alleen nog maar één dingetje ….?

Nou, bijna alles dan….

 

(En voor de liefhebbers een klein experimentje: een kort filmpje van de afgelopen dagen: Klik hieronder)

 

muziek: bens ound,com

Terug in Californië

De rustdagen in Bishop zijn zoals altijd: wassen, opruimen, een kleine reparatie aan het dakluik

en Roel werkt een hoop zakelijke mails weg met het snelle internet op de camping. Die ligt in het centrum naast de bakkerij van Erick Schat en ‘s-ochtends gaat mijn lover erop uit voor een versgebakken brood. ?

In de middag krijgen we nieuwe buren en dan blijkt dat de plekken op de uit 1950 stammende camping niet helemaal berekend zijn op de moderne grote Amerikaanse ‘bakbeesten’. Als de buurman de slide-out uit doet wordt de stoel van mijn lover, die gelukkig net binnen een wijntje aan het pakken is, geraakt en valt om.?

Zondag trakteren we ons zelf op gebak bij Schat,

kopen een brood en oliebollen

en zijn klaar voor vertrek. Het gedeelte Californië/Nevada dat we gaan rijden hebben we eerder gehad. Ook deze weg vanuit Bishop richting Death Valley maar het valt ons nu pas op dat er een aantal verlaten gebouwen verderop in het dal staan. Het blijkt het Manzanar War Relocation Center te zijn wat gedurende de Tweede Wereldoorlog één van de tien interneringskampen voor Japanse Amerikanen was.

‘Ik ben eigenlijk wel nieuwsgierig naar deze geschiedenis, laten we eens kijken.’ stelt mijn lover dus ik draai de parkeerplaats op. Uit de tentoonstelling blijkt de rare move van de Amerikaanse regering in de tijd na de Japanse aanval op Pearl Harbor op Hawaï .  120.000 voor het grootste deel genaturaliseerde (!) Amerikanen van Japanse afkomst uit de westelijke delen van Amerika werden staatsgevaarlijk bestempeld en in tien over de westkust verspreidde concentratiekampen gestopt om te voorkomen dat ze zouden spioneren. Hun eigendommen werden vaak verbeurd verklaard.

De federale wetten bleken dus plotseling niet voor elke Amerikaan te tellen en talloze protesten in het land en opstanden in de kampen waren het gevolg. Van voorstanders kwamen weer racistische tegenuitingen.

Pas toen de gevangenen na enkele jaren detentie een verklaring ondertekenden dat ze zich niet met oorlogshandelingen zouden bezig houden werden groepen vrijgelaten, anderen die weg mochten wilden niet omdat ze zich door de vijandige houding van ‘autochtone’ Amerikanen buiten het kamp niet veilig voelden. Eind 1945 werden alle kampen gesloten.

Best onder de indruk rijden we verder naar Death Valley, halen voor de ingang van het park bij een visitorcentre wat informatie en gaan het park in. We waren hier vorig jaar met mijn ouders ook en vinden de natuur en vooral de leegte heel indrukwekkend.

De temperatuur zo aan het eind van de middag met een harde wind valt mee. Via een flink stuk onverharde weg (dat was korter ?) komen we bij campground Wildrose waar we de hut parkeren voor de nacht. Deze camping ligt aan een doodlopende weg en is echt de moeite waard….al was het alleen maar omdat ie gratis is. ?

De camper staat wat scheef aan de rand en mijn lover doet de blokken onder de voorwielen. We kijken een nieuwe serie en ik ga vroeg naar bed want voel me niet lekker: zere keel en neus. Midden in de nacht schrik ik op want wat gaat die hut tekeer, een harde wind blaast ons alle kanten op. Ik kijk naast me en zie voeten? Onze slaapplek is een beetje cosy zeg maar en ik tuur in het donker naast me: het zijn de voeten van mijn lover maar waar is zijn hoofd? Hij ligt helemaal gedraaid met zijn hoofd bij mijn voeten. ? Ik tik hem wakker, ‘We worden toch niet van die blokken geblazen met die wind? Trouwens wat ben jij raar gaan liggen of is het een stille hint!’ ? In het donker sist ie terug; ‘Maak er maar grapjes over maar wat kan jij tekeer gaan, het was afschuwelijk!’ Wees niet ongerust dit gaat geen versie voor rode oortjes worden want wat hij bedoelde was mijn gesnurk! ? Ik snurk normaal al en nu met de verkoudheid gaan de bomen extra om. Uit wanhoop was hij maar gedraaid om het minder te horen. Het is een vreemde nacht, gebroken staan we de volgende dag op en vervolgen de weg door Death Valley naar Pahrump. Als we bij Stovepipe Wells Village pauze nemen voor koffie/thee,  met een oliebolletje van bakker Schat uit Bishop ?,

komt er een camper met Duits kenteken naast ons staan. We maken een praatje met het stel en wisselen ervaringen en reisschema uit: zij gaan onze richting uit dus wie weet komen we elkaar nog een keer tegen.

Een aantal malen stoppen we en lopen stukken omhoog om van de uitzichten te genieten maar of dat gezien de bordjes nou zo verstandig is….?

We proberen een wandeling te maken naar Golden Canyon maar het is zo heet dat we het na een half uur opgeven en omkeren.

De duurste benzine van Amerika koop je in Death Valley….

Het laagste punt van Amerika is Badwater, 82 meter onder de zeespiegel.

Eind van de middag arriveren we weer op Lakeside RV park in Pahrump, zie ons eerdere bezoek https://www.siaenroelopreis.nl/na-de-liefde-in-vegas-werd-het-ineens-ijzig-koud/ en het eerst wat opvalt is dat het zwembad leeg staat. ‘Nou, dat is balen, ik had me zo verheugd op een paar dagen niets doen aan het zwembad!’ mopper ik tegen mijn lover. De receptie is al gesloten maar op een informatiebord staan lege plekken genoteerd voor de ‘laatkomers’. We rijden een rondje, kiezen een plaats en gaan eten in het restaurant van het bijbehorende casino waar ze een prima hap eten voor een bijzonder schappelijk bedrag serveren.

Als we over het park terug wandelen voel ik me rillerig en in de camper kruip ik met een dekbed op de bank. Mijn voorstel om daar vannacht te slapen wordt door mijn lover opgelucht ontvangen, ‘Nou, dat geeft rust boven!’ grinnikt ie. De volgende morgen melden we ons bij de receptie waar dit keer een vriendelijke dame zit die uitlegt dat het zwembad gerenoveerd wordt. Verder blijkt weer eens dat de prijzen met Booking.com of hier direct boeken enorm kan verschillen. Waardoor is onduidelijk maar onze reservering via Booking is niet doorgekomen en dit keer blijkt dat rechtstreeks boeken op de camping juist goedkoper is. ? We hebben een easy dag op dit mooie park en zitten buiten in het zonnetje. ‘s-Avonds begin ik het steeds benauwder te krijgen: mijn hele hoofd lijkt vol met watten. De zoektocht naar verlichtende middelen zoals neusspray wordt gestart maar in geen van de camperkastjes vinden we iets. ‘Ik maak een zoutoplossing, dat helpt echt!’ zegt mijn lover en gaat behulpzaam aan de slag. Het geeft even lucht maar uiteindelijk rijden we rond 22.30 uur van de camping af op weg naar een apotheek. Wat een heerlijkheid is het toch dat veel winkels hier gewoon 24/7 open zijn! Hoe wanhopig ik ben blijkt wel uit mijn kleding: in een joggingsbroek, slaapshirt en slippers loopt deze Cheryl in de Walmart langs de schappen op zoek naar medicijnen. ? De volgende morgen zegt onze Amerikaanse buurman; ‘Wij hoorden jullie gisteravond wegrijden, zeker nog even naar een casino in het centrum! Als jullie vanavond hier zijn, join us for a Margaritha.’ ?

Op donderdag bezoek ik weer eens een kapsalon voor een verfbeurt. De kapster begrijpt dat het om de uitgroei gaat, alhoewel mijn lover die er bij staat enige verwarring schept als hij lachend uitlegt dat we dit in Nederland ‘een luizenpaadje’ noemen. Zij kijkt verschrikt en legt uit dat ik met beestjes op mijn hoofd echt niet welkom ben….? De volgende dag zijn we er klaar voor: Las Vegas here we come again! Het is een korte rit van zo’n 100 kilometer en voor het eerst sinds al die maanden zien we twee ongelukken, een net buiten de camping

en een op de highway en daardoor komen we in de file. ‘Zal ik gelijk overnemen om het laatste stuk over the Strip te rijden?’ stelt mijn lover voor.
Even twijfel ik want ik weet wat er komt, namelijk een chaotische drukte door het centrum van Las Vegas, maar dan schud ik mijn hoofd, ‘Ga jij maar fotograferen dan rij ik dit keer!’ ?? Uit de speakers dreunt Van Halen met het nummer ‘Jump’ en ik ben er klaar voor!
Met een soort euforisch gevoel draai ik bij het vliegveld de drukte in, passeer het oude Las Vegas monument en krijg weer een lichte huivering bij Mandalay Bay waar vorig jaar de schietpartij plaatsvond. Natuurlijk is het druk maar het is hier altijd druk en rustig rijden we op de rechterbaan met het verkeer mee terwijl mijn lover als een soort Willem Alexander naar de kijkende mensen terug zwaait.

‘Goed zo toppert van me! Als we zo voor het stoplicht staan spring ik eruit voor foto’s!’ roept hij…. ? Aarzelend vraag ik; ‘En als je dan niet op tijd terug bent en ik moet gaan rijden?’ ? Hij kijkt me aan en schiet in de lach, ‘Waarom zou ik niet op tijd zijn?!’ Geloof me bij deze vent heeft tegensputteren geen zin en ik kan alleen maar duimen dat het licht groen blijft! Helaas het is rood en daar springt ie eruit, rent tussen auto’s door en fotografeert van alle kanten de hut op the Strip.

Ik had deze herhaling kunnen verwachten en zucht maar wat. ‘Kijk dan hier, lachen!’ roept ie en zwaait met zijn camera. ‘Where are you from?’ roepen een paar dames en opgetogen roept ie ‘Holland!’ Terug op zijn plekkie oppert ie dat we volgende keer een Nederlandse vlag moeten hebben om die uit het raam te hangen. ? Maar ik geef toe: het heeft echt iets om met je Nederlandse kenteken in Vegas te rijden. Bij hotel Circus Circus draaien we het bijbehorende RV park op. We zijn terug in de gambling jungle van Sin City Las Vegas en boeken voorlopig drie nachten. We zien wel: ‘Gillend naar huis of nooit meer gevonden!’ ? Hopelijk gaat dit blog vanavond de lucht in (als het tenminste lukt want het internet is hier vreselijk ?) en hebben we nog maar een paar nachten bijgeboekt! ?

Reismoe….

Nadat we bij de garage de onderhoudsafspraak hebben gemaakt voor woensdag rijden we langs Salish Seaside RV aan de haven en reserveren een plek voor morgenavond. We hebben een aantal tips voor Vancouver Island gekregen: vanaf Victoria een rondje maken: Port Renfrew, Duncan en terug naar Victoria: overnachten op campground Jordan River waar je, aldus Marianne en Gert die gister bij ons op visite waren, gelijk aan het water met spelende zeeotters staat en de wandeling naar Botanical Beach in het Juan de Fuca National park. Dit strand komt bij laag water droog te staan en in de achtergebleven poeltjes is er dan kans om een variatie aan waterflora, zoals zeesterren, te zien. De afstand die we afleggen is niet echt groot, rond de 90 kilometer tot Jordan River maar door de smalle bochtige weg is snelheid maken geen optie. Na het plaatsje Sooke komen er ook nog een aantal single lane bruggen waarbij we het tegemoetkomend verkeer voorrang moeten geven. Rond een uur of drie vinden we een plek op de campground, inderdaad een geweldige locatie met een mooie zonsondergang. Amerika is aan de overkant van het water.

De volgende morgen rijden we eerst naar Botanical Beach want volgens de getijdentabel is het rond 11.00 uur laag water. Vanaf de parkeerplaats volgt een korte leuke wandeling door het bos maar bij het strand eindigt het pad op de rotsen.

De poeltjes liggen hierin verscholen dus we klimmen en klauteren er over heen. We zoeken uitgebreid in het water maar zien niets wat heel bijzonder is. Mijn lover probeert een foto te maken van de omslaande golven, ‘Als er grotere golven aankomen dan moet je roepen!’ zegt ie. Ik sta paraat en zie een joekel van een golf onze kant opkomen. ‘Wegwezen nu!!’ roep ik naar mijn mister eigenwijs die denkt dat het allemaal wel meevalt. ? Gelukkig blijft de camera droog maar wel natte schoenen en een scheur in zijn broek doordat ie snel van de rotsen af moest.

Als het vloed wordt klauteren we van de rotsen af en wandelen terug naar de camper. In Port Renfrew is alleen een prima pub met WiFi ? , het is niet eens een dorp. Tijd om te lunchen voor deze internetverslaafden want aan deze kant van het eiland is telefoon en internet een crime. Begin van de avond zijn we terug in Victoria en stallen de camper op de gereserveerde plek. Je kan merken dat Vancouver Island populair is onder Nederlanders want er staan verschillende huurcampers met landgenoten op de campground.

Onze buurtjes, een stel uit Den Haag, komen na het eten gezellig een wijntje doen.
Woensdagmorgen melden we ons bij de garage,

laten de camper achter en wandelen naar het centrum waar we om te beginnen bij Starbucks (razendsnel internet) een koffie/thee doen. Vandaar lopen we door de Chinese wijk en genieten van de ‘duistere’ winkeltjes waar van alles te koop is. Bij een eetzaakje eten we de lekkerste wonton soep ever en laten ons door de trotse eigenaresse vertellen dat de zaak al 25 jaar bestaat! ?

We slenteren verder langs de winkels en mijn lover koopt een nieuwe spijkerbroek wat voor een raadsel zorgt want hij koopt dezelfde maat Levi 501 als hij aan heeft maar bij het passen is de broek toch korter. ?

Op de terugweg naar de garage zien we een echte Franse patisserie en schieten nog snel naar binnen voor wat lekkers.

De remmen van de camper zijn vervangen en hij heeft een kleine beurt gehad. Helaas zijn de banden pas vrijdag binnen en van de prijs schrikken we: twee voorbanden voor de prijs van vier in Amerika. ? We lieten ze in Seattle al eerder vervangen voor de grote trip naar Alaska en besluiten om het nu weer daar te doen. De laatste avond op Salish Seaside RV komen de Haagse buurtjes met een fles wijn vertellen wat ze vandaag op walvisexcursie gezien hebben en ineens is het laat! ?
‘s-Morgens realiseren we ons weer eens wat een luxe het is om alle tijd te hebben maar het is voor nu wel handig om uit te zoeken hoe laat de ferry gaat.
Op de terminal blijkt er plaats op de boot van half drie te zijn, we stallen de camper in de bestemde rij en kopen de tickets. Er is nog genoeg tijd en we wandelen naar de stad om te lunchen.

Anderhalf uur voor vertrek moeten we in de camper op de terminal zijn omdat hier de Amerikaanse douane al langs alle voertuigen komt. We zitten net als een beambte op het raam tikt. Hij bekijkt de paspoorten en vraagt wanneer we voor het laatst in Amerika zijn geweest. Dat wordt nadenken want we zijn de afgelopen weken zo vaak de grens over gegaan. Zeker in Hyder (USA) en Stewart (Canada) waar we dagelijks de grens over moesten om bij de beren te komen. ‘Waarom staat er een stempel van entering USA in Vancouver?’ vraagt ie terwijl hij de paspoorten doorbladert. We leggen hem uit dat de camper in reparatie stond, de onderdelen uit Nederland moesten komen en wij een week naar Los Angeles zijn gevlogen.
Even een korte uitleg: de luchthaven van Vancouver is nog één van de weinige maar sterk groeiend aantal buitenlandse luchthavens waar je vooraf aan je vlucht naar de USA al de controle krijgt. Eénmaal door de controle blijf je in een apart gedeelte van de luchthaven: dit is dan al Amerikaans grondgebied. In Los Angeles liepen we daarna zonder verdere controle zo met het koffertje naar buiten. ? We hebben een visum voor tien jaar echter mogen maar een half jaar aaneengesloten in Amerika zijn en deze termijn is net twee dagen verlopen. We zijn Amerika uit geweest maar wanneer gaat het nieuwe half jaar nu weer in? ?
Inmiddels hebben we al zoveel verhalen (variërend van een weekend tot een maand) hierover gehoord en onze ervaring is dat eigenlijk niemand het precies weet. Ook nu is het verrassend: de beambte ziet dat de termijn verlopen is en we moeten mee naar een kantoor. ‘Hebben jullie al een retourticket?’ vraagt ie. We leggen hem uit dat we 18 november vanuit San Diego naar Amsterdam vliegen. ‘Okay, jullie krijgen weer een nieuw half jaar.’ zegt hij zonder verdere vragen. We willen nu toch wel eens weten hoe het zit en ik merk voorzichtig op dat we dus eigenlijk iedere keer gewoon een nieuw half jaar kunnen krijgen. Hij vind het goed opgemerkt en komt met dit antwoord; ‘We bekijken per persoon de situatie en in jullie geval zie ik een stel dat zelf voor hun onderhoud zorgt, geen baan zoekt en alleen op vakantie in Amerika wil komen dus geen probleem.’ ?

Even later varen we tussen de landende watervliegtuigen de haven uit.

Met anderhalf uur zijn we terug in Port Angeles waar we midden juni de trip naar het hoge noorden zijn gestart. We rijden langs een beambte en moeten aan de kant gaan staan. Er is een algehele controle op campers! ? Als we aan de beurt zijn krijgen we de bekende vragen wat we in Amerika komen doen en dan komt de beambte in onze hut. Hij ziet de schaal met fruit en neemt de appels en mandarijnen in beslag….de bananen mogen na onderzoek blijven. ‘Wat hebben jullie nog meer?’ vraagt hij. Ik denk; ‘Man, je moest eens weten, want onder de vloerbedekking waar je staat zit het luik van de kelder vol met levensmiddelen!’ ? Maar dat zeggen we natuurlijk niet! Op zijn verzoek opent mijn lover de koelkast en dan gaat ie los. Hij bekijkt alles alsof er vreselijke beesten in zouden kunnen zitten: de boter, de kaas, beleg, vlees, het pak jus d’orange en zo verder. Uiteindelijk mag alles blijven maar een paar aardappels, uien en knoflook die op een plank liggen worden in beslag genomen omdat ze uit de originele verpakking zijn. Hij stopt alles in zijn jaszak en wenst ons dan een fijne avond. Mijn lover kijkt en zegt; ‘Yes, you too and enjoy your meal tonight!’ ? Ik hou mijn adem in want vind dit niet echt een slimme opmerking maar de beambte kan erom lachen en zegt dat ie echt alles weg moet gooien.
In de regen gaan we op zoek naar een overnachtingsplek. De enige camping die we tegenkomen ligt pal aan de weg. Iets verder zien we een bord met ‘7 Cedars Casino’. Er is een aparte RV parking bij waar je gratis kan overnachten. Na het eten gaan we maar eens binnen kijken nu we er toch zijn! ? Het is een super groot casino met heel veel gokkasten waar mijn lover er één van kiest. Ik wandel wat rond en ga zitten bij een Black Jack tafel waar nog één kruk vrij is. Het is wel een beste tafel die ik heb gekozen, allemaal mannen en al snel heb ik in de gaten dat de kerel naast me flink aangeschoten is. Luid toeterend in mijn oor vraagt ie; ‘Where the hell are you from?’ ? Het is geen onaardige kerel dus ik speel mijn raadspelletje maar weer eens. De andere mannen aan de tafel bemoeien zich er ook mee maar ze raden het niet….Welcome in America!
Het is echt zo: de Amerikaan kent alleen in zijn eigen land en geschiedenis maar de rest van de wereld is vaak een duister iets. We kaarten verder en het is tenenkrommend en verbazend hoe mijn aangeschoten buurman zit te spelen. Hij speelt met flinke inzet op twee plekken aan de tafel en heeft veel geluk. Op een gegeven moment schiet ik hem te hulp want met 18 punten nog een kaart vragen is wel heel erg! Als de croupier verliest en hij zijn winst krijgt slaat ie hard op mijn schouders, ‘Het is dat mijn vrouw hier ergens rond loopt anders zou ik jou nemen!’ zegt ie schuddend van de lach. Ach, moet je zo’n man uitleggen dat er daar twee voor nodig zijn! ? Het zit me niet mee vanavond en als ik mijn laatste fiches ook kwijt ben sta ik op en wil weggaan. Mijn buurman legt een stapeltje van hem bij mij neer, ‘Sit down woman and play with me!’ ? OMG, ik bedank hem, geef ze terug en neem afscheid. Hij draait op zijn kruk en zwaait uitbundig. ‘Die flikkert er zo vanzelf af!’ zegt mijn lover die net aan komt lopen lachend.
De volgende morgen gaan we verder naar Kent waar we bij Les Schwab Tire Center twee nieuwe voorbanden bestellen die hopelijk morgen rond de middag binnen zijn. Het regent pijpenstelen en we schieten de Fred Meyer in om wat te winkelen. Halloween en kerstmis zijn in aantocht, dat is goed te merken aan alle artikelen en natuurlijk kan ik de verleiding niet weerstaan en doe wat inkopen. ?

Op de KOA camping in Tacoma, die al helemaal in Halloween sfeer is, zetten we de hut neer.

De regen blijft de hele avond en nacht vallen en als we ‘s-morgens ontwaken zit de stemming er gelijk goed in als ik uit de douche mijn knie stoot tegen de koelkast. ‘Wat een ??#*??*#?! mopper ik er lustig op los. Dit zijn van die momenten dat ik naar mijn eigen badkamer, die nog groter is dan deze heel camper, verlang. ? ‘Kusje erop?’ vraagt mijn lover lachend maar meer dan het snauwende woord ‘Sexist!!’ krijgt ie niet van me. ?? Tegen de middag zijn we bij de garage en gelukkig de banden zijn binnen. In de koffiecorner wachten we en met een kleine anderhalf uur is het karwei gefixt. Na een etentje bij een prima Mexicaans restaurant

en een gratis overnachting op hun parkeerplaats zetten we de volgende ochtend koers naar Mount Rainier, een vulkaan van 4392 meter hoog en twee vulkanische kraters met elk een diameter van 300 meter in het gelijknamige National Park.

Met 26 grote gletsjers is dit de berg met de meeste gletsjers in geheel Noord Amerika. ‘Het zal hier vast prachtig zijn met mooi weer maar nu even niet!’ zucht mijn lover naast me. Als we naar de top rijden gaat de regen over in sneeuw! Boven is alles gesloten en planken zijn voor de ramen geplaatst.

Het zal hier inderdaad flink spoken’s winters! Op weg naar beneden wordt het droger: tijd voor een korte wandeling! ? Het pad loopt omhoog en door de laaghangende bewolking is geen klap te zien, hoe jammer is dit.

We houden het voor gezien en lopen versteend terug naar de camper. ‘Ik zet deze wel op het lijstje voor volgend jaar!’ zegt Roel terwijl ie de kachel hoog draait. Zelfs ik heb het koud en dat wil wat zeggen! ? Later wordt de top weer zichtbaar.

Eind van de middag vinden we bij Mossy Rock een campground aan het meer.

Als we daar maandagmorgen ontwaken en naar buiten staren zien we een dichte mist over het water. ‘Ik ben er zo klaar mee, wat een takkeweer!’ moppert mijn lover. Wie 28 jaar terug de hier vlakbij opgenomen televisieserie Twin Peaks heeft gezien zal het begrijpen.

We pakken de kaart er nog maar eens bij en checken het weerbericht: alleen maar regen! De route wordt aangepast en de parken Mount St Helens en Mount Hood gaan op de ’things to do’ lijst. ? Voor nu is het met een vaart richting de zon.

In de stromende regen rijden we tot voorbij Bend (350 kilometer) en bij La Pine vinden we een campground. Die is al closed for the season maar er staan nog wat campers dus we schuiven gewoon aan! ?

De volgende dag bij een gezellig zonnetje doe ik buiten maar weer eens wat oefeningen met mijn arm en besluiten we Crater Lake wel mee te pakken omdat dit op de aangepaste route ligt. Dit meer is ongeveer 7700 jaar geleden ontstaan bij een grote vulkanische uitbarsting van Mount Mazama. Tijdens deze uitbarsting werd de bovenste 1500 meter bij een zware explosie weggevaagd. De caldera ligt 2471 meter boven de zeespiegel, heeft een diameter van rond de 10 kilometer, is 647 meter diep en één van ’s werelds bekendste kratermeren. Deze uitbarsting was wel 42 keer zwaarder dan die van Mount St Helens in 1980 en behoort tot ’s werelds zwaarste drie uitbarstingen in de laatste 10.000 jaar. We hebben inmiddels meerdere Nationale parken gezien en ook hier is de natuur weer schitterend.

Terwijl ik rij draait mijn lover op zijn stoel heen en weer om te fotograferen. Bij verschillende uitzichtpunten stappen we uit, trotseren de harde wind (kracht 9) en genieten van de uitzichten op het meer.

Bij de supergrote Walmart in Klamath Falls doen we boodschappen en scoor ik weer wat kerstprullaria. Het is een 24 uurs Walmart en overnight stay is toegestaan. ‘Als je vannacht wakker wordt kan je zo naar de Walmart voor kerstspullen! Ik denk trouwens dat we maar vast een koffer extra moeten boeken want zie het al weer mis gaan!’ grapt mijn lover. ?

Binnenkort zijn er trouwens lokale verkiezingen en dan staan er duizenden borden langs de kant van de weg. En terwijl in de hele staat Oregon jointjes legaal zijn, niet in Klamath Falls en daar is het dan echt een verkiezingsthema.

Gambling city Reno in Nevada is ons volgende doel. We rijden nu wel een groot gedeelte dezelfde weg maar nemen dit voor lief omdat het de snelste route is. In de verte zien we meer van de grote slapende vulkanen die de westkust rijk is.

In Reno waren we eerder en kwamen er toen achter dat deze stad ontzettend veel zwervers heeft. https://www.siaenroelopreis.nl/de-mooie-kust-van-oregon/ . Een geschikte plek om te overnachten is dus een pré. Onze keuze valt weer op het RV park van Grand Sierra Resort. Iets buiten het centrum maar dit resort heeft alles: verschillende restaurants, groot casino en een aantal zwembaden.

We doen een wijntje en besluiten in het casino te gaan eten. Het is druk in de restaurants, na het bekijken van de menukaarten gaan we voor de beste optie: de ‘all you can eat vreetschuur’. ?Het moet gezegd: dit is echt super gevarieerd met lekkere gerechten. In de rij raken we in gesprek met een Amerikaans echtpaar die een voucher ’twee voor de prijs van één’ heeft. Natuurlijk, we kennen het concept, gewoon lid worden van het casino voor de voordelen, maar hebben er nu en vorige keer geen erg in gehad. We gaan dus uit de rij en op zoek naar de informatiebalie. Een vriendelijke kerel legt uit dat we als niet-inwoner van Amerika ons paspoort moeten laten zien. ‘Zitten die niet in je tas?’ vraagt mijn lover en hij begint tegen de kerel te vertellen dat vrouwen altijd zoveel meeslepen in een tas. ‘En vooral die van mij lijkt Mary Poppins wel, ze tovert er nog net niet een staande schemerlamp uit!’ ? Ik kijk vlug in de tas maar geen paspoorten te zien. ‘Ik heb ze niet, ze liggen in de kluis in de camper.’ zucht ik. Die staat dan wel vlakbij de ingang van het casino maar alleen dat gebouw doorwandelen is al een halve marathon. Mijn lover duikt in de kluis terwijl ik buiten wacht, ‘Ik zie ze niet liggen!’ roept ie hard. ? Ik stap naar binnen en duw hem opzij, ‘Ik zal wel even zoeken ouwe speurneus van me!’ Het hele kluisje haal ik leeg maar geen paspoorten….? ‘Jij hebt ze het laatst gehad in Port Angeles, waar heb je ze opgeborgen?’ vraagt ie. De schrik slaat me om het hart want waar heb ik ze nou toch! We babbelen het hele traject nog eens door en ik moet ze hebben! ‘Je bent altijd alles zoek: telefoon, sleutels, tas en nu dit weer!’ ? Hij heeft gelijk die vent van mij, ik ken mezelf. Hij kijkt in mijn tas en slaakt dan een kreet….ze zitten gewoon in een klein vakje waar ik niet heb gekeken. ? Ik opgelucht en hij mopperend lopen we terug naar het casino. Als de kerel het verhaal hoort moet ie erg lachen, maar goed: we zijn lid en alles voor de korting! ‘s-Morgens pakken we de kaart er nog eens bij en puzzelen de route verder uit: Bishop voor het lekkere brood van de Nederlandse bakker Erick Schat,

door Death Valley naar Pahrump en dan again Las Vegas! Van Reno naar Bishop is rond de 350 kilometer en we hebben deze weg al twee keer eerder gehad. Ook hier weer een Agricultural checkpoint waar ze dit keer niks in beslag nemen.

De voor ons ietwat saaie rit wordt abrupt verstoord als het dakraampje boven het bed open vliegt. ‘Oeps, waarschijnlijk heb ik het niet goed dicht gedaan.’ zeg ik en minder wat vaart terwijl mijn lover op de bank klimt om het dicht te doen. ? Het scherm van het raam is echter niet meer compleet want door de plotselinge opening is een gedeelte naar buiten gezogen….? Heel vreemd maar het gebeurde ook nog bijna op de plek waar we vorige keer de lekke radiateur kregen. ?

De eigenaren van camping Diamond in Bishop herkennen ons, ‘Hoe is het met jullie, did you make it to Alaska?’ willen ze weten. We bespreken gelijk drie nachten want de afgelopen dagen hebben we het eerder gemerkt: we zijn even aan een pauze toe, hoe gek het ook klinkt we zijn een soort reismoe. ?Als je ziet wat we de afgelopen zeseneenhalve maand hebben afgelegd dan wordt het wel duidelijk. Het ligt niet alleen aan de afstand maar ook alle indrukken die we onderweg op doen. Eigenlijk iets voor een blog: wat statistieken….

 

Guilty pleasure

Sinds het reizen met de camper door Noord Amerika ben ik lid geworden van een aantal Facebookgroepen. Niets handiger en makkelijker om door middel van vraag en antwoord allerlei informatie over Amerika en Canada met elkaar te delen in een besloten groep.

Af en toe zijn er vragen en antwoorden dat ik denk; ‘Waarom blijf ik in vredesnaam lid?’ ? Een bepaalde nieuwsgierigheid en lekker ergeren maakt dat ik dapper, zonder te reageren, door de vragen en antwoorden heen scroll. Maar soms kan ik me echt niet bedwingen en zegt een ondeugend opstandig poppetje op mijn rechter schouder; ‘Let’s get ready to rumble, je gaat NU een reactie geven!’ ?? Het geeft in ieder geval weer voer genoeg voor een blog-item. ? Onder het motto ‘Verbaas je slechts en verwonder je niet!’ een kleine compilatie.

Advies van een groepslid: Wat te doen met alle plastictasjes die je hier krijgt in de supermarkt? Wij hebben een goeie tip: gebruik ze als vuilzakjes!
Eén van de antwoorden: Wij verbazen ons ook altijd over al die tasjes en gebruiken ze als vuilzakjes! Misschien is dít ook een tip voor jullie! ?
Dan val ik uit de bus en kan alleen maar denken; ‘Koekoek, lezen! Er is als tip al neergezet dat de zakjes daarvoor gebruikt worden!

Dan was deze kerel in Seattle een stuk creatiever met een  plastic tasje op zijn hoofd tegen de vogelpoep!

Vraag: Wij vertrekken binnenkort naar San Francisco. Aangezien het mijn eerste keer verder weg is weet ik nog niet alles van reizen! Mijn vraag is hoe pak je je koffer in? Antwoord: Neem ook ‘snoetenpoetsers’ mee, zo handig! Snoetenpoetsers ? Alsof je naar donker Afrika  vertrekt en er geen water en zeep zou zijn!

Vraag: Wij hebben een koelbox gekocht voor onderweg, onze reis zit erop. Wie wil hem hebben?
Antwoord: Kan je hem niet mee naar huis nemen? Gewoon als handbagage, je rugzak erin doen en in het bagagevak boven je hoofd zetten. Doen wij ook altijd! ?
‘Zo is het, lekker besparen en zuinig zijn, we blijven Nederlanders!’ zegt de slechte helft in mij en ik zie die mensen al lopen met de box op het vliegveld. Die in mijn fantasie dan ook nog snel gevuld is met belegde broodjes en blikjes fris. ?

Vraag: Ik ga zeven dagen naar New York en heb nu een heel goedkoop vliegticket gevonden gebaseerd op alleen maar handbagage. Een koffer bijboeken vind ik te duur, wat denken jullie: zeven dagen met alleen handbagage zou dat lukken?
Ik vind zo’n besparing heel bijzonder want zou er niet aan moeten denken om kleding voor zeven dagen in een handbagagetas te proppen…. eerlijk gezegd zou ik dan niet eens gaan! Er was zelfs een antwoord van een stel dat drie weken! met alleen maar handbagage had gedaan. ? Door deze bepaalde denkwijze snap ik trouwens wel waarom er tegenwoordig zo ergerlijk veel grote handbagage mee gaat in de cabine. Maar dat staat hier niet ter discussie. ?

Vraag: Zijn er meer mensen net als ik die even geen geld hebben om naar Amerika te gaan maar ook zo genieten van alle ingestuurde foto’s op deze site?
Antwoord: Wij zijn net terug van twee weken Florida en gaan over vier weken weer. Wij hebben een eigen huis daar en willen niet dat het lang leeg staat! ?
Ik heb de dame geantwoord; ‘Het antwoord dat je geeft slaat niet op de vraag maar brengt me wel op een idee: Misschien kan je de vrager in je huis laten zodat hij alleen een ticket hoeft te kopen en toch naar Amerika kan!’ ?
Zíj vond het helaas geen goed idee! ?

Vraag: Wie is er in las Vegas geweest? In welk hotel verbleven jullie? Wat was er goed aan en wat viel tegen. Wij gaan naar Excalibur voor 1 nacht. Nog 1 nacht staat open, wij willen dan graag een leuk hotel, een beleving waar veel te zien is en gunstig ligging. Wij gaan met 2 kleine kinderen (5-8 jaar).
Bij zo’n onzinnige vraag kan ik me niet bedwingen want denkt deze persoon dat Hotel Excalibur een gesticht of een strafkamp is? Met een beetje huiswerk zou ze trouwens weten dat dit hotel voor kids super leuk is want alles is met het thema van ridders en draken.

En by the way voor de kenners, echt een drama in Vegas: het in-en uitchecken bij hotels, de wachtrijen zijn groot, groter en oneindig! ? Haar antwoord op mijn opmerking; ‘Ik ben nog nooit in Vegas geweest en neem je tip mee….?

Vraag: Hoe kom ik goedkoop naar Amerika?
Hier had mijn lover geantwoord: zwemmend! ? Zijn antwoord was echter niet grappig vond de beheerder en hij mocht een tijdje niet meer mee doen in de groep! ?

Vraag: Welke taxi is het handigst om te nemen met vijf personen? Zonder verdere informatie over waar, wanneer en waar heen! ? OMG, dat kan alle kanten op want bedoel je in Nederland, Amerika of weet ik veel waar….

Vraag: Ik wil graag de verpakte kaasplakken van Aldi meenemen want dan heb ik geen kaasschaaf nodig. Mag dit?
Antwoord: Wij hebben in juni kaas vacuüm verpakt in een plastic tas tussen 2 handdoeken meegenomen .
Ik heb de dame in kwestie maar laten weten dat er in Amerika gewoon kaas te koop is in alle supermarkten, ook Gouda kaas. In heel Californië zijn er zelfs filialen van de Aldi! ?

Een bijzondere bonte verzameling:

Net geboekt met iceland air geen bagage erbij. Waar kunnen we dat het beste doen en hoeveel kost het, we hebben ook een tussenstop?

Wij gaan met de camper en wie weet wat voor boter ik het best kan kopen om te bakken? Het liefst iets wat op blue band lijkt want dat is de lekkerste!
(Lieve vraagstelster mijn excuses ?maar ik vond deze voor mijn onderwerp zo passend.)

Wie weet er een goed restaurant in New York?

Wie kan ons helpen, wij willen een camper huren en drie weken rondrijden in Amerika. Hebben jullie een indicatie wat dit ons aan camperhuur en zakgeld gaat kosten?

Kan je in Amerika gewoon pinnen met je pinpas?

Wie weet een goeie provider voor internet in Canada of Amerika?

Is de benzine in Amerika heel erg duur?

Welke walvisexcursie is het best op Vancouver Island en hoe laat zien we de walvissen precies?

Deze vragen worden vaker gesteld en de antwoorden kunnen opgezocht worden want er zijn goede antwoorden gepost, maar nee, iedere keer worden ze weer opnieuw gesteld. En echt, soms leveren ze wel rond de honderd antwoorden op waarvan de helft al niet meer gaat over de vraag maar vooral kritiek is op elkaar en de gegeven antwoorden. Of men zet erbij; ‘Ik volg.’ ? Zo’n “jeukopmerking” waarmee men dan aangeeft ook interesse in dit onderwerp te hebben.

Mijn echte ergernis: de vakantie-afteller! Kom op zeg, zit er echt iemand te wachten op dit soort onzinnige informatie dat jij op vakantie gaat over 104 dagen, 15 uur, 51 minuten en 37 seconden?

En nu ik toch op dreef ben: Een foto van een vliegtuig of de geplande route plaatsen en er boven zetten; ‘Zo’n zin in!’ Dat lijkt me vrij logisch anders zou je thuis blijven toch….?

Afgelopen week kwam er op Facebook een bericht voorbij met een aantal ‘voorgestelde groepen’, één daarvan was de groep Camper Vrouwen.
‘Waarom niet!’ dacht ik en drukte op de knop om lid te worden. Net als bij de andere groepen moest ik een aantal vragen beantwoorden en werd geaccepteerd. That was easy! ?
Nieuwsgierig ging ik vervolgens rondneuzen op de site en Wow, de geplaatste opmerkingen waren vooral van ‘stoere’ vrouwen die alleen, of met hun huisdier, in de camper op pad gingen. Gelukkig stonden er ook vrouwen in bezit van een man op dus ik besloot te blijven.

Eén van de vragen is om jezelf als nieuw lid even voor te stellen, ik ging aan de slag en plop, mijn profiel kwam on-line en de andere 462 dames in de groep maakten kennis met mij. ? Er kwamen leuke reacties terug maar één kon ik niet plaatsen, namelijk:  ‘Campervrouw???’


Er waren nog twee dames die het niet snapten en in een reactie om uitleg vroegen. Ik was allang blij want begreep het ook niet, de groep heet toch Campervrouw? Voor degene die niet bekend zijn met groepen: de leden onderling zien alle reacties van elkaar.
Ik vroeg mijn lover of ik het verkeerd zag, die keek op de site en schoot hard in de lach, ‘WTF, waar ben je nou lid van geworden, gooi je bh weg, koop een milieu vriendelijk gerecycled broekpak, trek geitenwollen sokken aan en ga met deinende tieten door het leven!’ ?
De volgende morgen open ik mijn Facebook en zie een nieuwe reactie op het niet begrepen antwoord ‘Campervrouw???’
Daar was ze, mijn redster in nood met de sprankelende naam Dorotique die helder antwoord gaf; ‘Ja, ik snap het wel; het is erg onduidelijk, ik heb het helemaal gehad met dat ‘we’: geen bijrijders aub want de beste stuurlui staan aan wal en dat zijn de bijrijders die nog nooit het stuur hebben aangeraakt behalve het schoon poetsen.’?

Net uit bed met een koffietje voor mijn neus lees ik dit antwoord nog eens over en denk; WTF die opmerking:

Eens opzoeken wat voor type boswachter dit is want deze Cheryl wil niet gelijk onaardig reageren. Op haar profiel zie ik een vrouw van boven de zestig met een bloemenkrans in haar pluizenbossie, zo blijven hangen in het tijdperk film ‘Hair’. Door het eerder geschetste beeld van mijn lover zie ik haar dansen door het gras in een wijd jute broekpak met slingerende tieten, niet bepaald erotisch. ? Ik tik dus een antwoord naar Dorotique Erotiek ? en vraag waarop haar oordeel is gebaseerd. Helaas zal ik nooit een reactie terug ontvangen omdat zij door de beheerster uit de groep is gezet want ook hier geldt: niet onaardig tegen elkaar doen! Jammer het begon juist leuk te worden en van mij mag iedereen zijn mening geven mits het tenminste onderbouwd is.
Maar hoe dan ook bovenstaande kleine willekeurige verzameling uit de groepen, berust (helaas) volledig op waarheid en zijn niet door mij gebruikt om iemand te kwetsen. ?
Want om maar zelf met de billetjes bloot te gaan: toen wij in april terug naar the States vlogen hadden we ook een volle koffer met Nederlandse boodschappen bij ons….waaronder KAAS! ? Ja, inderdaad dezelfde kaas als die we later bij de Aldi in Californië kochten waar die ook nog goedkoper was dan de meegebrachte Nederlandse versie!

Blijft de vraag: waarom ben en blijf ik lid van al deze Facebookgroepen? ?  Nadat ik afgelopen week ook nog lid ben geworden van ‘Kerst en winter creatief’

en ‘Freubels en gezelligheid’ heb ik denkelijk een antwoord: Het is gewoon een guilty pleasure van me! ?

Bijzondere ontmoetingen!

Maandagochtend worden we wakker en voor het eerst hoeft de kachel ‘s-morgens niet aan. Hier op Vancouver Island is de temperatuur hoger dan we de afgelopen weken gehad hebben. We ontbijten met uitzicht op de baai en naast ons, bij Marjon en Jos, is ook al leven. Na het ontbijt staan we buiten en leggen hen uit hoe ze op camping Thunderbird in Campbell River komen als de buren van de andere kant aan komen lopen. ‘Wat bijzonder campers met een Nederlands kenteken!’ zegt de kerel met een Gelders accent. Ze komen uit Nijmegen en hebben hier een camper gehuurd. Drie Nederlandse stellen op een rij. ?

We zetten koers naar Campbell River, daar hebben we woensdag bij Eagle Eye Adventures een grizzly tour geboekt. We waren al eerder op campground Thunderbird en vinden ook nu een plek met uitzicht op het water. Als je geluk hebt zie je vanuit de camper zo de walvissen, eagles en zeehonden….in ieder geval de cruiseschepen!

Dinsdag schijnt de zon en de voorspelling voor de hele week is ook goed! We komen langzaam op gang en doen niet veel: een bezoek aan de wasmachines, koffie drinken met de buurtjes, wat sleutelen aan de camper

en ‘s-avonds gaan we gezellig uit eten met Rentia en Jos, de eigenaren van Eagle Eye Adventures.

Terug in de camper pakken we de rugzakken in en zetten twee wekkers want we moeten ons morgenochtend om 07.30 uur melden voor de tour. Alleen Marjon gaat met ons mee, gisteren heb ik nog eens aangeboden om op te passen maar Jos blijft bij Tinka.

Ik had het graag willen doen maar mee naar de beren is ook wel heel spannend. Na een onrustige nacht zit ik al om 05.00 uur aan de thee, het voelt net als een soort schoolreisje! We gaan dit keer niet met een rhib maar met een dichte boot, het gezelschap (elf personen) is gevarieerd: Nederlanders, Belgen en Canadezen. Vrij snel zien we Humpback whales en iedereen snelt naar het kleine achterdek om ze te bewonderen.

Dan gaat het gas er weer op en suizen we verder langs allerlei kleine eilanden met ontelbare bossen waar af en toe een huis staat. Na zeker twee uur varen zijn we bij Toba Inlet en worden verwelkomd door een plaatselijke gids.

Dit eiland is van de ‘first nations’ Klahoose indianen en alleen met toestemming (en tegen betaling) mag je hier komen. Per dag laten ze maar rond de 32 gasten toe om grizzly’s te kijken. Er staat een busje voor ons klaar en nu gaat het speurwerk naar de beren beginnen. We rijden eerst naar een brug waar we wachten….en wachten….en wachten maar er komt niets.

Dan naar een uitkijktoren, vervolgens weer terug naar de brug en nog een andere uitkijktoren maar we hebben behalve een grote vogel geen geluk.

Eindelijk na lang wachten verschijnt daar dan een grizzly!

Het dier slentert door het water en loopt van ons af naar de verderop gelegen brug. Iedereen klimt snel weer in de bus maar éénmaal daar zien we nog net de kont van de beer die de kant op klimt en in de bossen verdwijnt. Mijn lover en ik zijn de afgelopen weken verwend met alles wat we hebben gezien. Er zit nog een eagle in een boom en een aantal mensen in de groep zuchten van geluk bij het zien van deze grote vogel. Wij echter kijken elkaar aan en mijn lover mompelt, ‘Ik ga er niet eens een foto van maken, die zit veel te ver weg!
Ik heb ze veel beter gehad!’ ? We hadden ons hier veel meer van voorgesteld want de afgelopen dagen hebben we op de site van Eagle Eye Adventures zoveel mooie foto’s en verhalen over de grizzly’s gezien. Niemand begrijpt het maar de natuur laat zich niet sturen. Een beetje teleurgesteld nemen we weer plaats in de boot en varen terug naar Campbell River. Het is een saaie tocht van zeker drie uur met af en toe een ruige golfslag door de stroming. Terug op de camping gaan we met zijn vieren een lekker vissie eten bij de haven. In de vroege ochtend wordt ik wakker en denk, ‘Snel naar de wc en dan weer terug in mijn warme bedje.’ Ik zet één voet op de ladder en voel het ding weg glijden.

Mijn been schiet tussen de treden en ik klap met mijn schouder en rug tegen de zijkant van het hout. In een reflex grijp ik me met mijn armen vast aan het bed. Mijn rechter arm krijgt het weer te verduren en ik laat los….touch down. ? Mijn lover schrikt zich een ongeluk, ‘Wat doe jij nou?!’ Dan volgt een korte Bassie en Adriaan act want hij kan er niet uit zonder laddertje maar als een soort Spider-Man klimt ie uit bed en controleert of ik nog heel ben. ?
Een paar uur later zit ik bont en blauw zielig te zijn aan mijn koffie

en ben blij dat we geen plannen hebben voor vandaag. Omdat de camper nieuwe voorbanden nodig heeft is dat een mooie klus en we gaan op zoek naar een garage. Het is zoals altijd weer hetzelfde lied: ze zijn huiverig om aan een Europees model te sleutelen en na drie garages geven we het op. Met een week zijn we in een grotere stad, daar moet het lukken! ‘s-Avonds schuiven we aan bij Marjon en Jos die heerlijk hebben gekookt en mijn lover maakt zijn bekende nagerecht: ijs met gebakken banaan en Grand Marnier….?

Zo komt er van lijnen helemaal niets! Al vroeg klim ik, zo beweeglijk als een roestige robot, met een pijnstiller in bed en controleer het laddertje. Geen idee hoe die vannacht is losgeraakt maar dat gebeurt me geen tweede keer. ?
Mijn lover zet weer twee wekkers want we gaan morgen nogmaals op berentour, nu met Jos. Vroeg lopen we weer met zijn vieren en met Tinka naar de steiger, ditmaal uitgezwaaid door Marjon. Na een klein uur worden er in de verte orka’s gesignaleerd. Dichterbij gekomen zwemmen ze links en rechts van ons. Het is nog vroeg, er zijn weinig boten op het water en in de stilte kan je ze horen blazen en spuiten.

Ik kijk om me heen, zie iedereen ademloos kijken en het enige geluid is het klikken van de camera’s. Dan komt ineens een soort hoog gepiep vanaf het water. Wat is dat dan? Ruben, de schipper, die zijn best doet om de wettelijk verplichte 200 meter afstand in acht te nemen vertelt; ‘Het is waarschijnlijk een moeder met haar pasgeboren jong.’ We turen allemaal ingespannen naar het water, daar is ze weer, komt boven en inderdaad het kleintje zwemt naast haar. Wow, wat is dit mooi!

Moeder en kind ‘zingen’ naar elkaar terwijl ze samen in en uit het water bewegen. Voor mij is dit één van mijn mooiste momenten van de hele reis, zo puur. ? Ik heb niet veel met water en vissen maar dit is de eerste keer dat ik denk, ‘Ik zou hier een hele dag met een eigen bootje willen blijven liggen dobberen.’ Door de plotseling opkomende dichte mist

varen we verder naar Toba Inlet waar we weer worden begroet door een indiaan van de Klahoose stam. Met de bus door naar de brug waar het wachten begint. Na ongeveer een uur worden we beloond, een grizzly komt uit de struiken, loopt het water in en grijpt een vis.

Met zijn allen staan we in de uitkijktoren en kijken gespannen toe als er nóg een beer aan komt waggelen.

Na ruim drie uur en vijf beren varen we terug. Onderweg zien we nog meer orka’s, humpback whales, vogels en zeehonden.

Moe maar voldaan stappen we aan de kant. ? Op de campground wacht Marjon ons al op met zelfgemaakte soep en praten we na over de afgelopen gezellige dagen en onze aankomende routes. Zaterdagmorgen rijden we achter elkaar aan naar de Starbucks waar we nog een laatste koffie/thee doen en nemen dan afscheid van elkaar. Lieve Marjon, Jos en Tinka stay safe en geniet op jullie trip! ?

Gisteren hebben we gehoord dat hier bij de hatchery zwarte beren zitten, we geven het een kans en gaan kijken. Er staan wat mensen te wachten en we sluiten aan. Net als we met een Nederlands echtpaar aan de praat zijn zie ik vanuit mijn ooghoek een zwarte gedaante uit de struiken komen.

Het is een beer die zich totaal niet bewust is van de mensen aan de overkant. Op z’n gemakje loopt ie de rivier in en probeert een vis te pakken. Als het niet lukt waggelt de slimmerik naar de wier, een blokkade in de rivier om de vissen tegen te houden, waar ze voor op het oprapen liggen.

Uitgegeten loopt ie daarna terug de struiken in en verdwijnt. Wij rijden door naar de Elk fall, deze waterval ligt in het Elk Falls National Forest en de wandeling komt langs het indrukwekkende John Hart Power Project. Deze waterkrachtcentrale is al van net na de Tweede Wereldoorlog en het water er naar toe loopt door drie kilometers lange houten (!) pijpleidingen, ongeveer gemaakt als oude Hollandse haringvaten. Doorsnede: bijna vier meter.

Er is ook een campground, mooi verscholen in de bossen, maar aangezien we vandaag toch nog wat kilometers willen maken gaan we na een quickscan langs de kampeerplekken terug naar de waterkant waar we afscheid van Rentia nemen. Jos is aan het varen maar we zullen elkaar zeker in januari zien als zij voor de vakantiebeurs naar Nederland komen. In Victoria zit een garage die ons eerder heel goed heeft geholpen met de in Temecula slecht gemonteerde dieselpomp. Onze hoop is op hen gevestigd voor de nieuwe voorbanden en dan gelijk de remmen waar de garage in Whitehorse niet aan toe kwam. Dit was geen echte nood maar moet uiteindelijk wel gebeuren. Bij Fanny Bay gaan we camping Lighthouse op waar we al eerder waren. Behalve wat ‘vaste’ bewoners, zoals de visserman die nog nooit in de grote stad was geweest, staan er nu geen passanten. (Zie verslag: Pure eenvoud!) Het is gaan regenen en buiten ziet het er mistroostig uit. We doen lekker vroeg de gordijnen dicht, kaarsjes aan, wijntje erbij en kijken een aflevering Flikken Rotterdam. De hele nacht regent het door en tikken druppels op het dak. Ik word wakker en draai me om naar mijn lover, ‘WTF is het tapijt wat tegen het plafond zit nou nat?!’ ? Inderdaad, we hebben weer lekkage op de oude bekende plek. ‘Als het droog is maar opnieuw kitten!’ zucht mijn lover.
Voor nu plakt ie een groot stuk keukenrol met gaffer tape tegen het plafond. ? In de stromende regen verlaten we Fanny Bay en schieten de snelweg op naar Victoria. Bij de plaats Duncan zien we een winkelcentrum waar we wat door heen struinen en een paar boodschappen halen. Eind van de middag rijden we het centrum van Victoria in, bij Salish Seaside RV is helaas geen plaats meer. De receptionist geeft de tip om het bij Fort Victoria campground te proberen. Deze ligt net iets buiten het centrum en heeft inderdaad nog wat plekken vrij. De regen is gestopt en na het eten lopen we een rondje over de mega camping. Bij de douches komt een stel ons tegemoet, ‘Jullie zijn vast Nederlanders, die herken ik van een afstand!’ zegt de vrouw lachend. We maken een praatje met het stel uit Friesland dat op weg naar de douches is. ‘Kom straks maar voor een glaasje naar plaats nummer zes, de camper met Nederlands kenteken, anders staan we hier morgen nog!’ grinnikt mijn lover. We hebben een gezellige avond met Marianne en Gert die ons, zo blijkt, ook al kennen van het Canada forum. Ze vertrekken overmorgen naar huis en hebben een tas met overgebleven etenswaren, een soort: ‘help Roel en Sia de winter door!’ ? ‘s-Nachts wordt ik een paar keer wakker, door mijn val doet alles zeer, zowel op links als rechts liggen is pijnlijk en op mijn rug liggen is verboden want dan snurk ik, aldus mijn lover. Komt bij dat ik ook een rare kiespijn voel opkomen. ? Mijn maandagmorgen is compleet als ik met mijn hoofd tegen een kastje loop, ‘Sorry, vergeten dicht te doen.’ zegt mijn lover wel tien keer maar mijn humeur is even tot het vriespunt gezakt. Bij de garage worden we enthousiast door de monteurs begroet en na het kort vertellen van de belevenissen van onze reis wordt de agenda erbij gepakt. Aanstaande woensdag hebben ze tijd en nu maar hopen dat de bestelde banden dan binnen zijn! ?

De cirkel is rond

Vorige keer dat we op de Highway 37 reden hebben we veel wild gezien. Vandaag is het echter rustig met de dieren en ondanks dat het zonnetje uitbundig schijnt blijft de temperatuur rond het vriespunt hangen. Bij Dease Lake moeten we tanken en ik haal gelijk een koffietje. Terwijl ik die opdrink check ik mijn phone: totaal geen telefoonbereik en zelfs geen internet. ? De 37 is ook rustig met verkeer op deze zondagmorgen, af en toe een passerende auto met wat mannen erin, waarschijnlijk jagers want in de achterbak van een pick-up zie ik een paar keer een gewei uitsteken. ? Ik zei het al eerder, ik begin aan het jagen en vissen te wennen maar het zal nooit mijn ding worden. Leuk weetje: 96% van de bewoners van Alaska vindt dat de zalm bij hun levenswijze hoort.
We besluiten vandaag flink wat kilometers te maken en wisselen elkaar een paar keer af met sturen. Het is vermoeiend rijden en steeds opletten op deze weg die soms aanvoelt als een kermisattractie en maar weinig stukken vangrail heeft. Zo’n 150 kilometer voor Kitwanga krijgen we de afslag 37 A.

Deze (doodlopende) weg gaat naar Stewart (Canada) en Hyder (Alaska) om te eindigen bij de Salmon Glacier en staat op onze lijst om beren te kunnen zien. Of we de gletsjer gaan bekijken weten we nog niet want de laatste 30 kilometer ernaar toe zijn onverhard.
‘Wat doen we, naar de beren of niet?’ vraagt mijn lover. Het is maar een kleine omweg dus we zijn er snel uit en we moeten toch ergens overnachten. We komen eerst nog langs de Bear Glacier

en snel daarna in Stewart. De hoofdstraat lijkt uitgestorven en behalve twee buurtsupers is wat er aan winkels zit dicht, ‘Closed for the season’.

Het visitor centre is helaas ook dicht zodat we verder geen informatie kunnen vragen. Links van ons ligt een soort boardwalk door het gras langs het water, zouden hier dan beren kunnen zitten? ?

We speuren de omgeving af, zien ineens een beweging en daar loopt een zwarte beer. Misschien schrikt ie van onze motor want het dier rent hard weg. Te snel om op de foto te zetten. Door naar Hyder, we passeren een grenspost. Moeten we ons hier nu melden of niet….? Er komt een beambte aan die uitlegt dat we vanuit Stewart naar Hyder geen controle hebben maar andersom wel. De reden: het is een doodlopende weg dus men kan niet anders dan terugkeren.

De hoofdstraat van Hyder is één grote treurigheid: de gebouwen zijn vervallen of ingestort en bijna alles is dicht.

In een kleine souvenirwinkel neuzen we wat rond en maken een praatje met de verkoopster die vertelt dat het hier in de zomermaanden wel druk is maar dat het seizoen nu afgelopen is. Ze kijkt naar onze camper, ‘The campground here in Hyder is already closed!’

We kijken verwonderd in het rond, ‘Je zal hier wonen!’ zeg ik hardop. Terwijl ik het zeg denk ik ‘OMG, een inkopper….’ En inderdaad mijn lover schiet in de lach terwijl ie roept; ‘Nou er staan genoeg panden voor je B&B!’ ?

We besluiten terug naar Stewart te rijden want daar is nog een campground open. Met deze temperaturen staan we liever full hook-up want als de accu leeg is stopt de fan van de gaskachel ook.
Even een situatieschets: Stewart met ongeveer 550 inwoners (Canada) en Hyder met ongeveer 100 inwoners (Amerika/Alaska).

De plaatsjes liggen aanééngesloten en Hyder is alleen via Stewart te bereiken, gebruikt geen Alaska Time zone maar houdt de Canadese tijd aan, evenals de munteenheid. Alleen in het kleine postkantoor moet je met US dollars betalen, er is trouwens geen ATM in het dorp. De buurtsuper is closed for the season. Kinderen gaan naar een Canadese school en ze houden de Canadese feest-en vakantiedagen aan. Ze presenteren zich als het meest vriendelijke spookstadje ter wereld. We komen bij de grens, die door de Canadezen bewaakt wordt, en wachten.

Uit een klein gebouw komt een beambte naar ons toe. Het kenteken wordt genoteerd en ze kijkt in de paspoorten terwijl ze de gebruikelijke vragen stelt; ‘Wat is ons thuisland, waar gaan we heen, hoe lang blijven we in Canada. (Hallo…. een half uur terug kwamen we over de andere weghelft vanuit Canada en de weg houdt  een kilometer of wat verder op….) Hebben we sigaretten, drank, wapens of bearspray bij ons?’ (Bearspray is niet verboden maar moet wel genoteerd worden). Dan komt de meest vreemde vraag; ‘Hebben jullie nu meer bij je dan je hebt uitgevoerd?’ ? En die begrijpen we niet! Dus mijn lover vraagt wat ze bedoelt. Ze herhaalt eerst vriendelijk de vraag en legt dan uit dat we misschien drank hebben gekocht of meer dan 10.000 dollar in valuta bij ons hebben….? (nou, als we dat al hadden, dan hadden we dat een half uur terug ook al in de auto….) ‘You know there are no shops open en there is no ATM in Hyder?’ vraagt mijn lover, ‘And it is a dead-end road.’ Je kan hier alleen maar komen dóór Canada. Dan zegt ze glimlachend; ‘It’s okay!’ ? en we kunnen doorrijden. We krijgen toch even het idee dat het een soort strafkamp is  voor foute Canadese douaniers. ? We komen op campground Bearview, ze hebben WiFi en iedere gast krijgt een uur gratis, daarna moet er voor betaald worden. Gelukkig voor ons, en de rest van de gasten die dit ook doorhebben, staan de instellingen niet goed en hebben we gewoon doorlopend internet. Wel iedere keer na een uur even opnieuw inloggen….?

De volgende morgen als ik de gordijnen open zie ik de Canadese buurman druk in de weer met emmers en gereedschap. Als we later een praatje maken blijkt dat zijn watertank bevroren is. Als hij hoort dat je bij deze temperaturen de verwarming aan moet laten kijkt hij ons verbaasd aan en vraagt; ‘Hebben jullie er dan geen last van?’ Ze hebben de camper pas gekocht en zijn er nog niet zo bekend mee….?

‘s-Morgens rijden we nog eens door de plaatsjes, maken een wandeling over de boardwalk

maken een foto van een plaatselijk grapje

en bezoeken de Fish Creek Wildlife area in Hyder. Waar naar zeggen grizzly’s zitten. We stappen uit en ruiken een super smerige lucht. WTF is dat? Als we op de houten vlonder lopen en naar het water kijken dan zien we het: tientallen dode zalmen liggen te verrotten. Ze zijn terug gekomen naar de plek waar ze zijn geboren, hebben hom en kuit vermengd en zijn gestorven. ? Het is de natuur en ik zag het al vaker maar het blijft een akelig gezicht die rond vliegende naar kadavers pikkende meeuwen. Positief met zoveel zalm is dat er ook beren moeten zijn!

Er staan wat camera’s opgesteld en een groepje mensen praat met elkaar, één ervan kennen we want die hebben we ook in Haines ontmoet bij de beren. De houten vlonder slingert tussen het water door en we lopen wat heen en weer. Er is een paar uur geleden een grizzly geweest die in het water naar vis stond te grijpen. Nu is er niets dan het geschreeuw van de meeuwen. En dan wordt het wachten….?

Het lijkt altijd zo’n leuk mazzel moment als je onze foto’s op Facebook, waar we er al een paar plaatsten, ziet.
In het echt brengen mijn lover en ik heel wat uren door met wachten voordat er eens een beer opduikt. Ook nu weer, ‘We wachten nog een kwartier en dan gaan we!’ zegt ie rond half vijf.

De zon is inmiddels weg en het is fris geworden op de steiger. In de camper gaat de kachel aan, wijntje erbij, kaarsjes aan en een gezellige avond ligt voor ons. ? ‘Morgen ben je jarig dan word je’ Ik kan mijn zin niet eens afmaken want mijn lover veert op als door een wesp gestoken, ‘Ja, ja, ik weet het wel, je hoeft niet steeds te zeggen hoe oud ik wordt!’ ?? Het was nog een leuke avond! ? Maar zonder gekheid om middernacht feliciteer ik mijn ‘ouwetje’ en we checken voor het slapen gaan of de phones en IPads echt op stil staan want door het tijdverschil is ie in Nederland al jarig en de ‘piepjes’ klinken reeds vrolijk door de camper. ? De volgende ochtend gaan we naar de plaatselijke bakery voor koffie/thee en iets lekkers voor zijn birthday. Daarna rijden we naar de Fish Creek

in de hoop dat we vandaag beren zien. Dezelfde mensen als gisteren staan er al weer met opgestelde camera’s.

Het wachten begint en geduldig zitten we in het zonnetje. Ineens is ie daar, een grote grizzly! Wow, wat een knappert is dit, het dier zwemt door het water, grijpt vissen en maakt er een heel spektakel van. Een soort wedstrijd vrij worstelen met vis.

‘Mijn verjaardagscadeau naar de beren (zie verslag: once in a lifetime!) was bijzonder maar dit is ook grandioos!’ roept mijn lover uitgelaten. Eind van de middag rijden we terug naar Stewart en passeren weer de verbazende grensovergang.

‘s-Avonds pakken we de kaart er eens bij want wat gaat onze route worden? De Nationale parken Banff en Jasper staan op het lijstje maar daar is al sneeuw gevallen en we zijn wel een beetje klaar met de kou. Er zijn een aantal opties, in ieder geval richting het zuiden, en we spreken af dat we de route per dag bijstellen. Begin december moeten we thuis zijn, Roel moet invallen voor één van onze fotografen die met zijn gezin drie maanden naar Nieuw Zeeland gaat.
Eerst maar een mail naar reisbureau Panta in Rotterdam met de vraag voor tickets. De prijzen zijn zeer wisselend: een retour Los Angeles – Amsterdam met KLM per persoon rond de 1350,00 euro. Een retour SanDiego – Amsterdam met Delta (één overstap in Salt Lake City) per persoon 575,00 euro. ? We vliegen graag rechtstreeks met de blauwe vogel maar dit verschil is extreem groot. Komt bij dat we volgend jaar, als we terug gaan, de sneeuw willen opzoeken en dan is Salt Lake City een prima uitvalsbasis. Het wordt dus Delta.
De volgende morgen vertrekken we en voorlopig gaat het richting Vancouver. Het zullen eerst een paar lange dagen ‘kilometervreten’ worden op de Higway 16 om uit het hoge noorden te komen. Deze weg wordt ook wel de Highway of Tears genoemd want volgens de politie zijn hier achttien vrouwen vermist of vermoord sinds 1969. Volgens de locals gaat het aantal eerder naar vijftig!  De laatste trouwens pas enkele weken geleden. Aan de kant van de weg staan grote borden met de tekst ‘Girls don’t hitchhike on the Highway of Tears! Killer on the Loose!’ en bij sommige hangen foto’s van de vermiste meisjes waarvan velen nooit zijn teruggevonden.

Hoe is het mogelijk denk je nu misschien maar bij het zien van deze lange weg (720 kilometer) die door dichtgegroeide bossen, kleine dorpjes en indianenreservaten gaat krijg ik langzaam een beeld van hoe je hier zomaar zou kunnen verdwijnen. ? Bij Smithers houden we het na zo’n 350 kilometer voor gezien en schieten een camping op. We hebben veel moeite gedaan om te betalen maar de host was onvindbaar.

De volgende dag trappen we 370 kilometer weg en zijn in Prince George waar we net iets buiten het centrum op campground Northern Experience overnachten.

Van beide plaatsen krijgen we na wat sightseeing geen vibraties. Het weer speelt ook niet mee want de regen klettert af en toe naar beneden. De volgende ochtend aan het ontbijtje zegt mijn lover ineens; ‘Heb je de berenfoto’s van Jos gezien? Ik zou er eigenlijk nog wel naar toe willen.’ ? Voor de nieuwkomers op ons blog: Rentia en Jos zijn de eigenaren van Eagle Eye Adventures in Campbell River. Zij verzorgen walvis-en berenexcursies. Eerder gingen wij met hen mee op walvisexcursie en hadden toen een onvergetelijke ervaring (zie verslag: vijftien ongelofelijke minuten!). Ik zie het beeld van mijn teenslippertjes aan het strand langzaam vervagen. ‘We zouden toch richting de zon gaan….’ opper ik. Daar zit mijn lover en laat opgewonden de foto’s zien. Die ik natuurlijk zelf ook al had gezien en inderdaad ze zijn indrukwekkend! ? Hij checkt het weerbericht en de hele aankomende week zal de zon schijnen op Vancouver Island. ‘Eerst de beren en dan jouw twee weken strand in Oceanside?’ vraagt ie en het is net alsof ik bij Miljoenenjacht sta en Linda het kastje open zet en vraagt  “Deal or no deal?”. ? ‘Laten we eerst maar gaan rijden en onderweg beslissen.’ besluit ik. Nooit zo maar toegeven….? Net voor de plaats Quesnel komen we in een file terecht.

Vooraan rijdt een camper en het lijkt wel alsof ik een Nederlands kenteken zie. Het is een tweebaansweg en zodra er een baan bijkomt rijden we met de rij mee om in te halen. Het zijn inderdaad Nederlanders! Mijn lover knippert en toetert en ze seinen terug. ‘Zodra ik kan ga ik stoppen en hoop dat ze dat ook doen!’ roept hij opgewonden. Zo’n situatie is altijd een wat vreemde dimensie tussen ons want het lijkt alsof we boeven moeten gaan vangen en het bazige in me komt naar boven. ? ‘Nu aan de kant, daar kunnen we wachten!’ beveel ik en geloof me of niet maar mijn lover doet het dan ook. We turen in de spiegels en daar zie ik ze, ‘Daar zijn ze, invoegen nu!!’ Uiteindelijk komen we tot stilstand op de parkeerplaats bij een winkelcentrum en gaan met elkaar koffie/thee met wat lekkers doen bij een bakkertje.

Marjon, Jos en hun lieve hond Tinka zijn in mei dit jaar gestart met hun reis en wonen in Schiedam, onze buurgemeente. ? Gezien de routes die we beiden hebben zullen we elkaar nog wel vaker tegen gaan komen. Ook vandaag  verslinden we kilometers en als het ‘s-middags blijft plenzen wisselen we nog eens van plekkie en gaan door want waarom stoppen met dit pokkenweer. In 100 mile house (is echt een plaatsje hoor ?) zien we een Municipal camping, een hele kleine in het bos waar nog één camper staat. We parkeren de hut: eind van weer een rijdag! Het op nog geen 50 meter afstand gelegen ziekenhuis heeft wel razendsnel internet. Zonder password . Morgen nog zo’n 300 kilometer tot Whistler. Hier hebben we in februari 2013 geskied en maakte ik kennis met de populariteit van de skitrui van mijn lover. Heel lang geleden door zijn moedertje gebreid en die hij trots iedere keer weer aantrekt.

Er werd toen zo vaak ‘Nice sweater!’ geroepen dat ik hem ‘Mr. Sweaterman’ ben gaan noemen. ? Inmiddels op de camping in 100 mile house opent mijn lover zijn mail, ‘Moet je nou eens kijken, allemachtig!’ roept ie uit en laat mij foto’s zien van een camper in de greppel. Het is de camper van Diana en haar vader die we ontmoet hebben bij de beren in Haines en onlangs nog in de garage in Whitehorse hebben gezien waar ze ook met pech stonden. Nu zijn ze op de Highway 37 van de weg afgeraakt en in de berm terecht gekomen.

Gelukkig niemand gewond maar de camper is total loss. Wat een pech! ?

De volgende morgen is het erg mistig, ‘Als jij het niet erg vind, rij jij dan.’ vraag ik mijn lover. De 97 is een tweebaansweg met druk verkeer.

Na de afslag met de 99 richting Whistler neem ik het stuur over zodat mijn lover kan fotograferen. Wat is het mooi hier, de mist is opgetrokken en hoge bergen liggen voor ons.

 

Op sommige punten is het heel diep en lijkt de rivier een mini stroompje. Het is hier een stuk rustiger met verkeer en ik kijk genietend om me heen terwijl ik de camera hoor klikken. Soms stoppen we en stapt hij snel uit om foto’s te maken, ik wacht dan met draaiende motor….? Dan wordt de weg serieus: waarschuwingsborden volgen elkaar snel op. Het gaat steil naar boven hier en ik mag aan de slag achter het stuur. Netjes draai ik de bochten terwijl mijn lover meekijkt of er van boven niets aan komt. Dan volgt de afdaling met nog meer waarschuwingen aan de kant van de weg. ‘Remmen, remmen! Je gaat veel te hard! moppert mijn bijrijder. ? Ik heb trouwens geen idee waarom ie dat zegt want heb alles onder controle. Even kijk ik opzij naar hem, zijn handen strak op zijn knieën en de blik vooruit. ‘Voor je kijken!!!’ roept ie me toe. Ik moet er hartelijk om lachen en zeg grinnikend, ‘Je bent toch niet bang!’ Daar gaan we verder in de afdaling en ik moet bekennen, het is best heftig met al die bochten. Eindelijk zijn we beneden en ik slaak een zucht van verlichting, dat heb ik even mooi gedaan. ?? Naast me zit mijn lover nog te sputteren, ‘Je reed als een dwaas naar beneden!’ Voor degene die weten hoe hij zelf rijdt: dit is best een gewaagde opmerking van hem! ? In het centrum van Whistler is het druk maar op één van de grote parkeerplaatsen vinden we al snel een plek. Wat is het leuk om hier terug te zijn, de herinneringen komen omhoog!

Bij de skilift staan een heleboel mountainbikers te wachten tot ze naar boven kunnen en vanaf de top komen veel verschillende paden naar beneden.

‘En zo gek was jij vroeger  ook om dit te doen?! vraagt mijn lover vol verbazing. ? Ik knik bevestigend en antwoord, ‘Maar ik weet niet of ik het nu nog zou durven hoor.’ We lopen een rondje door het centrum, drinken op een terrasje een cocktail

en gaan dan naar restaurant Mongolië. Het concept is hier heel makkelijk, je loopt langs het buffet, schept in een kom wat je wilt eten en laat dit wokken bij de koks. Goed opletten want het wordt gewogen, je betaalt dus het gewicht van de inhoud van je kommetje.

We hebben wel eens mensen gezien die maar bleven opscheppen en bij de kassa zich een ongeluk schrokken! Als we na het eten buiten komen voelt het winters koud. Op het plein speelt een band en er dansen wat mensen. We willen best blijven maar moeten nog een overnachtingsplek regelen! De dichtstbijzijnde, Riverside, is vol. Met het advies om het bij RV Park Whistler te proberen rijden we het dorp uit. Inmiddels is het ook gaan regenen en in slecht zicht rijden we op een slingerende weg omhoog richting de camping waar gelukkig plek is. De receptionist schrikt wat op van onze komst, waarschijnlijk had ie niemand meer verwacht. Bijzonder is zijn vraag of we een plek met uitzicht willen want we blijven maar één nacht en er is niets te zien want het is stik donker! ? Hij heeft het goed met ons voor en we krijgen van hem een plek met uitzicht tegen een lage betaling….de goedkopere plekken waren trouwens allemaal vol. Zondagmorgen worden we wakker in de laaghangende wolken, er is geen klap te zien.

We rijden terug naar het centrum en doen koffie/thee met wat lekkers bij een bijzonder goeie bakkerswinkel waar de mensen buiten in de rij staan te wachten! Daarna shoppen we wat, althans ik shop en mijn lover wacht geduldig tot hij kan gaan sjouwen. ?

Bij het visitor centre halen we wat informatie over wintercampings en horen dat de skiliften door de vroege komst van het winterweer (bovenop de pistes is al sneeuw gevallen) waarschijnlijk al een maand eerder open gaan.  Rond een uur of twee hebben we alles gezien en rijden naar Horseshoe Bay waar we de ferry richting Vancouver Island willen nemen. Inderdaad we hebben een deal, mijn lover en ik gaan naar de beren! Er staat een lange wachtrij bij de boot die net is gearriveerd.

Het is best warm in de wachtende auto, ik druk het raampje naar beneden en stuur een appje naar Rentia met de vraag of er nog plaatsen vrij zijn op de excursie. ‘Dag, spreekt u ook Nederlands?’ hoor ik een mannenstem vragen. Ik kijk opzij en zie Jos (die we een paar dagen geleden ontmoet hebben) staan. Dit is echt grappig! De ferry is groot en ondanks dat zij een heel eind achter ons staan, kunnen ze gelukkig ook mee.

Na anderhalf uur varen zijn we terug op Vancouver Island in Nanaimo.

Het is inmiddels half acht en we besluiten met elkaar naar Living Forest Oceanside RV Park te gaan. Hier waren we een paar maanden geleden al eerder en het is een super mooie plek. We krijgen twee plaatsen  met uitzicht op de baai. Na het eten komen de buurtjes met de hond nog een wijntje doen en we prijzen ons zeer gelukkig want in Nederland is het al maandagmorgen en wij zijn gewoon vrij om te doen wat we willen: geen wekkertje en bijna geen verplichtingen….lucky us! ?

 

De geschiedenis herhaalt zich!

Eindelijk een relaas van de afgelopen twee weken die hectisch en een beetje herhaling van zetten waren. ?
Zoals je in ons laatste verslag kon lezen had de camper problemen met de remmen en de wiellagers. Deze moesten besteld worden in Nederland en dat was dit keer dubbel spannend want we zijn in de Yukon! Soort Middle of Nowhere. Nirgendshausen. Nergenshuizen. Het leek bij aanvang van de reis zo simpel: je maakt in Nederland een afspraak met de garage dat waar we ook zijn en wat we ook nodig hebben: per express opsturen! Inmiddels weten we dat het in de praktijk niet zo werkt. ?
Omdat alles minimaal een week kon gaan duren en de weersvoorspelling voor Whitehorse slecht was besloten we naar de zon te gaan.

In verband met Labour day waren maandag alle winkels gesloten en op het vliegveld was, behalve dit kleine vosje,

ook niets te bekennen dus we zochten alvast op internet naar vliegtickets naar het zuiden maar kwamen er niet echt uit. ‘s-Middags bezochten we de SS Klondike en genoten van een niet voorspeld zonnetje.

Dinsdagochtend stapten we binnen bij het plaatselijke reisbureau annex kledingwinkeltje en legden onze wens neer: een kleine week Las Vegas! Het bleek echter niet zo eenvoudig om uit de Yukon te ontsnappen! Via Vancouver en Los Angeles konden we naar Las Vegas, een trip van minimaal vijftien uur! ? Na wat gepuzzel besloten we uiteindelijk te vliegen op Los Angeles en daar een auto te huren. En zoals we van ons zelf gewend zijn werden de dagen direct vol gepland met een bezoek aan Han en Jack (daar kwamen we toch langs), Las Vegas en Palm Springs. ? We regelden dat de camper bij de garage kon blijven en gaven de reservesleutels af zodat, als de onderdelen eerder binnen zouden zijn, de monteurs aan de slag konden. Bij het boodschappen doen kom je toch soms ook weer vreemde dingen tegen.

Dutch recept….

Aan een halve aardappel heb je genoeg voor drie dagen….

De woensdag voor vertrek vloog op de camping voorbij: ik zocht de zomerspullen bij elkaar terwijl mijn lover met hulp van een aardige buurman de bumper repareerde.

 

Het wekkertje ging de volgende morgen heel vroeg, we parkeerden de camper bij de garage waar de taxi ons om 06.00 uur zou oppikken voor de korte rit naar het vliegveld. Net toen we dachten alles te hebben zag mijn lover dat de koelkast niet automatisch op gas was terug geschakeld. De koelkast schakelt automatisch om van 220v (op de camping aan de stroom) naar 12 volt (tijdens het rijden) naar gas (tijdens stilstand). Natuurlijk kwam de taxi net op dit moment aanrijden. ‘Nou dat is lekker, ik vertrouw het niets!’ riep hij, zocht een plastic tas en gooide alle spullen uit de vriezer en de koelkast erin. Met de woorden ‘Handdoek onderin voor het ontdooien en niets meer aan doen!’ deed ie de koelkast uit. De chauffeur had inmiddels de bagage in de taxi gedaan en met een tas vol diepvriesproducten kroop ik achterin. ‘Do you want to keep that bag with you madam?’ vroeg hij terwijl ie nieuwsgierig naar de tas keek. ? Op het vliegveld gooide ik het zwikkie in een prullenbak. Even had ik de twijfel om het aan de taxichauffeur te geven maar de beste man had net verteld waar hij oorspronkelijk vandaan kwam, namelijk een land waar koeien heilig zijn, en om hem dan de biefstukjes te geven….?
Na een lange reisdag (16 uur!) met Air North (Yukon’s eigen maatschappij met een perfecte service),

Air Canada

en de huurauto zaten we rond 22.00 uur bij Han en Jack die om onze komst te vieren een lekker flessie bubbels open trokken! De volgende dag zaten we puffend van de hitte aan de ontbijttafel met fantastisch uitzicht.

Na 2 1/2 maand Alaska en de Yukon waren we deze temperatuur van minimaal 35 graden niet meer gewend. Eindelijk op gang deden we zeer nuttige dingen ?: shoppen (Han en ik),

 

computers checken en updaten en een rondje vliegen met de drone (Jack en Roel)

met de dieren spelen

en ‘s-avonds naar de Stagecoach voor een gezellig avondje.

We lieten het idee om naar Vegas (400 km) te gaan schieten en reden naar Casa Cody in Palm Springs om een paar dagen bij het zwembad te luieren. Afgelopen november waren we hier ook en deze B&B, in 1920 ontdekt door een nicht van Buffalo Bill genaamd Harriet Cody, is een heerlijke plek tegen de bergen van San Jacinto in het midden van het centrum. Men zegt dat Palm Springs de hoofdstad is van homo’s en lesbiennes en misschien is daarom de sfeer wel zo easy. In sommige restaurants is het een zien en gezien worden maar dat maakt het allemaal zo leuk. Vorig jaar ontdekten we dat ze bij Mexicaans restaurant Maracas de beste (lees: sterkste ?) Margarita’s maakten en na de lunch, waarbij we ieder twee glazen dronken, kwam de herinnering ineens terug.

Ik stond namelijk op en dacht; ‘Wow, wat heb ik verende schoenen aan!’ ? In de brandende zon (42 graden) liepen we lacherig terug naar het hotel, ‘Net een uur hier en het ging al mis!’ In de meestal zo rustige tuin en het zwembad was het druk, we plonsden in het water en werden vrijwel direct aangesproken door een kerel; ‘Mijn dochter is hier gisteren getrouwd en we hebben vandaag nog feest! Willen jullie iets drinken?’ Na het bruidspaar gefeliciteerd te hebben kwam de drank uit de koelboxen en was er geen ontsnappen meer mogelijk. ? Uiteindelijk zaten we rond 20.30 uur bij restaurant Kaiser Grille braaf met een tonic op het terras en bestelden iets te eten.

OMG wat was het nog warm, boven ons hoofd hingen vernevelaars die verkoelend moesten werken maar of het hielp! ? De dagen in Palm Springs werden verder gevuld met shoppen, bij het zwembad hangen,

eten, drinken

en een gokje in het casino waar ik door de drank iets overmoedig werd…of was het het spel dat ik niet eerder op deze manier had gespeeld: Spanish Black Jack? ? Eigenlijk het gewone spelletje maar hier mag je altíjd je inzet verdubbelen.

Natuurlijk maakten we ook weer een klein incident mee: een dame was met haar auto tegen onze geparkeerde huurauto aangereden. Ze had netjes een briefje met haar gegevens op de raam geplakt, het bleek een verkoopster van een kleine spirituele winkel te zijn die gelukkig de schade gelijk telefonisch regelde met de verhuurmaatschappij. Vervolgens repareerde mijn lover weer een bumper, die er half bij hing, met gaffer tape. ?? Wel effe in de gaten houden of ik m’n borg terug krijg….

Woensdag vlogen we ‘s-middags vanaf Los Angeles via Vancouver terug naar Whitehorse. Die carpoolbanen zijn toch wel lekker hoor….

Mijn lover en ik hadden een ruime overstaptijd (vier uur) en doken eerst een restaurant in. Terwijl we nog wat winkeltjes inliepen checkte ie snel het beeldscherm; ‘We moeten naar de C pier want vanaf daar vertrekt die kist.’ Daar aangekomen zat er één man te wachten die vroeg; ‘Are you going to Whitehorse?’ en hij keek wat verbaasd naar mijn outfit. ? Okay, die was in Palm Springs helemaal hip maar voor deze bestemming totaal verkeerd. Een beetje lacherig zei ik; ‘Yep, Whitehorse of all places!’ en we gingen bij de kerel zitten die begon te vertellen dat er vanavond eerder nog een vliegtuig ging. Wat bleek : wij zaten bij de verkeerde gate! ‘WTF, je hebt niet goed gekeken!’ riep ik uit en daar gingen we op een draf helemaal terug naar de B pier waar iedereen al in het vliegtuig zat. Wij stapten in en daar zaten naar schatting 48 locals van Whitehorse die ook verbaasd opkeken naar mijn ’tijger Annie’ outfit.?

Tijdens de vlucht, met weer een prima service, gingen de twee stewardessen lekker bij bekenden zitten babbelen: I love it! ? Een taxi bracht ons naar het terrein van de garage waar we net voor middernacht de hut instapten. Oei, wat was het koud in dat ding, in één dag waren waren we zeker 35 graden terug gegaan. De kachel ging hoog en een extra deken op bed….’OMG! Ik wil terug naar de hitte!’ riepen we wel een aantal keer.
Donderdagochtend stonden we om 08.00 uur bij de garage waar de receptionist geen vrolijke mededeling voor ons had: ‘De monteur is ziek en het pakket is nog niet gearriveerd.’ ? De afgelopen dagen had Roel op internet het pakket met onderdelen via het trackingnummer gevolgd en vervolgens ook nog gebeld met DHL omdat ie zag dat het al een paar dagen vast stond in Vancouver. Toen had men verzekerd dat het pakket donderdag in de garage zou zijn. Balend liepen we naar buiten en reden in de stromende regen naar een Starbucks. ‘Wat een ?##*#?#*##zooi !’ zei mijn lover en ging het internet op om uit te zoeken waar de onderdelen waren. En dat klinkt makkelijk maar niet met een internetsnelheid met rooksignalen uit het jaar 1900 zoals hier in de Yukon. Eind van de middag waren de onderdelen gelukkig bij de garage, ‘Ik hoop dat de monteur morgen beter is.’ zei de receptionist. We reden terug naar de camping en waren niet gerust op de dag van morgen: vrijdag en bijna weekend, wat als de monteur nog ziek is…. ? De volgende morgen stonden we weer om 08.00 uur bij de garage.
‘Ik heb jullie net een berichtje gestuurd dat de monteur nog ziek is.’ zei de receptionist. Zie even deze grote garage voor je met de merken: Dodge, Chrysler, Ram, Jeep en Fiat. ‘Nou, dan is er vast wel een andere monteur want wij hadden een afspraak met elkaar.’ stelt mijn lover. ?? Lang verhaal kort maken: we moesten rond 10.00 uur terugkomen dan wist ie meer. Terwijl we daar stonden kroop er op mijn schouder een heel vervelend poppetje die fluisterde; ‘Misschien worden jullie wel in de maling genomen, is de monteur niet ziek maar willen ze bij nader inzien toch de reparatie niet doen omdat ze niet bekend zijn met dit model uit Europa.’ ? Nou had mijn handige lover al wat huiswerk gedaan en we reden naar een volgende garage. Een heel vriendelijke vent die ons zelf niet kon helpen maar wel in de telefoon klom om rond te bellen. Met een lijst aan nieuwe adressen gingen we eerst terug naar de oorspronkelijke garage; ‘Nou, ik weet nog niets, kom om 12.00 uur maar terug dan heb ik waarschijnlijk wel een monteur.’ Mijn lover vroeg het pakket met onderdelen mee, ‘Dan kijk ik alvast of het allemaal klopt….’ en daarmee reden we naar een volgende garage. Na nog drie andere had ik het helemaal gehad: ze konden ons niet helpen want hadden de benodigde apparatuur of het lef om de reparatie te doen niet. Om 12.00 uur waren de monteurs bij de eerste garage lunchen en mijn lover vroeg nu ook de reservesleutels terug….Ik was op verzoek van mijn lover maar in de camper gebleven. ? Verslagen reden we weer naar de Starbucks waar we alle mogelijkheden nog eens bespraken. Daar was nota bene de open haard al aan….

Er was één garage voor vrachtwagens waar de monteur had gezegd; ‘Als je helemaal niemand kan vinden, kom dan terug.’ ? Dat was de enige mogelijkheid nog. De monteur was lunchen en de receptioniste vroeg ons te wachten. ‘Hij kan ieder moment terug zijn.’ Voor de garage gingen we in de camper zitten en echt, het werd me allemaal iets teveel,  al die garages met hun rot smoesjes. Een traan rolde over mijn wang terwijl ik snikte; ‘Straks moet ie op een oplegger naar huis….’ Maar….soms zijn de wonderen de wereld niet uit: de monteur hoorde het verhaal, keek naar de onderdelen en zei; ‘Let’s give it a try!’, en ging gelijk aan de slag.

Hij had zes uur nodig voor het karwei en toen was het gelukt! Super aardig van hem want hij bleef overwerken….het was 20.00 uur toen hij er mee stopte! We reden maar weer naar Steakhouse G&P voor een etentje om dit te vieren. ? Eindelijk reden we zaterdagmorgen uit Whitehorse weg, bij de Starbucks haalde ik nog een koffietje, ‘Are you leaving before the snow is coming?’ vroeg de verkoopster en legde  uit dat als de verse sneeuw op de bergtoppen 48 uur bleef liggen er binnen twee weken een flink pak zou volgen en het wit zou blijven tot in het voorjaar….?

Ik keek naar buiten en geloofde haar direct, afgelopen nacht had het gevroren en de auto’s waren voorzien van een dun laagje ijs. Dit reparatiegrapje had ons twee weken aan tijd gekost. ? Tot zover deze story in de (taalkundig) verleden tijd.

De zon schijnt uitbundig als we Whitehorse achter ons laten en de lange stille weg richting Watson Lake weer opgaan om uiteindelijk de Highway 37 te nemen. De natuur is in een paar dagen weer veranderd, diepere herfstkleuren wisselen elkaar af en in de verte zien we de besneeuwde bergen. De Yukon maakt de afgelopen dagen weer helemaal goed met deze super mooie rit! Bij de kruising met de Highway 37 en Watson Lake tanken we. Ruim twee maanden geleden waren we hier ook en wat een mooie dingen hebben we in die tijd beleefd! Ik loop het tankstation in om te kijken of mijn drietandige vriend aan het werk is. ‘Hey, how you doing, still thinking about a B&B here or leaving the Yukon before the snow is coming?’ roep ie. ? Ja, die sneeuw is hier een dingetje hoor….? We checken of we alles voldoende hebben: gas, diesel, eten en drinken want voor ons ligt de 37: een eenzame weg van ongeveer 750 kilometer, soms bochtig en smal, die ons vanuit de Yukon in Britisch Colombia brengt.

‘Klaar voor dit avontuur, internetverslaafde van me?!’ ? grinnikt mijn lover als we wegrijden. Uit de speakers klinkt net de stem van Hazes ‘Zeg maar niets meer….’ ik zwijg dus maar want we kunnen elkaar een hand geven mijn handsome en ik: wie is er nou verslaafd? ? Bij Jade City (een gehucht met 30 inwoners) zijn we wel heel welkom: Free Coffee, Free RV parking. Het lijkt ons een prima stop voor de nacht, we parkeren de camper en gaan het winkeltje in.

Daar verkopen ze allemaal dingen gemaakt van jade zoals sieraden en beeldjes. De aardige verkoopster babbelt er vrolijk op los. Als ik mijn lover hoor vragen of ze toevallig WiFi heeft denk ik; ‘Hmmm, wie is er nou verslaafd?’ ? Ze geeft de WiFi code en zegt ‘Don’t forget to look for the Northern lights tonight!’ In de camper gaat de kachel hoog, we kijken naar de nieuwe aflevering ‘Flikken Rotterdam’ (alles is te downloaden) en rond middernacht staan we buiten onder ontelbare sterren maar helaas geen Noorderlicht.

De volgende ochtend loopt mijn lover buiten, tikt tegen het raam en roept; ‘Dit ga je niet geloven, ik zal er een foto van maken!’ ? ‘OMG, wat hebben we nu weer?’ denk ik en wacht gespannen tot ie terug is in de hut. In een koude windvlaag stapt ie binnen; ‘Kijk nou, die ijspegels!’

Snel wegwezen hier!

Een zonnige onderbreking!

De fotograaf en de schrijfster: lovers – Palm Springs – Margarita’s at the pool – zonneschijn en 42 graden – wachten op camper onderdelen – casino – nooit meer naar huis – geen blog deze week! ?

Een bos zonder bomen

Met een kleine anderhalf uur vertraging vertrekt de ferry uit Haines. We hebben mazzel want zitten op de snelste boot die zij op dit traject in de vaart hebben en met 45 minuten zijn we in de haven van Skagway. Als één van de eersten moeten we van boord en ook nu worden er plankjes onder de banden gelegd in verband met het getij.

‘We are afraid that the car hits the ground.’ Het is even heen en weer steken maar dan staan we aan wal en zijn voor de derde keer in deze leuke maar zeer toeristische plaats waar in het zomerseizoen iedere dag vier tot vijf cruiseschepen aanmeren. We rijden door het centrum en dan naar het plaatsje Dyea ongeveer tien kilometer buiten Skagway. Deze plaatsen zijn in de periode van de Goldrush bekend geworden door de Chilkoot Pass.

Hier moesten de goudzoekers overheen om vervolgens aan de andere kant een vlot te bouwen om over de Yukon rivier in Dawson te komen waar het goud te vinden was. Dyea ligt aan het einde van het dal en vrij snel wordt de smalle weg slecht en moeten we gaten ontwijken. Er is ons verteld dat hier in de rivier ook beren zouden staan vissen. We rijden wat in het rond maar zien geen plek waar dit zou kunnen zijn, het water is troebel en stroomt overal vrij hard.

Aan een chauffeur van een toeristenbusje vragen we of hij het weet. Die vertelt dat het een slecht jaar voor de zalm is en geeft gelijk de uitleg dat elk even jaar een slecht jaar is en alle oneven jaren een goed jaar voor de zalm. Waarom dit zo is kan niemand zeggen. ? ‘Er zijn hier nog nauwelijks beren gezien dit seizoen.’ Het regent inmiddels, het is weinig aanlokkelijk om eruit te gaan en op de plaatselijke campground staat niemand. We rijden terug naar Skagway en gaan een plek zoeken op één van de twee RVparken. Alles is vol en de dame achter de receptie zegt dat er een vrije parkeerplek is naast de gemeente opslag aan de andere kant van de rivier, wel eerst melden bij de politie zodat ze ons kenteken noteren. Het is een groot veld en helemaal leeg, we bekijken het snel en komen tot de conclusie: prima om te overnachten. ? Vanavond gaan we eerst uit eten: zeven en een half jaar geleden was onze ‘first hello’ dag en dat willen we vieren. ❤️ De laatste keer hebben we hier gegeten bij Skagway Fish Company, een prima restaurantje aan de jachthaven, daar gaan we nu ook heen.

Na het gezellige etentje regent het buiten nog steeds en de wind blaast stormachtig. De cruiseschepen zijn vertrokken en het centrum is uitgestorven. De overnachtingsplek is net iets buiten het dorp en aardedonker. ? Ik heb hier niet zoveel mee en mijn lover weet dat, hij merkt op; ‘Niets voor jou nu zeker?’ Ik aarzel en ben blij als ik nog een camper ontdek. We gaan bij hen in de buurt staan en beginnen aan een nieuwe tv serie. Net voordat we naar bed gaan hoor ik het: ze hebben een generator aan! ‘Hier kan ik dus echt niet mee slapen, zet hem maar ergens anders neer!’ mopper ik tegen mijn lover die het geluid niet lijkt te horen. De hut wordt gestart en op goed geluk zoeken we in het donker een ander plekkie. ‘Ik heb echt geen idee waar we staan!’ zucht hij en nadat ie met een zaklamp naar buiten heeft geschenen zegt ie; ‘Ik geloof het wel, staan is staan!’ ? De volgende morgen bij daglicht blijkt dat we een gek rondje hebben gemaakt en nu naast de rivier staan….? Eigenlijk wilde we vandaag naar Whitehorse terug rijden om een garage te vinden, zodat het achterbumper gemaakt kan worden, maar het zonnetje schijnt en het is zondag dus is er wel een garage open? We blijven nog een dag hier en rijden langs de campground in het centrum waar inmiddels plek is.

De haven is weer vol cruiseschepen en de mensen slenteren door het centrum. Bij het theater, The days of ’98 show, hangen twee showgirls buiten het raam en proberen op een grappige manier mensen binnen te lokken voor hun optreden.

‘Hi honey, how sweet that you walk with your sister!’ klinkt het tegen een bejaarde man met zijn vrouw. Tegen mijn lover met z’n camera roept ze, ‘Large equipement you have my dear!’ Als hij terug roept, ‘You don’t even know how large….’ OMG, ze zullen het toch wel over hetzelfde hebben. ?

De kerel in de koffiebar herkent ons van de vorige keren. We bestellen koffie/thee en iets lekkers en lopen naar een bankje in de zon. Dan zie ik mezelf in de etalage, oeps, ik word een kleine imitatie van mijn Vegas vriendin Chanel! (zie het verslag ‘Op weg naar het noorden!’). ? ‘Dit is mijn laatste mocha koffie want morgen ga ik lijnen!’ ??

Mijn lover kijkt me aan en schiet in de lach. Het is verder een easy sunday: we bezoeken weer eens een laundromat en gaan daarna terug naar de camping waar we van het zonnetje genieten. Eind van de middag jaagt de harde koude wind ons naar binnen. ‘Eigenlijk kunnen we vanavond nog wel een keer uit eten gaan, doen we ieder een soep en delen een fish en chips.’ stel ik voor. ‘Jij geeft er ook maar een draai aan, eerst nog volvreten en dan morgen lijnen!’ grinnikt mijn lover. ? Het uit eten gaan in Noord Amerika blijft apart: het is eten (gigantische porties) en wegwezen, niet zoals bij ons dat je gezellig blijft na-tafelen. Ook nu vraagt de serveerster; ‘Zal ik de fish en chips gelijk met de soep brengen?’ ? Op de terugweg naar de camper zien we op de bergtoppen verse sneeuw liggen. We hebben altijd gezegd dat we voor september Alaska uit willen zijn, na twee maanden en wéér een nacht vol regen zijn we er dan ook klaar mee: we gaan het hoge noorden verlaten. ? Over de White Pass gaat het richting de grens met Canada. De bewolking hangt zo laag dat we er doorheen rijden. Jammer van de uitzichten die, dat weten we van de vorige keren, super mooi zijn. Na het passeren van de Amerikaanse grens komt er twintig kilometer niemandsland tot de Canadese grens. Daar staat  een toeristenbusje waar de douaniers naar binnen zijn gegaan en iedereen moet zijn paspoort laten zien. Oei, deze beambten hebben er zin in! ? Als wij aan de beurt zijn vraagt een stevige baardmans wat ons thuisland is. Het is er één van het serieuze type en hij kijkt bedenkelijk in onze paspoorten. Dan loopt ie naar de voorkant, noteert ons kenteken en vraagt ons of dit klopt. ? Nou dat lijkt me overduidelijk maar ervaring leert: gewoon antwoorden op wat ze vragen. ‘Zijn we in april allebei in Los Angeles geland, hoe lang blijven we in Canada, wanneer gaan we terug naar Nederland en hebben we een retourticket.’ Bij iedere vraag gaat hij strenger kijken, sommige vragen herhaalt hij nog een keer, dan kijkt hij om en is plotseling klaar met ons. ‘Have a safe trip!’ en weg loopt ie. ?
Op de route naar Whitehorse nemen we de afslag naar Carcross, een kleine plaats met 506 inwoners dat voornamelijk leeft van de toeristen die met een cruiseschip Skagway aan doen en vervolgens een treinexcursie  naar Carcross maken.

Net buiten Carcross zit ook nog iets bijzonders: de kleinste woestijn ter wereld. Een paar hectare zand, maar wel officieel een woestijn.

Eind van de middag komen we in Whitehorse terug en bij een camperzaak vragen we of zij een noodreparatie aan de bumper kunnen doen. Het is weer hetzelfde liedje als in Amerika: ze kennen geen Europese modellen en durven het eigenlijk niet aan. Ze zijn bang dat ze nog meer kapot maken. We zoeken de parkeerplaats van het Yukon Inn hotel weer op, speuren op internet naar een garage en vragen ons af of we het misschien zelf kunnen doen. ‘Als ik nou eens zachtjes achteruit tegen een boom aan rij, volgens mij moet dat lukken….’ oppert mijn handsome. ? De volgende ochtend proberen we nog twee garages maar bij allebei hetzelfde verhaal: ze kunnen cq. willen ons niet helpen. Bij een automaterialen zaak kopen we een rode reflector en rood tape, we gaan zelf wel iets voor nood knutselen.

Er is ons gezegd dat als we in Whitehorse zijn we zeker de rit naar Atlin moeten doen. Deze plaats is omgeven door een meer en hoge bergen en zou Zwitserland in het groot zijn. Het is vanaf hier ongeveer 100 km rijden en het unieke van deze plaats is dat het in British Columbia ligt en alleen door de Yukon te bereiken. De hele weg ernaar toe hebben we regen en in Atlin gaat de hemel nog meer open. ? We rijden wat rond in een troosteloze plaatsje, ‘Het zal hier schitterend zijn met een zonnetje maar nu even niet!’ zegt mijn lover en terwijl ik rij maakt hij wat foto’s vanuit de camper.

Ze hebben wel een frietkot….

Er is een camping aan het meer en vanuit de deur kijkt de eigenaar naar ons, ‘Volgens mij komt ie ons geld aanbieden of we alsjeblieft willen blijven. ? Laten we maar terugrijden, onderweg zag ik zat leuke overnachtingsplekken’, stel ik voor. Mijn lover wil nog een rondje door het centrum want hij is bang dat we iets over het hoofd zien. Maar ook nu ontdekken we niets dat lijkt op Zwitserland, het enige Zwitserse zit in de naam van het hotel: Brewery Bay Chalet. ?

Zo’n 50 km verder vinden we een leuke plek langs het water en parkeren de hut. Even later krijgen we gezelschap van nog een camper die ook op deze wonderlijke mooie plek komt staan. Na het eten regent het zo hard dat ik het zakje vuil op de grond in de deuropening laat staan, ik ga nu echt niet op zoek naar een vuilnisbak. Midden in de nacht schrik ik op van geritsel aan plastic. ‘ Wakker worden, ik hoor iets!’ sis ik tegen mijn lover. Hij schrikt, ‘Wat dan, ik hoor helemaal niets.’ Inderdaad het geluid is weg maar ik heb het toch echt gehoord. ? We vallen weer in slaap en even later hetzelfde liedje, ik hoor wat! Het lijkt wel alsof er iets aan de plastic zak knaagt. Iemand moet zijn bed uit om te kijken….maar ik ben het niet! ? Van boven uit bed geef ik aanwijzingen waar hij moet kijken, ‘Het is dat plastic zakje met vuil!’ sis ik alsof we afgeluisterd worden. Hij speurt alles na maar kan niets vinden en zet uiteindelijk het zakje vuil op de aanrecht. De rest van de nacht blijft het stil. Eigenlijk moet ik nog naar de wc maar ik durf mijn bed niet uit. Mensen die mij kennen weten het, ik ben maar voor twee dingen echt bang: ratten en muizen. Jakkes, ik heb ze met mijn vorige werk in de haven gezien, ratten soms zo groot als een kat! ? ‘s-Ochtends ben ik als eerste wakker en sluip mijn bed uit, het is koud dus kachel aan en dan kijk ik voorzichtig in het keukentje waar ik op onderzoek uit ga. De plastic tas is aangevreten, kleine knaagtandjes staan er in. OMG wat erg! Mijn lover is niet onder de indruk, ‘Straks gewoon even een paar muizenvallen kopen en klaar!’ Het is wel eindelijk droog en in een waterig zonnetje doen we een koffie/thee terwijl mijn lover met z’n drone speelt.

We bekijken de kaart en zien dat de volgende bestemming, Watson Lake, 450 km rijden is. Tot nu toe is de weg goed begaanbaar en als het zo blijft moeten we dit vandaag kunnen halen. Onderweg valt het weer op dat de herfst er aan komt, de bladeren aan de bomen zijn geel aan het worden en de paarse fireweed (de nationale plant van de Yukon) kleurt langzaam donkerrood. Deze plant heet zo omdat die het eerst weer opkomt na een bosbrand.

Eind van de middag zijn we in Watson Lake en zien gelijk een bijzonder bos zonder bomen: het Sign Post Forest. Het is een verzameling borden en één van de beroemdste bezienswaardigheden langs de Alaska Higway, gestart in 1942 door een soldaat met heimwee. Er hangen inmiddels bijna 80.000 borden uit alle landen en bezoekers kunnen hun eigen bord toevoegen. Het is heel indrukwekkend om te zien, er hangen zoveel verschillende borden: plaatsnamen, kentekenplaten, verkeersborden, schoenen en pannen allemaal beschreven met namen en data waarop de mensen hier waren. Wij lopen er met open mond doorheen,

Hollandse roots….

‘Hoe leuk is het om hier ook iets op te hangen! We hebben nog een kentekenplaat over.’ zegt mijn lover. In het Visitorcentre laat de zeer vriendelijke dame ons de foto’s zien van de soldaat met heimwee.

Verder vertelt zij dat bij de dorpsgarage houten bordjes te koop zijn. ‘Maar is er hier een winkel die muizenvallen verkoopt?’ vraag ik met een kleine wanhoop in mijn stem. Ze schiet ervan in de lach en vertelt dan dat haar man ook zo bang voor muizen is. ‘In de supermarkt aan de overkant kunnen ze je vast wel helpen.’ Inderdaad hebben die muizenvallen en we kopen er twee. Door naar campground Watson Lake, net buiten het centrum, waar we voor twaalf dollar (inclusief brandhout) een mooie open plek aan het meer zoeken. Want voordat we uit het Visitorcentre wegliepen riep de medewerkster nog dat deze plaats bekend staat om zijn Noorderlicht en dat hier juist vannacht een grote kans op is. ? In natte gebieden zoals deze leer je het waarderen als het zonnetje even schijnt, mijn lover zet de stoelen buiten, maakt vuur en een wijntje doet de rest!

Helaas maar van korte duur want als we net klaar zijn met de BBQ komt er een plensbui met hagelstenen.

Het blijft de hele avond regenen, de kachel gaat aan en de film Sleepless in Seattle, uit de collectie die we bij ons hebben, gaat op. Voordat we naar bed gaan zetten we de muizenvallen en checken de wolken buiten nog eens maar het is vet bewolkt en de kans op het Noorderlicht schatten we nihil. ‘Eigenlijk best griezelig als die muis in de val komt, misschien piept ie wel heel hard.’ zeg ik als we in bed liggen. Mijn lover zucht, ‘Ik ga ze nu echt weer niet weghalen!’ De hele nacht slaap ik onrustig en denk steeds iets te horen trippelen maar ‘s-morgens zijn de valletjes op de kaas na leeg…. ? Zou ie alleen maar Brie lusten deze ‘Cherylmouse’….
We moeten vandaag eerst langs een garage want gisteren, net voordat we de campground op reden, kwam er een vervelend gepiep van rechts achter bij de remmen. We hebben zoiets vorig jaar eerder gehad in Los Angeles en hopen dat dit niet hetzelfde probleem is. Er is er maar één en het geluk van de garages in deze onbewoonde streken is dat de monteurs van aanpakken weten. Een no nonsense kerel hoort ons aan, zet de camper binnen en kruipt eronder.

‘I think it’s a little stone.’ lacht ie. Het wiel gaat eraf en als hij aan de rem voelt slaakt ie een harde kreet; ‘Holy shit, this thing is damn hot!’ ? We hebben al meerdere garagebezoeken gehad en het is altijd verrassend. Ook nu: er komt een klant met een stok binnen wandelen die zich er ook mee gaat bemoeien.

Zo goed als ie kan kruipt hij onder de camper en stelt dan vast dat de remmen versleten zijn. ‘Het is zeker je vrouw die achter het stuur heeft gezeten! Ik dacht het ook al aan de bumper te zien!’ De drie, inclusief die van mij, vinden het erg grappig! ? Dan valt het de monteur, die weer op de grond ligt, op dat de stang aan de onderkant verbogen is en hij vraagt hoe dit komt. ‘We zaten vast in het zand.’ vertelt mijn handsome en het is net als met klaverjassen: Nu ben ik aan zet! ‘Yep, it was so silly and my husband was driving!’ ?? gier ik van het lachen. Maar goed, voor nu kan de kerel ons niet helpen en de echte monteur is er morgen pas weer. We spreken af om 11.00 uur, doen wat boodschappen en rijden terug naar de camping waar we creatief met hout aan de slag gaan: hij met een bijl en lucifers en ik met stiften. ?

En ook vanavond gaat het pas na de BBQ regenen: lucky us. Als we al in bed liggen bedenk ik, ‘Shit, de valletjes!’ Mijn lover dus het bed uit om die dingen met kaas paraat te zetten. De volgende morgen weer geen muis te bekennen. De kastjes hebben we gecontroleerd maar ook daar is niets aangevreten. Een groot ‘knaagmysterie’. ? Bij de garage lijkt het ook even een mysterie te worden want de monteur is er niet. De eigenaar die ons gisteren hielp gaat hem maar eens bellen. Dit is de Yukon: men neemt het allemaal easy, de monteur zit thuis nog aan de koffie maar komt er gelijk aan. ? Binnen vijf minuten is ie er: nou als die thuis aan de koffie heeft gezeten wil ik zijn huis echt niet zien. Zijn kleding zit niet alleen onder de smeer maar ook onder vreselijke vlekken en zelf is ie helemaal ‘begroeid’ met vuil. Als hij bij ons staat geeft mijn lover hem een hand alsof ze elkaar al jaren kennen. Ik steek alleen mijn hand op en zeg; ‘Hai, how are you?’ No way dat ik die kerel aanraak. ? Roel legt uit wat er gisteren geconstateerd is en dat we 15.000 km geleden de remblokken en schijven al hebben vervangen. Vier jaar geleden is er aan de rechterkant een klapband geweest dat heeft de wielkast en de remmen toen flink beschadigd…. misschien kan dat er nog mee te maken hebben. Nu we toch hier zijn: bij de rechter voorband klinkt ook een vreemd geluid. De monteur hoort het allemaal aan, de camper moet naar binnen en hij gaat het achterwiel eraf halen.

Ik kijk in het rond, wat een zooi is het hier, een grote hond helemaal onder het stof ligt op een bank en komt naar ons toe. ‘Niet aaien hoor, het is een wandelende vlooienbaal!’ fluister ik naar mijn lover, de hond druipt af en ploft weer in een stofwolk op de bank. Het is dat het buiten regent anders was ik daar gaan staan. Mijn lover zit, inmiddels ook onder het stof, nonchalant ergens tegen aan geleund te babbelen met de monteur. Die snapt de hele uitleg en stuurt ons weg, ‘Kom over een uurtje maar terug!’ Bewapend met schroevendraaier en ons ‘werkstuk’ lopen we naar het Sign Post Forest aan de overkant. Het is even zoeken voor een mooi plekkie maar dan is het bos in bezit van het eerste NL kenteken!

Licht ongerust lopen we retour naar de garage, de hut heeft inmiddels al heel wat trammelant gehad en wat zou er nu weer zijn! ? Toen we in april terug naar Los Angeles vlogen hadden we vijf koffers bij ons waarvan drie met auto-onderdelen. De monteur legt uit dat de rechter achterrem weer versleten is en het zou inderdaad met de klapband te maken kunnen hebben want het lijkt alsof er ergens iets vastloopt. Het geluid aan de voorkant wordt veroorzaakt door de lagers die aan vervanging toe zijn. Dit alles kan gekomen zijn door de slechte wegen zoals de rit naar Tony Beets. ? Reserve lagers hebben we niet bij ons maar de remblokken wel! Mijn lover graaft in de berg onderdelen maar ze zijn niet te vinden. Alleen de voorremmen. ‘WTF die heb ik toch niet bij Han achtergelaten omdat ik dacht ze zijn toch pas vervangen….?’ Hij stuurt Han een bericht, die gaat kijken en vind de remmen. ? De monteur is ondertussen rond aan het vragen maar natuurlijk is er voor dit model uit Europa niets te vinden. Daar staan we dan in de uitgestorven Yukon net voor het weekend, negen uur tijdverschil met Nederland en maandag hier een feestdag, Labour Day! Net als zo vaak gaat dit duo gelijk oplossingen in het rond strooien en babbelen we totaal langs elkaar heen, in een gemengd Engels Nederlands, waarbij de monteur er als een onafhankelijke bij te staat te knikken. Eigenlijk heel grappig want om niet onbeleefd te zijn praten mijn lover en ik dan Engels tegen elkaar waarbij er in de snelheid wel eens zinnen komen als: ‘Maybe we can gebruiken the adress van de garage….’ ? Tijd voor een zen momentje, we betalen de monteur en rijden naar het Visitorcentre voor internet om alles op een rij te zetten: de onderdelen moeten uit Nederland komen, de monteur hier kan het maken maar hoe snel kan DHL leveren, we hebben een postadres nodig en dit gaat minimaal een week tijd kosten.? Met een zeer traag werkend internet komen we erachter dat het pakket in een paar dagen vanuit Amsterdam via Vancouver in Whitehorse te krijgen is maar het laatste stukje tot in Watson Lake is moeilijk. We vragen het de aardige medewerkster van het visitorcentre. Die schiet in de lach en vraagt; ‘Do you know where you are?? This is the Yukon and it can take six weeks!’ ? Wij kunnen er niet om lachen en ze legt nog een keer uit dat de bezorging hier minimaal is. ‘The best you can do is go to Whitehorse.’ Nou heeft de monteur ons verzekerd dat de camper nog kan rijden. ‘Naar Whitehorse is dan de beste optie maar als je onderwég vast komt te staan kan het heel lang duren voordat je geholpen wordt.’ heeft ie gezegd. We kennen deze weg want zijn er inmiddels al twee keer over geweest: een lange eenzame rechte weg van 430 kilometer. Maar de andere wegen zijn nog langer en eenzamer….? In Whitehorse zit een Chryslergarage die ook Fiat repareert, als we daar nu eens de onderdelen naar toe laten sturen. Een andere optie is de onderdelen naar Han laten sturen (we weten uit ervaring dat dit redelijk goed gaat) de camper blijft hier en wij vliegen voor een paar dagen naar hem om de onderdelen te halen. Think, think, think: we kiezen uiteindelijk voor optie 1.
‘Als we nu gaan rijden dan zijn we rond 22.00 uur daar!’ beslist mijn lover. En dat vind ik dan zo verbazend want we kunnen niets tot na het weekend dus waarom die haast! ? Na mijn uitleg dat er morgen nog een dag is moet ie lachen en om onze pech weg te eten gaan we vanavond naar de plaatselijke Chinees. Bij de supermarkt doen we nog wat boodschappen, ‘Jullie waren vandaag bij mijn vader in de garage.’ zegt de vrolijke cassière. ? Tsja, een dorp van net 700 inwoners….

Bij de Chinees zitten ook veel locals, het is vrijdagavond dus let’s party! Als een kleine bezienswaardigheid gaan we zitten, bestellen een wijntje voor mijn lover en een Yukon Gold voor mij, die zonder glas wordt neergezet. Even denk ik dat ook déze serveerster de Bonnie van de lage landen denkt te herkennen en aarzelend zwaai ik naar haar voor een glas. Ze komt het lachend brengen, ‘I’m so sorry!’ ? De placemats geven ons even een ‘huivermomentje’ want volgens de Chinese wijsheid kunnen wij totaal niet bij elkaar passen, de draak (ik) en de hond (Roel) moeten elkaar zelfs vermijden! ?

Terwijl we de lekkere gerechten eten kijk ik rond: de parkeerplaats waar grote modderige 4×4 jeeps staan, de ‘bijzonder’ geklede etende mensen die elkaar allemaal kennen: wonderlijk bruisend Watson Lake. ‘Jij met je B&B, dan is dit je wekelijkse uitje! grinnikt mijn lover. Bij het naar buiten lopen zie ik dat zijn broek nog helemaal onder het stof van de garage zit en kan mijn mond niet houden, ‘Je zou zo mee kunnen Swiebertje want je hebt je qua kleding al aangepast!’ ?? Het was nog een gezellige avond….? Zaterdagmorgen is het dan zover, we checken alles en om 11.00 uur rijden we weg: 430 km naar Whitehorse.

Met regelmatige stops en een beer die plotseling uit de struiken de weg oversteekt, helaas geen beeld want de dashcam was alweer gewist toen we een dag later terugspoelden, is de klus eind van de middag geklaard en parkeren we weer bij het Yukon Inn hotel. We hebben het gehaald en om het te vieren wandelen we naar het centrum voor een etentje. Het is druk in alle restaurants maar bij G&P Steakhouse hebben ze de kortste wachttijd, die met de iets te groot uitgevallen Margarita cocktail ook zo voorbij is. ?

Het restaurant is voor de Yukon verrassend: zeer sfeervol ingericht, de keuze gevarieerd en smakelijk. Terug in de camper geeft de buitentemperatuurmeter zes graden aan, regen tikt op het dak. De kachel gaat hoog en als ik met een likeurtje op de bank zit hoor ik in gedachten Tony Beets met duistere stem zeggen; ‘The end of the ..bleep.. season is coming, can they make it before the ..bleep..snow is falling! ?

Beren vervelen nooit!

Nadat in Whitehorse de voorruit is gefixt rijden we naar de  Walmart die vrij sober is en een kleine beperkte food afdeling heeft. Er staan flink wat campers geparkeerd en overnachten is toegestaan, het naastliggende benzinestation heeft een gratis dumpplaats. Eerst maar een rondje door het centrum en later zien we wel waar we  gaan overnachten. Als we bij het visitor centre parkeren om informatie te halen staat daar een Nederlands kenteken. Er zit een stel bij een picknicktafel en de camper blijkt van hen te zijn. Alweer Nederlanders met een eigen camper op ons pad. We maken een praatje, pakken er uiteindelijk een wijntje bij totdat zij naar de Walmart vertrekken. Het is nog aangenaam warm en aan het water vinden we een mooi plekkie waar mijn lover de BBQ aansteekt. ?

Later op de avond twijfelen we om hier te blijven staan, het is eigenlijk niet toegestaan en de andere campers die er stonden zijn weg. De plek is top en voelt veilig maar we hebben geen zin om midden in de nacht uit ons bed wakker geklopt te worden door een agent. Omdat het bij de Walmart vaak rumoerig is kijken we even verder, het Yukon Inn hotel heeft een grote parkeerplaats waar nog drie campers staan.

Als mijn lover ontdekt dat hij op het razend snelle netwerk van het hotel kan meeliften is de keuze gauw gemaakt. ?De volgende ochtend aan het ontbijt zie ik tegenover ons een laundromat. Met een was van twee weken lopen we er binnen en een aardige Hindoestaanse dame helpt ons met de machines. ‘Ga maar koffie drinken, ik hou het in de gaten!’ beslist ze. ? Ook vandaag schijnt het zonnetje en voor het eerst sinds lange tijd kan de korte broek weer aan! We maken een wandeling door het centrum waar alleen enkele souvenirwinkels vandaag, zondag, open zijn.

Ik zoek gelijk naar een kapper en als ik op een aantal winkels een papier met ‘sorry, monday closed: Discovery Day’ zie hangen vrees ik dat we hier langer dan gepland zullen staan. Alleen in de Yukon is dit een lang weekend vrij, ze vieren dat er in 1896 goud gevonden werd in de Bonanza Creek – Dawson City. ‘Als ze morgen gesloten zijn dan ga je toch gewoon later op de route naar een kapper.’ oppert mijn lover. ? Ik weet de richting die we gaan nemen, daar komt de eerste dagen geen plaats waar ik een kapper verwacht en als ik iets afschuwelijk vind zijn het grijze haren bij mezelf! Natuurlijk moet iedere vrouw dat voor zichzelf weten maar ik zit om de vier weken bij een kapper….Ook eigenlijk best vaak maar c’est ca. ?Afgelopen week stond er trouwens een bericht in de Volkskrant over vrouwen en grijs haar. Ik vond één opmerking wel heel bijzonder: ‘Op een gegeven moment kom je op een leeftijd dat je er niet meer mee zit want een ander van je denkt!’ ?Toen ik dat las dacht ik; ‘WTF, het maakt me totaal niet uit wat een ander van me denkt maar ik doe het voor mezelf omdat ik me gewoon lekkerder voel met gekleurde haartjes! ?? ‘Zeg jij nou dat ik hier niet naar de kapper kan!’ reageer ik verwonderd en we zitten in zo’n gesprek dat mannen en vrouwen niet met elkaar moeten voeren. Toevallig hadden we toch al besloten om ‘pas op de plaats’ te houden omdat er bosbranden zijn op onze vervolgroute: Canada en Vancouver Island en ik beslis resoluut, ‘Twee dagen langer hier zitten is niet erg en jij moet trouwens ook geknipt worden!’ Want kom niet aan mijn kappersritueel….? Om de accu’s van de camper op te laden gaan we op Hi Country RV park aan de stroom staan waar we later onderuit gezakt beginnen aan de driedelige serie ‘Klondike’ over het leven in de Yukon ten tijde van de goudkoorts. Natuurlijk zijn de kapsalons toch dicht op de maandag en het centrum is net zo stil als op zondag. We treffen wel een barbershop open dus mijn lover kan alvast geknipt worden. Na een bezoek aan radarboot ‘de Klondike’

rijden we door naar de verderop gelegen zalmtrap naast de stuwdam.

Ze parkeren hun piano’s hier niet alleen op stations….

Overnachten doen we weer op de parkeerplaats van het Yukon Inn hotel. De volgende morgen kies ik op goed geluk één van de gespotte kapsalons uit. De vriendelijke kapster heeft gelijk tijd en voor ik het weet zit de verf al in mijn haar. Ik heb inmiddels hier al wat kapsalons gehad en wat me steeds opvalt is hoe snel er gewerkt wordt. Vaak huurt de kapster/kapper een stoel in een kapsalon dus hoe meer je de vaart erin hebt hoe meer klanten voor jou zijn. ? Als de verf eruit gespoeld is gaat ze behendig met de föhn en krultang aan de slag terwijl ze honderduit babbelt over haar leventje in Whitehorse, ze is hier geboren en getogen. Er zijn geen winkels om te shoppen, dat doet ze in Vancouver of Las Vegas waar ze heen vliegt (ongeveer 250,00 euro retour) en er gelijk een leuk weekend van maakt. Ik loop terug naar de afgesproken plek bij het visitor centre waar mijn lover wacht. Hij is al naar de dumpplaats geweest en heeft bij supermarkt Save on Foods sushi gekocht, die wordt vers gemaakt waar je bij staat.

Bijzonder lekker en voor een heel acceptabel bedrag. ? Als we Whitehorse uitrijden zien we de Duitsers voor ons die we al eerder zijn tegen gekomen en waar we laatst, in de buurt van Anchorage, een wijntje mee hebben gedaan. Even een snel praatje bij het stoplicht en wie weet zien we elkaar weer. Eind van de middag komen we in Haines Junction (155 km vanaf Whitehorse) en op Pine Lake campground vinden we een mooi plekkie voor twaalf dollar met gratis brandhout! Het zijn echter best grote stukken dus de bijl moet er eerst in! Met onze kleine bijl gaat mijn lover aan de slag. ‘Nou je hebt weer een prima voorbeeld: de vrouw kookt en de man hakt hout!’ sputtert ie ondertussen. ? Ik sta als een chefkok in het keukentje en hoor hem hakken en klagen dat het hout zo hard is en de bijl te klein, tsjak, tsjak’ gaat de bijl in het hout. Het is even stil buiten en ineens hoor ik ferme tikken in het hout. ? De oplossing is gekomen van de buurman die ook stond te hakken maar met een bijl die vier keer zo groot is en kijk die lover van mij eens staan: het lijkt wel een opzichter!

Het eten is bijna klaar, ik ga de tafel buiten dekken en maak gelijk een praatje. Het is een Zwitser die al jaren in Canada woont, ‘Ik ben het houthakken gewend!’ lacht ie. Het hout is gekapt en met een geoefende beweging maakt mijn lover vuur, ‘Ik kan wel wat, wat dacht jij dan!’ Als we zitten te eten kan ik het niet laten, ‘Je liet die kerel wel al het werk doen!’ plaag ik. Hij kijkt me quasi verbaasd aan, ‘Ja, hij wilde uitsloven dus laat hem, ik hoef geen indruk meer op je te maken!’ ?

Later op de avond als wij genietend bij ons vuurtje zitten klinkt naast ons nog steeds gehak van de bijl, door de struiken heen kunnen we de buurman niet zien maar we horen hem wel want hij slaakt af en toe een luide kreet.

‘Die vent lijkt de Zwitserse Emiel Ratelband wel!’ grinnikt mijn lover terwijl ik me af vraag waarom hij nog zoveel hout kapt terwijl hij maar één nacht blijft, dat krijgt ie nooit meer opgestookt? ? Dan komt de oplossing: hij gooit al het gekapte hout in de laadruimte van zijn camper! Ik kan daar zo boos om worden, er wordt gratis hout verstrekt met de duidelijke mededeling ‘alleen hier opstoken’ en dan pik je het mee. ?

Bij de bakery in Haines Junction doen we de volgende morgen een koffie/thee met iets lekkers en kopen gelijk een versgebakken brood. Op het terras zitten we nog in de zon maar als we een uurtje op weg zijn komt er steeds meer bewolking.

Bij een rivierbedding waar we stoppen kijk ik in de verte en geniet van de natuur waar de herfst langzaam begint. De weg slingert verder omhoog en het begint te regenen, de temperatuur is naar beneden gekelderd en mijn korte broek is ineens helemaal verkeerd! ?

De grensovergang die we krijgen hebben we een paar weken terug, toen we nog aan onze Alaska ronde moesten beginnen, ook gedaan. De Amerikaanse beambte heeft wat korte vragen en ook ditmaal weer niets over de camper. Er is in al die maanden pas één douanepost geweest die er naar heeft gevraagd en dat was in Detroit. Na de controle zijn we weer terug in Alaska waar de klok een uur terug moet. We rijden richting Haines als mijn lover ineens een kreet slaakt. ‘Stoppen, stoppen!’ Ik kijk wat er is en zie wat ie bedoelt.

Waar het kan keren we en stappen de camper uit. ‘Dit is het, de perfecte B&B!’ roept ie opgewonden. ? Inderdaad, het is een pareltje: het paleis voor de klusser….?

‘Ik krijgt hier vast de hypotheek niet van rond en jij zal wel mee moeten want ik kan alle hulp gebruiken. Het is echt zo vreselijk groot!’  lach ik. ?  Aan de vele eagles te zien naderen we Haines, Eagle capitol of America. Door het centrum gelijk maar door naar de ferry en vragen of er een wachtlijst is voor de boot naar Skagway, vanaf daar gaan we weer richting de Highway 37. Er staan wachtrijen bij de ferry en er is net een boot aangekomen. ‘Hé, daar staat Italy ook in de rij!’ zeg ik en we lopen snel naar het stel, die we inmiddels ook al een paar keer zijn tegen gekomen, toe. De ferry is alleen morgen, donderdag, vol en verder kunnen we iedere dag mee. We boeken de overtocht voor aanstaande zaterdag en rijden door naar de Chilkoot rivier waar de beren moeten zitten. Het Italiaanse stel heeft ze vanmorgen nog gezien, een moeder met drie kleintjes! ? Als we het ons bekende weggetje inslaan valt het op hoe druk het nu is. Er is echter geen beer te bekennen. We rijden de hele weg heen en weer maar niets. Aan de overkant bij de brug zetten we de auto neer en kijken op het nabije gelegen grasland. Daar staat een grizzly moeder met twee kleintjes! ?

Allemachtig, gewoon vlak bij ons. Verder is er niemand in de buurt en we zijn muisstil. Er komt een auto aan, een visser stapt uit en zijn hond springt uit de auto! ‘Look out, there are bears!’ sist mijn lover. De visser kijkt ons aan alsof we gek zijn, de hond ziet zijn kans en rent het veld op! ‘OMG, dat gaat niet goed!’ jammer ik tegen mijn lover. ? We staan versteend, de visser gaat de hond roepen maar die rent luid blaffend naar de beren. ‘Filmen, blijven filmen!’ roept mijn lover en ik hoor zijn camera klikken. Net voordat de hond bij de beren is luistert ie toch naar het geroep van zijn baas, de oren gaan overeind, hij keert om en komt terug rennen.

Moeder en de twee kleintjes eten weer verder en mijn lover sluipt door het gras zover als hij durft. Ik ben de assistente en moet de omgeving bewaken want er kunnen nog meer beren zitten. Daar sta ik dan met een éénpootstatief om mezelf te verdedigen….. ? Er komen een paar mensen dichterbij geslopen en ik hoor één man roepen; ‘Look out, the bears are very dangerous!!!’ Eigenlijk roept ie niet maar heeft zijn handen als een toeter voor zijn mond en sist het. Ik kijk naar het groepje: twee mannen voorop en daar achter twee vrouwen die schuilen achter hun ruggen. ? Ik steek het statief als een soort majorette omhoog ten teken dat ik het begrepen heb.

‘Wat is er, waarom zwaai je?!’ sist mijn lover van de andere kant. Ja, ga dat allemaal maar eens uitleggen met beren in de buurt die ineens aan de wandel gaan. ? Ze loopt best rap richting het strand en de kleintjes huppelen er achter. Ineens zie we vissers uit het water gaan. Wat blijkt: aan de overkant van de rivier zit een grizzly moeder met drié kleintjes. ?

We lopen snel de brug op en vanaf hier zijn ze goed te volgen, de drie kleintjes rennen spelend in het rond maar houden moeder, die verder langs de rivier loopt, goed in de gaten. ‘Rennen, er achteraan!’ roept mijn lover en hij is al weg. Best opletten met die vent van mij want hij roept iets en gelijk doet ie het. ? Terwijl ik hem zie draven met camera en slingerend statief bedenk ik me of we de camper wel hebben afgesloten. Als ‘assistente’ ben ik best al iets gewend en hou inmiddels zelf de sleutels….scheelt me een stuk heen en weer rennen. Als ik alles heb gecheckt en bij hem ben zegt ie verbaasd; ‘Waar zat jij nou, wel blijven opletten hoor!’ ? Even een schets voor het beeld: langs de rivier van pakweg een kilometer lengte loopt een door struiken gescheiden smal weggetje. Halverwege, over de hele breedte van de rivier, loopt een rooster waar de zalm tegen gehouden wordt. Een aantal malen per dag komt hier ‘een teller’ die een gedeelte van het rooster opent en de zalmen telt. Dit ter controle hoe de ontwikkeling van de zalm is, zie het verslag ‘Alaska Highway’.

Het beren spotten is hier de afgelopen jaren vreselijk toegenomen en zoals zo vaak loopt de gemeente achter met maatregelen nemen. Er staan twee vrijwilligers die proberen de toeristenstroom in goede banen te leiden maar het is meer lijden…. ? Bij het rooster is de weg gemarkeerd met witte strepen waartussen een absoluut stopverbod is als er beren in de omgeving zijn. En daar staan wij achter de streep, mijn lover en ik, bewapend met camera’s en kijken tegen het rooster aan terwijl de beren rap langs de rivier het rooster naderen.

‘Als ik hier blijf staan dan heb ik alleen maar hun kont op de foto!’ moppert mijn lover. Het is inmiddels een kleine chaos: de vrijwilligers aan beide kanten laten nog wel auto’s en campers door maar geen voetgangers en fietsers meer. Automobilisten die door gelaten zijn proberen toch om foto’s te maken en worden toegeschreeuwd door de vrijwilligers; ‘Keep going, keep going!’ Ik zie het plan in het hoofd van mijn lover ontstaan en zodra de vrijwilliger even niet oplet gaat ie lopen! ? De vrijwilliger naast me wordt gek als die de ontsnapte toerist ziet. ‘Keep going sir, keep on goinggggg!’ roept ie de longen uit zijn lijf tegen mijn lover die steady en Oost-Indisch doof doorloopt. En dan zie ik het: de kleintjes komen uit de struiken en schieten de weg op! OMG, voor hen loopt 192 centimeter prooi en in gedachten hoor ik hem roepen; ‘Filmen, blijven filmen!’ en dat doe ik dus! ?

Terwijl de twee vrijwilligers aan de kanten hem nu om het hardst ‘aanmoedigen’ kijkt hij om en ziet de beertjes dribbelen. ‘He must be crazy!’ zegt de vrijwilliger aan mijn kant. Ik moet er om lachen en ook weer niet want WTF die vent is altijd zo eigenwijs! ‘Ik heb als fotograaf een paar oorlogen overleefd en ben niet zo gauw bang!’ roept ie dan altijd. ? Hij bereikt de andere kant waar de vrijwilliger hem toespreekt en zoals altijd heeft ie zijn antwoord klaar en ik hoor ze zelfs lachen. Hij draait mijn kant op en zwaait maar ik kijk toevallig net de andere kant op…. ? Zodra het kan loop ik ook over, okay ik doe het ook wanneer het eigenlijk nog niet mag maar wel overwogen en in overleg met de vrijwilliger. ‘Jij bent altijd zo braaf!’ grinnikt mijn lover als ik naast hem sta. ? De beren zitten nog steeds in de rivier en het is schitterend om te zien hoe de moeder steeds een zalm vangt voor haar kroost.

Uiteindelijk hebben ze genoeg gegeten, komen uit het water en steken de weg over om naar het bos te gaan.

De mensenmassa wijkt naar achteren en hoe dom, een aantal zet het op een rennen naar de verderop staande bussen. Alles wat rent is potentieel berenvoer. ?

De vrijwilliger, Pam heet ze, fluistert ‘Go back, go back!’ en sluipt voor ons langs met haar gekleurde rainbow paardenstaart. ‘Zo was mijn haar geworden als ik in Haines naar een kapper had gegaan!’ sis ik tegen mijn lover.

En natuurlijk is het helemaal geen tijd voor een grapje dus hij kijkt me heel verwonderd aan, ‘Waar heb je het over? Welk haar?’ Hij zou het sowieso niet zien want hij is kleurenblind. ? De beren zijn weg, de show is over en wij gaan naar campground Oceanside waar we in juli ook waren.

De volgende ochtend als we wakker worden is het koud, mijn lover gaat snel uit bed, kacheltje aan en terug in bed waar we wachten tot het warm is. Het weer in Alaska is niet te voorspellen en zoals de inwoners zelf zeggen; ‘Staat het je niet aan, wacht vijf minuten want het kan ineens veranderen.’ Soms weet ik niet wat mooier is: Alaska in de zon of zoals nu met dikke wolken waarin de bergen schuil gaan. Het is eb en vlakbij ons zitten vier bald eagles en pikken in het ondiepe water naar vis die achtergebleven is.

We lopen naar het leuke koffiebarretje in het centrum en ook hier merken we dat het seizoen gaat eindigen, het is veel stiller op straat. Vervolgens zetten we met de camper weer koers naar de beren: another day in bear town. ? Bij de rivier zien we net een grote groep mensen vertrekken, het blijkt dat de moeder grizzly met haar drie jonkies in de rivier heeft gevist en nu in het bos is verdwenen. We zetten de auto in een pull out en gaan wachten. De ’teller’ verschijnt op het rooster en zet het hek open om de vis te tellen.

Vanaf de overkant komt er een grizzly uit de struiken geslopen. De vrijwilliger vertelt dat dit een dochter is van de grizzly met de drie jonkies.

Ze is nu ongeveer vier jaar en vorig jaar is ze zelfstandig geworden. Dit jaar zal ze nog veel moeten leren en volgend jaar zal ze zover zijn dat ze zelf jonkies krijgt. Hij loopt met een lange stok het rooster op om de teller te ‘beveiligen’ zodat ie kan blijven werken. Het is goed te zien dat de beer nog moet leren, ze blijft wat schuchter kijken naar de mannen maar dan winnen de rivier en vis het. Ze grijpt een aantal keren mis en gaat onder water. Ze poogt het rooster op te gaan maar de man slaat met de stok tegen het hekwerk en van het harde geluid deinst ze achteruit.

Wat een prachtig dier is dit, haar vacht is vele tinten bruin en veranderd als het licht er anders op valt. De teller is klaar en de mannen verlaten hun plek. Nu heeft ze vrij spel, gaat het rooster op en probeert vanaf hier een vis te grijpen. Ze duikelt in het water en heeft het dan door, op een steen zitten en snel toeslaan: hebbes!

Op de kant hebben zich inmiddels meer mensen verzameld en ook Pam is weer paraat. Ze is met een groepje mensen op pad en beslist als een ‘nurse Diesel’ wat er wel en niet mag. ?

De beer in het water is schitterend maar om me heen kijken naar de mensen vind ik ook leuk. De één is al bang als ze de beer alleen maar ziet en blijft in de auto,  de ander houdt zijn kinderen stevig vast alsof de beer ze ineens zou kunnen opvreten en weer een ander staat nonchalant alsof ie het allemaal thuis dagelijks in de achtertuin heeft. ?  En dan hoor ik een tak kraken, ik kijk omhoog en tussen de bomen rechts, vijf meter van waar wij staan, komt moeder grizzly met de drie kleintjes zomaar te voorschijn!

Wow, die is snel! Van verbazing gaat mijn mond open maar produceert even geen geluid, dan roep ik; ‘Look out, she’s coming out of the bossen!’ ?  En geloof me alleen mijn lover reageerde….verder dacht iedereen waarschijnlijk: dat mens spoort niet! Hij roept harder, als een soort Neil van de Young Ones met Cliff Richard, ‘Look out everyone, she’s coming through the wood!!!’ Dat heeft effect want Pam is als door een wesp gestoken en dirigeert de mensen naar achteren….eigenlijk hoeft dat niet want ze wordt nog net niet zelf onder de voet gelopen. ? Ik ben inmiddels iets achteruit gegaan en mijn lover komt naast me staan, ‘Je hebt toch zeker alles wel gefilmd?’ vraagt ie opgewonden. ? Als de beren in het water zitten keert de rust terug en gaat het schouwspel met de vissende beren weer beginnen. En zo blijft het de hele middag: ze komen tevoorschijn, vissen in de rivier en verdwijnen weer.

Eind van de middag rijden we terug naar de campground, de kachel gaat hoog en na het eten kijken we de mooie film ‘Into the Wild’ over een jongen wiens droom het is om naar Alaska te gaan. De regen klettert op het dak, een cruiseschip komt voorbij en we zetten de kachel nog een standje hoger. ?

Ook vrijdag is het weer bear day en nadat we koffie/thee gehaald hebben rijden we richting de rivier. Aan het eind van het weggetje ligt, midden in het bos, ook een campground waar we vannacht willen gaan staan en eerst een plek reserveren. Bij het rooster gebeurt niets en als er na een uurtje nog geen beer is geweest rijden we naar de brug verderop. Ook daar staan we tevergeefs te wachten. We lezen wat, ik tik het blog en de regen valt gestaag neer. ‘Die hebben er echt geen zin in vandaag.’ oppert mijn lover. We rijden maar weer eens heen en weer, ‘Kijk een eagle midden in de rivier op een steen!’  Het dier loert naar het water, veert iets omhoog en dan wordt een vis door de scherpe klauwen gegrepen. ?

En dat is altijd zo leuk: je staat ergens te kijken en er komen steeds meer mensen bij staan. Ook nu, statieven worden opgezet, camera’s komen te voorschijn en allemaal wachten wat de eagle verder gaat doen. ? ‘Het is toch niet normaal wat mensen soms voor camera’s hebben! En als ze nou nog weten wat ze er mee moeten, stelletje amateurs!’ foetert mijn lover. ? Hij staat tussen twee dames, de één gekleed in een camouflagejas met een camera van zeker tienduizend euro in een camouflagehoes en de andere met een camera van zo’n zesduizend euro. ? Hij kijkt links en rechts en vraagt aan de één; ‘Waarom heb je de antivibratie van je lens uitstaan?’ Ze kijkt naar hem en zegt dan de magische woorden; ‘Dat weet ik niet, eigenlijk weet ik niet eens wat je bedoelt….’ Er komt nog een man bij met een grote telelens (600 millimeter) zonder statief die zegt; ‘Ik heb geen statief nodig, gewoon ff uit het handje, easy!’
En eerlijk waar, de vrouw met het camouflagepak kijkt dan haar foto’s terug en zegt; ‘OMG, ze zijn mislukt, zou ik een verkeerde instelling hebben? Does anybody know how this work?’ ? Ik zie dat mijn lover zich er niet mee wil bemoeien maar hij doet het toch en geeft haar een goeie tip; ‘RTFM!’ Als ze hem niet begrijpend aankijkt lacht ie; ‘Read the fucking manuel!!’ ? Hij komt de camper binnenstampen en zoetsappig vraag ik; ‘Was het leuk met de anderen?’ ?

We rijden weg bij de eagles en ineens, na een lange dag wachten, zijn de beren er! Het is iets droger en het lijkt alsof ze gewacht hebben ?, ze lopen in het grasveld, bij het rooster en onder de brug.

Er is ons vertelt dat er meerder grizzly moeders met jongen zijn. Wat een top afsluiting van de dag! ? De campground heeft geen internet bereik en that’s us: we parkeren de hut dus eerst bij het centrum waar we eten. Niet dat het internet hier snel is maar het is iets. ? Rond 21.00 uur rijden we dan richting de campground. Bij het passeren van de ferry terminal voel ik een kleine knoop in mijn maag….? Morgen moeten we afscheid nemen van Haines en varen naar Skagway. Daar blijven we hooguit nog een paar dagen en zullen dan Alaska verlaten. ? We zijn nu twee maanden in de Yukon en Alaska en het is hier zo mooi! Ik kan het niet beschrijven: de bergen, het fjord, de zee en de rivieren, de vele gletsjers, de tradities van het vissen en jagen, het wildlife en de bevolking. ❤️ We rijden de campground op waar we in het aardedonker de hut parkeren. De volgende morgen zijn we vroeg op, om 11.15 uur moeten we ons melden bij de ferry. Op weg ernaar toe komen we langs de ‘berenplek’, wie weet hebben we mazzel. ? Dat hebben we: een moeder met drie kleintjes in de rivier. Het is vroeg en vrij rustig.

Af en toe komt er een auto langs en er komen wat mensen bij staan. Ineens een vreselijk geluid van schurend ijzer door de stilte. ? Ik kijk achterom en zie hoe een andere camper die van ons heeft geramd. WTF, het ding beweegt en probeert verder te rijden! ? Ik zet het op een rennen en bij de camper klop ik op de ruit. Een oude kerel zit achter het stuur, geeft gas, probeert vooruit te komen en hoort mij niet. ? Dan sla ik keihard op het raam, hij kijkt en draait zijn raam open; ‘Something wrong?’ IJzig kalm vertel ik dat ie onze camper heeft geraakt, inmiddels is Roel ook gekomen en de kerel stapt uit. ‘Okay, ik dacht dat ik achter jullie kon parkeren maar dat fietsenrek is wel heel groot!’ ? Een onaangename discussie ontstaat, Roel maakt direct foto’s en de kerel begint in te zien dat hij fout is.

Het fietsenrek heeft zijn camper aan de zijkant flink opengehaald en zit vast in de deur. Met wat heen en weer steken krijgt mijn lover het los en de schade wordt verder door de mannen geregeld. Ik doe er met mijn scherpe tong maar het zwijgen toe. ? Als alles gedaan is begint de kerel een ‘gezellig’ praatje over onze camper die we verscheept hebben. Daar kan deze Cheryl zich toch niet inhouden en ik sis mijn lover toe; ‘Instappen voordat ik hem vermoord!’ ? Resultaat: een verbogen fietsenrek en kapotte lamp, die ze hier niet hebben en in Nederland besteld zal moeten worden. ? Door al het tumult zijn de beren in de struiken geschoten en de mensen vertrokken. In de camper kijken we elkaar aan: even mopperen en dan klaar! Als we wegrijden komt moeder met haar kleintjes vlak voor ons uit de struiken. ‘Dit maakt mijn dag weer goed!’ jubel ik tegen mijn lover. ?

Op naar het politiebureau voor aangifte en dan melden bij de ferry terminal.

De boot arriveert met vertraging en ook het inschepen levert flinke vertraging op omdat de grotere campers en caravans achterwaarts ? aan boord moeten. Wij mogen pas als één van de laatsten aan boord: mooi, dan zijn we er in Skagway ook als eerste vanaf! ?